Rapport
Waterinjectie Schoonebeek
M.e.r.-beoordelingsnotitie
Klant: NAM B.V.
Referentie: BF5299-IB-RP-230127
Status: Definitief/J1
Datum: 27 januari 2023
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 i
HASKONINGDHV NEDERLAND B.V.
Laan 1914 no.35
3818 EX Amersfoort
Industry & Buildings
Trade register number: 56515154
+31 88 348 20 00
+31 33 463 36 52
info@rhdhv.com
royalhaskoningdhv.com
T
F
E
W
Titel document: Waterinjectie Schoonebeek
Sub titel: M.e.r.-beoordelingsnotitie
Referentie: BF5299-IB-RP-230127
Status: J1/Definitief
Datum: 27 januari 2023
Projectnaam: Waterinjectie Drenthe
Projectnummer: BF5299
Classificatie
Projectgerelateerd
Behoudens andersluidende afspraken met de Opdrachtgever, mag niets uit dit document worden verveelvoudigd of
openbaar gemaakt of worden gebruikt voor een ander doel dan waarvoor het document is vervaardigd.
HaskoningDHV Nederland B.V. aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor dit document,
anders dan jegens de Opdrachtgever.
Let op: dit document bevat mogelijk persoonsgegevens van medewerkers van HaskoningDHV Nederland B.V..
Voordat publicatie plaatsvindt (of anderszins openbaarmaking), dient dit document te worden geanonimiseerd of dient
toestemming te worden verkregen om dit document met persoonsgegevens te publiceren. Dit hoeft niet als wet- of
regelgeving anonimiseren niet toestaat.
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 ii
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 iii
Inhoud
1 Inleiding 1
1.1 Aanleiding en voornemen 1
1.2 Waarom een m.e.r.-beoordeling? 4
1.3 Leeswijzer 6
2 Motivering van het project 7
2.1 Voorgeschiedenis 7
2.2 Opgaven voor de korte en lange termijn 8
3 Plaats en huidige situatie van het project 10
3.1 Ligging plangebied 10
3.2 Huidige verwerking injectiewater 10
3.3 Gebiedskenmerken 10
3.4 Beschrijving Schoonebeek Gasveld 13
4 Kenmerken van het project 17
4.1 Voorgenomen activiteit 17
4.2 Wijze van uitvoeren 17
4.3 Boren van nieuwe putten 21
4.4 Samenstelling van het te injecteren water 22
5 Milieueffecten 25
5.1 Bodemkwaliteit 26
5.2 Water 29
5.3 Natuur 32
5.4 Archeologie 38
5.5 Landschap 40
5.6 Geluid 41
5.7 Lucht 47
5.8 Verkeer 49
5.9 Energie 51
5.10 Afvalstoffen 52
5.11 Externe veiligheid 53
5.12 Cumulatie met andere projecten 55
6 Risico’s en maatregelen bij onvoorziene gebeurtenissen 56
6.1 Risico op lekkage 56
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 iv
6.2 Risico op bodemdaling 58
6.3 Risico op aardbevingen 59
6.4 Risico op oplossen zoutlagen 61
6.5 Mogelijke milieueffecten van risico’s 64
7 Samenvatting en conclusies m.e.r.-beoordeling 65
7.1 Samenvatting 65
7.2 Conclusie 67
7.3 Vervolgonderzoek 68
Referenties 69
Bijlagen
Bijlage 1: Situatiekaart Schoonebeek-313, Schoonebeek-580, Schoonebeek-447, NAM, 2022
Bijlage 2: Natuurtoets Leidingtracés project waterinjectie omgeving Schoonebeek, Toetsing Wet
natuurbescherming en NNN, Antea Group, 18 oktober 2022
Bijlage 3: Stikstofdepositie-onderzoek, NAM Schoonebeek Waterinjectie, Antea Group, 3 oktober 2022
Bijlage 4: Antea Group Archeologie 2022/165, Bureauonderzoek leidingtracés project waterinjectie
omgeving Schoonebeek Gemeente Coevorden, Antea Group, 31 augustus 2022
Bijlage 5: Antea Group Archeologie 2022/166, Bureauonderzoek leidingtracés project waterinjectie
omgeving Schoonebeek Gemeente Emmen, Antea Group, 31 augustus 2022
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 1
1 Inleiding
1.1 Aanleiding en voornemen
Aanleiding
De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) heeft het voornemen om het Schoonebeek gasveld in te
zetten voor de injectie van water dat wordt mee-geproduceerd bij de oliewinning in Schoonebeek. Deze
(m.e.r.)-beoordelingsnotitie beschrijft de voorgenomen activiteiten en de mogelijke milieueffecten, op
grond waarvan de minister van Economische Zaken en Klimaat kan bepalen of een volledige
m.e.r.-procedure doorlopen moet worden.
Terminologie “productiewater” en “injectiewater”
De terminologie voor het water dat wordt mee-geproduceerd bij oliewinning is aangepast ten opzichte van voorgaande rapporten,
zoals de Herafwegingen voor de verwerking van het productiewater van 20161 en 20222. In voorgaande rapporten werd de term
“productiewater” gebruikt voor zowel het water dat bij olieproductie mee omhoogkomt en met de geproduceerde olie van de
winput naar de oliebehandelingsinstallatie wordt getransporteerd, áls voor het water dat in de oliebehandelingsinstallatie wordt
gescheiden van de olie.
In voorliggende m.e.r.-beoordeling zijn de volgende definities gehanteerd:
Productievloeistof: de vloeistofstroom die geproduceerd wordt uit de putten, bestaande uit olie en productiewater.
Productiewater: een combinatie van formatiewater, gecondenseerd stoom, waswater en in de put gebruikte mijnbouwhulpstoffen.
Injectiewater: de vloeistofstroom die uiteindelijk wordt geïnjecteerd in de diepe ondergrond.
Productiewater: bijproduct van oliewinning
Bij de winning van olie komt ook water mee naar boven. Dit water moet op een goede manier worden
behandeld en verwerkt, passend binnen de milieuregels. Het water wordt in de oliebehandelingsinstallatie
(OBI) van Schoonebeek gescheiden van de olie. Wat overblijft is de pure olie en het zogenaamde
productiewater. Een groot deel van dit water heeft al vele miljoenen jaren met de olie onder de grond
gezeten. Dit water bevat van nature veel zouten, mineralen en kleine hoeveelheden zware metalen en
zwavelverbindingen. Een ander deel van het water dat mee naar boven komt, is de gecondenseerde
stoom die in de grond werd gebracht om de olie te verwarmen en vloeibaarder te maken. In het
productiewater zitten reststoffen, zoals minuscuul kleine oliedeeltjes en mijnbouwhulpstoffen. Er worden in
totaal vier mijnbouwhulpstoffen (zwavelwaterstofbinder, emulsiebreker, anti-corrosievloeistof en biocide)
1 Royal HaskoningDHV, 2016, Herafweging verwerking productiewater Schoonebeek 2016, integraal eindrapport
2 Royal HaskoningDHV, 2022, Herafweging verwerking productiewater Schoonebeek 2022, eindrapportage – ingediend bij EZK, nog
ter review
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 2
toegevoegd op verschillende locaties in het olieproductieproces. Drie ervan zijn nodig om de leidingen
tegen corrosie te beschermen. De vierde is nodig om de olie beter van het water te kunnen scheiden.
Door de samenstelling van het productiewater is het niet toegestaan om dit direct op het oppervlaktewater
te lozen. Het is wel mogelijk om het productiewater terug te brengen in de diepe ondergrond. In dat geval
wordt gesproken over injectiewater. Dit kan bijvoorbeeld in lege gasvelden. Op basis van de
milieueffecten, risico’s en kosten is in het milieueffectrapport voor de herontwikkeling van oliewinning
Schoonebeek3 in 2006 geconcludeerd dat injectie in leeg geproduceerde gasvelden de beste keuze is
voor de verwerking van het injectiewater, mits dit veilig kan plaatsvinden. Deze conclusie is opnieuw
bevestigd in de verplichte her-evaluaties voor de verwerking van injectiewater in 20161 en 20222.
De bij Schoonebeek gelegen gasvelden bevatten bij de herstart van de oliewinning in 2011 nog veel
winbaar gas. Waterinjectie in de gasvelden bij Schoonebeek zou betekenen dat dit aardgas niet meer
gewonnen zou kunnen worden, wat economisch niet verantwoord was. Toen is gezocht naar een tijdelijk
alternatief en dat werden de lege gasvelden in Twente. De gasvelden Tubbergen, Tubbergen-Mander en
Rossum-Weerselo waren in 2009 gestopt met produceren en na onderzoek geschikt bevonden voor
waterinjectie. Aldus werd het injectiewater via bestaande leidingen van Schoonebeek naar Twente
gebracht en daar geïnjecteerd met behulp van waterinjectiepompen.
Het verplaatsen van de waterinjectie naar Drenthe is altijd in beeld gewest, voor wanneer de capaciteit
van de Twente-velden niet meer voldoende zou zijn en/of de gasvelden in Drenthe voldoende leeg
zouden zijn. Gedacht werd dat dit ongeveer 10 jaar na de start van de waterinjectie in Twente aan de orde
zou zijn. Die is gestart in 2011, dus dit loopt redelijk in lijn met de verwachting van destijds.
Voornemen
NAM is voornemens om de twee bestaande mijnbouwlocaties SCH-447 en SCH-313 te
hergebruiken voor de productiewaterverwerking van het olieveld Schoonebeek. Hiervoor zullen
per locatie twee nieuwe putten worden geboord en twee pompskids worden geplaatst. Mocht in de
toekomst blijken dat de totaal benodigde injectiecapaciteit niet gerealiseerd kan worden op deze
twee locaties, dan kunnen optioneel twee extra putten geboord worden vanaf de bestaande locatie
SCH-580. Deze m.e.r.-beoordelingsnotitie beschrijft de effecten van alle drie locaties inclusief
bijbehorende infrastructuur.
De opgave is te komen tot vier injectieputten in het Schoonebeek gasveld. De kaart in Figuur 1-1 geeft het
Schoonebeek gasveld met de bestaande winlocaties, OBI en injectiewaterleiding weer. De bestaande
injectiewaterleiding zal het injectiewater naar de locaties vervoeren waar het water in het Schoonebeek
gasveld wordt geïnjecteerd. Locaties SCH-313 en SCH-447 kunnen rechtstreeks worden aangesloten op
de injectiewaterleiding die vlak langs deze locaties loopt. Eventuele aansluiting van locatie SCH-580 zal
plaatsvinden via een nieuw aan te leggen ondergrondse leiding tussen SCH-447 en SCH-580.
3 Royal Haskoning, 2005, MER Herontwikkeling Olieveld Schoonebeek
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 3
Figuur 1-1. Schoonebeek gasveld en olieveld met de bestaande winlocaties, injectiewaterleiding en oliebehandelingsinstallatie (OBI)
Vergunningaanvragen
Het gebruik van de bestaande NAM-locaties voor waterinjectie is mogelijk na de nodige aanpassingen,
waarvoor aanpassingen van vergunningen of nieuwe vergunningen nodig zijn. Het betreft
Omgevingsvergunningen (Wabo) voor het aanpassen van de locaties, de inrichting van de locaties en de
aanleg en het gebruik van leidingen. Zie Tabel 1-1 voor een overzicht van de benodigde
omgevingsvergunningen. Voorafgaand aan deze aanvragen is deze m.e.r.-beoordelingsnotitie opgesteld.
Tabel 1-1. Overzicht van benodigde omgevingsvergunningen voor het ombouwen en aansluiten van bestaande winlocaties naar
waterinjectielocatie en het aanleggen van leidingen
Infrastructuur
Privaat rechtelijk
(contracten)
Publiek rechtelijk
(vergunningen)
Bevoegd gezag
Ombouw gaswinlocaties SCH-313,
SCH-447 en SCH-580 tot
waterinjectielocatie
- plaatsen injectiepompen met
elektrische infrastructuur
- pijpleidingen tussen pomp en put
- diverse aansluitingen
- boren nieuwe injectieputten
Nvt, alles binnen
hekwerk
bestaande
inrichting
1. m.e.r.-
beoordelingsbesluit
2. Omgevingsvergunning
per locatie (Wabo)
3. BARMM melding voor
boren nieuwe putten
Ministerie van Economische Zaken
en Klimaat
Aanleggen ondergrondse
waterleidingen en
elektriciteitskabels, aansluiten
waterinjectielocaties
(SCH313, SCH447 en SCH580)
Zakelijk recht
overeenkomst
Omgevingsvergunning
(Wabo)
Gemeente Coevorden
(leiding- en kabeldeel SCH-313)
Gemeente Emmen
(leiding- en kabeldeel SCH-447 en
SCH-580)
Daarnaast is voor het boren van putten een BARMM-melding vereist. Voor de injectie van het
injectiewater in gasvelden moet een door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) /
Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) goedgekeurd Waterinjectie Management Plan komen in het kader
van de Mijnbouwwet. Ook zullen nog andere vergunningen nodig zijn, zoals een mogelijke aanpassing
van het winningsplan van het gasveld Schoonebeek en eventuele vergunningen die nodig zijn bij het
kruisen van wegen en waterwegen door de leidingen en kabels. De lijst met vergunningen in Tabel 1-1 is
dus niet limitatief.
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 4
1.2 Waarom een m.e.r.-beoordeling?
Om het milieubelang volwaardig te kunnen meenemen in de besluitvorming over activiteiten die mogelijk
nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben, moet in Nederland soms een milieueffectrapportage
(m.e.r.) procedure4 worden doorlopen. In de Wet milieubeheer en het Besluit m.e.r. is aangegeven voor
welke activiteiten dat geldt. Voor de locaties SCH-313, SCH-447 en SCH-580 zijn voor waterinjectie
activiteiten aangepaste of nieuwe omgevingsvergunningen nodig. Voor de locaties SCH-447 en SCH-580
geldt dat ze in het verleden al gebruikt zijn als waterinjectielocaties en biedt het vigerende
bestemmingsplan nog steeds de mogelijkheid.
Voor de voorgenomen activiteiten is op grond van verschillende categorieën van het Besluit m.e.r. sprake
van een m.e.r.-beoordelingsplicht. Het gaat om de categorieën D17.2, D18.3 en D15.2 zoals aangegeven
in Tabel 1-2. Dat betekent dat men moet controleren of er belangrijke nadelige milieugevolgen zijn die
aanleiding geven voor een volledige m.e.r.:
• Nieuwe boringen zijn m.e.r.-beoordelingsplichtig, onder categorie D17.2.
• Het inrichten van de waterinjectielocaties is m.e.r.-beoordelingsplichtig op grond van categorie D18.3.
Het injectiewater valt onder de categorie “niet-gevaarlijke afvalstoffen” en per locatie zal meer dan
100 m3 per dag geïnjecteerd worden, zodat de inrichting boven de capaciteit van 100 ton per dag
uitkomt.
• Voor een grondwateronttrekking geldt een m.e.r.-beoordelingsplicht onder categorie D15.2. Bij de
aanleg van de nieuwe leidingen wordt bemaling toegepast. Daarbij wordt grondwater onttrokken.
Omdat het gaat om een debiet onder de drempelwaarde van 1,5 miljoen m3 per jaar is een vormvrije
m.e.r.-beoordeling van toepassing.
Op basis van de m.e.r.-beoordeling moet bevoegd gezag, zijnde het Ministerie van Economische Zaken
en Klimaat, bepalen of er sprake is van ‘belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu’, die het doorlopen
van de m.e.r.-procedure noodzakelijk maken. Hierbij moet getoetst worden aan de richtlijnen in bijlage III
van de Europese Richtlijn milieueffectrapportage met de volgende drie criteria:
1. Kenmerken van de activiteit
2. Plaats van de activiteit
3. Kenmerken van het potentiële effect
4 Met m.e.r. wordt de procedure van de milieueffectrapportage bedoeld en met MER wordt gerefereerd aan het milieueffectrapport
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 5
Tabel 1-2. M.e.r.-beoordelingsplichtige activiteiten volgens Besluit m.e.r.
Activiteiten Gevallen Plannen Besluiten
D17.2 Diepboringen dan wel
een wijziging of
uitbreiding daarvan, in
het bijzonder:
a geothermische
boringen,
b. boringen in verband
met de opslag van
kernafval,
c. boringen voor
watervoorziening,
met uitzondering van
boringen voor het
onderzoek naar de
stabiliteit van de
grond.
De structuurvisie,
bedoeld in de artikelen
2.1, 2.2 en 2.3 van de
Wet ruimtelijke
ordening, en de
plannen, bedoeld in
de artikelen 3.1,
eerste lid, 3.6, eerste
lid, onderdelen a en b,
van die wet.
Het besluit, bedoeld in artikel 40,
tweede lid, van de Mijnbouwwet of
een ander besluit waarop afdeling
3.4 van de Algemene wet
bestuursrecht en een of meer
artikelen van afdeling 13.2 van de
wet van toepassing zijn, dan wel,
bij het ontbreken daarvan, de
vaststelling van het plan, bedoeld
in artikel 3.6, eerste lid,
onderdelen a en b, van de Wet
ruimtelijke ordening dan wel bij het
ontbreken daarvan van het plan,
bedoeld in artikel 3.1, eerste lid,
van die wet.
D18.3 De oprichting,
wijziging of uitbreiding
van een inrichting
bestemd voor het
storten van slib en
baggerspecie, of het
in de diepe
ondergrond brengen
van niet-gevaarlijke
afvalstoffen.
In gevallen waarin de
activiteit betrekking heeft op:
1°. het storten of in de diepe
ondergrond brengen van
baggerspecie …,
2°. het storten of in de diepe
ondergrond brengen van
zuiveringsslib …,
3°. het storten of in de diepe
ondergrond brengen van
ander slib dan bedoeld
onder 1° of 2°, of
4°. een inrichting met een
capaciteit van 100 ton per
dag of meer.
Het plan, bedoeld in
artikel 10.3 van de
wet, de structuurvisie,
bedoeld in de artikelen
2.1, 2.2 en 2.3 van de
Wet ruimtelijke
ordening, en het plan,
bedoeld in de artikelen
3.1, eerste lid, 3.6,
eerste lid, onderdelen
a en b, van die wet.
De besluiten waarop afdeling 3.4
van de Algemene wet
bestuursrecht en een of meer
artikelen van afdeling 13.2 van de
wet van toepassing zijn.
D15.2 De aanleg, wijziging of
uitbreiding van werken
voor het onttrekken of
kunstmatig aanvullen
van grondwater.
In gevallen waarin de
activiteit betrekking heeft op
een hoeveelheid water van
1,5 miljoen m3 of meer per
jaar.
De structuurvisie,
bedoeld in de artikelen
2.1, 2.2 en 2.3 van de
Wet ruimtelijke
ordening, en de
plannen, bedoeld in
de artikelen 3.1,
eerste lid, 3.6, eerste
lid, onderdelen a en b,
van die wet en het
plan, bedoeld in de
artikelen 4.1 en 4.4
van de Waterwet.
Het besluit, bedoeld in de artikelen
6.4 of 6.5, onderdeel b, van de
Waterwet, dan wel van het besluit
tot vergunningverlening bedoeld in
een verordening van een
waterschap.
Eerder gepubliceerde Mededeling voornemen Waterinjectie fase 2 regio Schoonebeek
NAM heeft eerder een Mededeling voornemen gepubliceerd voor het MER Waterinjectie fase 2 regio
Schoonebeek (16 juli 2020). Dit betrof de aankondiging van een vrijwillig MER, waarbij NAM van plan was
onderzoek te doen naar de mogelijkheden om, naast de huidige injectie met ongeveer 3.000 m3 per dag in
het Twenteveld Rossum Weerselo, aanvullend 5.000 m3 injectiewater per dag te verwerken in gasvelden
in Zuidoost Drenthe. NAM heeft inmiddels deze m.e.r.-procedure gestopt, gezien de bevindingen uit de
Herafweging 20222.
De Herafweging 2022 beschrijft de huidige situatie met mogelijke alternatieven en is onderbouwd met
bijbehorende onderzoeken. Uit de Herafweging is duidelijk geworden dat in Twente alleen de
injectieputten ROW-5 en ROW-7 inzetbaar zijn, na beoordeling van diverse onderzoeken door SodM.
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 6
Deze omstandigheden leiden ertoe dat op lange termijn de mogelijkheden van waterinjectie in de
Twentevelden beperkt zijn ten opzichte van de oorspronkelijke opzet. In de Herafweging 20161 waren al
meerdere gasvelden in Drenthe als alternatief in beeld gebracht. Inmiddels is er voldoende capaciteit
beschikbaar in het Schoonebeek gasveld nabij Schoonebeek, zodat de andere opties uit de Herafweging
2022 niet zijn meegewogen.
Met de Herafweging 2022 is inmiddels zoveel aanvullende informatie beschikbaar gekomen en heeft
zoveel afstemming plaatsgevonden met de (lokale) belanghebbenden, dat NAM in plaats van het
vrijwillige MER nu volstaat met de formeel benodigde m.e.r.-beoordelingsprocedure. Samen met het
gebiedsproces leidt dit tot een compacte procedure, waarbij de formele vergunningenprocedure onverkort
gevolgd wordt.
1.3 Leeswijzer
De m.e.r.-beoordeling toetst of de waterinjectie in lijn is met de inhoudelijke vereisten zoals beschreven in
bijlage III van de Europese richtlijn m.e.r. Hoofdstuk 2 geeft een motivering voor het project. Hoofdstuk 3
beschrijft de ligging van het plangebied, het huidig gebruik en de gebiedskenmerken. Hoofdstuk 4 geeft de
kenmerken van het project en de werkzaamheden voor de aanleg. Hoofdstuk 5 beschrijft de potentiële
milieueffecten van de voorgenomen activiteit. Hoofdstuk 6 gaat in op de risico’s bij onvoorziene
gebeurtenissen. Ten slotte beschrijft Hoofdstuk 7 de conclusies van de m.e.r.-beoordeling.
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 7
2 Motivering van het project
2.1 Voorgeschiedenis
Een groot deel van de olie in Nederland bevindt zich in het Schoonebeek-veld in Drenthe. In 1947 werd de
eerste olie uit dit veld gewonnen. In 1996 is de olieproductie om economische redenen gestopt. Met de
toenmalige technieken kon de NAM de stroperige olie niet meer rendabel winnen. Maar door de komst
van innovatieve technieken kon in 2011 de oliewinning in Schoonebeek worden hervat. Door stoom in de
ondergrond te brengen, wordt de olie meer vloeibaar en kan de olie makkelijker worden opgepompt. De
NAM levert de ruwe aardolie aan een raffinaderij in Lingen in Duitsland.
In het MER voor de Herontwikkeling Oliewinning Schoonebeek3 in 2006 zijn de mogelijke
verwerkingsalternatieven voor injectiewater vergeleken. Op basis van de milieueffecten, risico’s en kosten
is toen geconcludeerd dat injectie in leeg geproduceerde gasvelden de beste keuze is voor de verwerking
van het injectiewater. In de nabijheid van Schoonebeek waren indertijd de gasvelden nog in productie.
Daarom is toen gekozen voor transport van injectiewater naar leeg geproduceerde gasvelden in Twente.
Sinds begin 2011 transporteert de NAM het injectiewater vanaf oliewinning Schoonebeek met de
injectiewaterleiding naar Twente. In Twente wordt het injectiewater in leeg geproduceerde gasvelden
geïnjecteerd.
Bij waterinjectie in Twente heeft NAM zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande leidingen en
putten. In april 2015 is in de injectiewaterleiding nabij Hardenberg een lek ontdekt. Het lek betrof een klein
gat (enkele mm) in de leiding waarbij injectiewater in de omgeving van de lekkage in de bodem en op het
maaiveld is gekomen. De injectiewaterleiding bleek van binnenuit aangetast door bacteriële corrosie. Dit
lek heeft geleid tot het tijdelijk stopzetten van de waterinjectie, sanering van de bodem en vervanging van
corrosiegevoelige koolstofstalen materialen door corrosiebestendige materialen. Er is een buis-in-buis
constructie toegepast, waardoor de diameter van de injectiewaterleiding is verkleind. Ook zijn er enkele
aftakkingen buiten gebruik gesteld en leidingen op locaties zijn vervangen door corrosiebestendig
materiaal. De olieproductie en waterinjectie zijn in september 2016 weer opgestart, in beperkte vorm door
de capaciteitsbeperkingen van de injectiewaterleiding.
De afgelopen jaren zijn diverse putten en leidingen technisch niet geschikt bevonden om te blijven
gebruiken. Uit voorzorg heeft NAM deze buiten gebruik gesteld. Bij deze putten en leidingen is geen
lekkage naar de biosfeer opgetreden. Door de afname van het aantal injectieputten draait de olieproductie
in Schoonebeek op ongeveer halve capaciteit.
De bevindingen van de Herafweging 2022 laten zien dat waterinjectie in Twente steeds meer
capaciteitsbeperkingen met zich meebrengt. Het laat ook zien dat NAM inmiddels goede alternatieven
nabij Schoonebeek heeft voor de injectie van injectiewater. Dat komt omdat het Schoonebeek gasveld
inmiddels grotendeels is leeg geproduceerd. In het Schoonebeek gasveld is voldoende capaciteit
beschikbaar gekomen voor waterinjectie van oliewinning Schoonebeek.
Ondanks de opgetreden materiaalproblemen in Twente, worden in de Herafweging 2022 de risico’s van
waterinjectie nog steeds als minimaal en acceptabel aangemerkt. Zodoende wordt waterinjectie gezien als
de beste verwerkingsoptie van injectiewater mits, geologisch verantwoord en met extra zorg voor de
gebruikte materialen. Dit is in lijn met de in juni 2019 door de EU vastgestelde Best Beschikbare
Techniek5 voor de verwerking van injectiewater.
5 Best Available Techniques Guidance Document on upstream hydrocarbon exploration and production
Final Guidance Document - Contract No. 070201/2015/706065/SER/ENV.F.1
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 8
Naast de capaciteitsbeperkingen die NAM ondervindt bij de waterinjectie Twente, heeft de
Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat de (politieke) wens uitgesproken om te stoppen met
waterinjectie in Twente en de verwerking van injectiewater in de regio Schoonebeek uit te voeren6. Dit is
mede gebaseerd op de onrust in de Twente-regio de afgelopen jaren.
Waarom nog oliewinning?
CE-Delft heeft in opdracht van het Ministerie van EZK en TNO de waarde van oliewinning Schoonebeek
voor de Nederlandse economie in beeld gebracht ten opzichte van het stopzetten van de oliewinning. Het
onderzoek is uitgevoerd met een Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse (MKBA)7. De conclusie is dat
oliewinning een belangrijke bijdrage levert aan de welvaart van Nederland.
De beweging naar fossielvrije energie is in gang gezet en dit betekent een afbouw van het gebruik van
kolen, aardolie en aardgas. Echter deze afbouw gaat geleidelijk. De reden hiervoor is dat voor veel
producten nog geen fossielvrije alternatieven zijn. Olie wordt bijvoorbeeld gebruikt voor producten als
diesel, kerosine, stookolie, smeerolie, teer, benzine en LPG. Maar aardolie is ook een grondstof voor
kunststoffen en medicijnen. De huidige geopolitieke situatie laat zien hoe kwetsbaar de
energievoorziening in Noordwest-Europa is en dat het waardevol is om eigen winningsmogelijkheden voor
olie en gas te hebben. Daarnaast zijn bij de productie en verwerking van gas en olie uit Schoonebeek
regionaal en vlak over de Duitse grens vele partijen betrokken, wat een positieve impact heeft op de
regionale economie en de werkgelegenheid.
2.2 Opgaven voor de korte en lange termijn
Korte en langere termijn mogelijkheden
NAM heeft de afgelopen jaren verschillende opties overwogen. Vanuit technisch oogpunt is de gefaseerde
inzet van het gasveld Schoonebeek voor de injectie van injectiewater vanaf 2023 mogelijk. Op korte
termijn onderzoekt NAM de mogelijkheden om de bestaande beperkte waterinjectie in de Twentevelden
van ongeveer 3.000 m3 per dag te vervangen door waterinjectie in het Schoonebeek gasveld. NAM
onderzoekt de mogelijkheid om in de toekomst te komen tot optimale oliewinning waarbij ongeveer 6.500
m3 injectiewater per dag kan worden verwerkt door het boren van aanvullende putten.
Aanvullend onderzoek Drenthe
Ter onderbouwing van de omgevingsvergunningaanvragen wordt het “Onderzoek Oliewinning
Schoonebeek” opgesteld met daarin een afweging van de verwerkingsmogelijkheden voor het
productiewater in de omgeving van Schoonebeek en een onderzoek naar het beperken van het
energiegebruik en de CO2- en stikstofemissie, het gebruik van mijnbouwhulpstoffen en het watergebruik.
De resultaten van het Onderzoek Oliewinning Schoonebeek worden overgenomen in de
vergunningaanvragen.
6 Kamerbrief Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, 19 mei 2022, Toezeggingen interpellatiedebat over opschorting
waterinjectie (12 april 2022), kenmerk DGKE-WO / 22172353
7 Maaschappelijke Kosten Baten Analyse Oliewinning Schoonebeek, oktober 2022,
https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?did=2022D53274&id=2022Z24797
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 9
Gefaseerde opbouw van waterinjectiefaciliteiten
Er is sprake van een gefaseerde aanpak. De fasering is gebaseerd op de verwachting dat op locatie
SCH-447 op relatief korte termijn (medio 2023/2024) de waterinjectie in Drenthe worden gestart.
Vervolgens worden op iets langere termijn de waterinjectie uitgebreid (medio 2024/2025).
Fase 1: Hergebruik locatie SCH-447
• Planning 2023
• Boren 2 nieuwe injectieputten met 2 skids middels elektrisch aangedreven boortoren
• Aansluiting op bestaande injectiewatertransportleiding PGL000697
• Aansluiting op 10kV stroomnetwerk NAM Schoonebeek
• Voortzetting huidige gasproductie uit bestaande putten
Fase 2: Hergebruik locatie SCH-313
• Planning 2024
• Boren 2 nieuwe injectieputten met 2 skids middels elektrisch aangedreven boortoren
• Aansluiting op bestaande injectiewatertransportleiding PGL000697
• Aansluiting op 10kV stroomnetwerk NAM Schoonebeek
• Voortzetting huidige gasproductie uit bestaande putten
Fase 3: Hergebruik locatie SCH-580 (optioneel)
• Planning 2024 of later
• Boren 2 nieuwe injectieputten met 2 skids middels elektrisch aangedreven boortoren
• Aansluiting op bestaande injectiewatertransportleiding PGL000697
• Aansluiting op 10kV stroomnetwerk NAM Schoonebeek
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 10
3 Plaats en huidige situatie van het project
3.1 Ligging plangebied
Het plangebied ligt in de zuidoost regio van de provincie Drenthe, aan de zuidzijde begrenst door het
Schoonebekerdiep, wat de grens tussen Nederland en Duitsland vormt. Het plangebied is weergegeven
op de kaart in Figuur 1-1. In het gebied is al jarenlang olie- en gasproductie aanwezig, met zichtbare
locaties, putten en leidingen. Het gebied vormt een inundatiegebied in het geval van hoge afvoer van het
Schoonebekerdiep. Het is een landelijk gebied met enkele woonkernen, zowel in het oostelijk gebied dat
onder de gemeente Emmen valt, als in het westelijk deel dat onder de gemeente Coevorden valt.
3.2 Huidige verwerking injectiewater
In de huidige situatie vindt verwerking van injectiewater van de olie- en gaswinning plaats in Drenthe en in
Twente. In Twente vindt waterinjectie plaats ten behoeve van de oliewinning Schoonebeek. De
waterinjectie op locatie SCH-447 in Drenthe is ten behoeve van de gaswinning van omliggende gasvelden
in Drenthe en Overijssel.
Injectiewater oliewinning Schoonebeek
Op dit moment wordt het injectiewater naar leeg geproduceerde gasvelden in Twente gevoerd met de
injectiewaterleiding. Door de beperkte doorvoercapaciteit van de in 2016 aangelegde kunststof leiding
tussen Coevorden en Rossum draait de oliewinning op halve kracht. Er wordt dagelijks ongeveer 3.000 m3
injectiewater afgevoerd. De injectiewaterleiding naar Twente loopt ondergronds vlak langs de locaties
SCH-447 en SCH-313.
Injectiewater gaswinning
Bij de gaswinning van diverse gasvelden in Overijssel en Drenthe wordt ook formatiewater
mee-geproduceerd. Formatiewater is water dat van nature voorkomt in het gasveld en dat met de
gaswinning mee om hoog komt. Het gaat om minder dan 100 m3 per dag. Het injectiewater afkomstig van
gaswinningen uit de regio wordt geïnjecteerd via de waterinjectieput SCH-597 op locatie SCH-447 in een
deel van het gasveld Schoonebeek.
3.3 Gebiedskenmerken
Het voornemen bevindt zich in de gemeenten Coevorden en Emmen. Het landgebruik in de omgeving is
voornamelijk grasland, akkerbouw en bosgebied met verspreid liggende bebouwing. De
hoofdontsluitingswegen zijn de A37, de N377 en de N34 en de grotere watergangen zijn het kanaal
Coevorden-Zwinderen en het Loodiep.
Natura 2000-gebieden
In de buurt van het project liggen de Natura 2000-gebieden Bargerveen ten zuidoosten van Emmen en
Mantingerzand en Dwingelderveld ten noorden van Hoogeveen. In deze Natura 2000-gebieden is sprake
van stikstofoverbelasting voor een aantal stikstofgevoelige habitattypen en soorten waarvoor
herstelmaatregelen worden uitgevoerd. Ook liggen er verschillende gebieden van het Natuurnetwerk
Nederland (voorheen EHS) in de buurt van het project.
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 11
Grondwaterbeschermingsgebieden
In de buurt van het project bevinden zich grondwaterbeschermingsgebieden waar waterbedrijf WMD
grondwater wint voor de drinkwatervoorziening. Aan de rand van Dalen wordt op een diepte van circa 30-
50 meter onder maaiveld grondwater gewonnen (bron: gebiedsdossier grondwaterwinning Dalen). Het
grondwaterbeschermingsgebied van Kruidhaars ligt in het gebied ten westen van Sleen. Er wordt
grondwater gewonnen op een diepte van 40-90 meter onder maaiveld (bron: gebiedsdossier Kruidhaars).
Het waterwingebied Valtherbos ligt ten noorden van Emmen op de grens van de gemeente Emmen en de
gemeente Borger-Odoorn waar grondwater wordt gewonnen op een diepte van 25-65 meter onder
maaiveld. Het waterwingebied Noordbargeres ligt aan de westelijke stadsrand van Emmen, waar
grondwater wordt gewonnen op een diepte van 35-65 meter onder maaiveld (bron: gebiedsdossier
Valtherbos-Noordbargeres).
Archeologische waarden
In de gemeente Coevorden liggen een aantal bekende archeologische waarden, historische kernen en
wettelijke beschermde monumenten. Daarnaast zijn de zandige en venige beekdalbodems,
(eenmans)essen, en gebieden op grond van hun landschappelijke en bodemkundige situering kansrijk op
de aanwezigheid van archeologische resten (bron: Archeologische beleidskaart Coevorden).
Locatie SCH-313
De luchtfoto in Figuur 3-1 geeft een beeld van de huidige situatie op locatie SCH-313. Locatie SCH-313
ligt aan de Katshaarweg in de gemeente Coevorden, ten oosten van Schoonebeek. De locatie is (deels)
omringd met een houtwal en een watergang. Rondom liggen akkerbouw- en grasland percelen. De
afstand tot de dichtstbijzijnde woning aan de Katshaarweg 2 is 160 m. Op ongeveer 1 km afstand liggen
de woonkernen Vlieghuis, Padhuis en Westerse Bos.
Locatie SCH-313 is momenteel in gebruik als gasbehandelingslocatie en ontvangststation van
productiewater- en vloeistof afkomstig van regionale gasvelden. Op de locatie zijn twee gaswinputten
aanwezig. De locatie is bemand. Het is een geasfalteerde locatie van ongeveer 200 m bij 130 m.
Figuur 3-1. Luchtfoto van de huidige situatie van de locatie SCH-313 (gasproductie- en behandelingslocatie Schoonebeek gasveld)
Locatie SCH-447
De luchtfoto in Figuur 3-2 geeft een beeld van de huidige situatie op locatie SCH-447. Locatie SCH-447
ligt aan de Beekweg in de gemeente Emmen, ten noorden van Schoonebeek. Het is een geasfalteerde
locatie van ongeveer 200 m bij 100 m. De locatie is grotendeels omringd met een houtwal en aan de
noord- en zuidzijde loopt een watergang. Rondom liggen akkerbouw- en grasland percelen. Ten
zuidwesten van de locatie SCH-447 bevindt zich Camping Emmen; een kleinschalig vakantiepark met
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 12
verhuuraccommodaties en kampeerplaatsen. Vanwege de camping zijn op locatie SCH-447 beperkende
geluidscontouren vastgesteld.
Locatie SCH-447 is vergund voor gaswinning en de injectie van injectiewater afkomstig van de
gaswinning. Het is daarmee formeel een waterinjectielocatie en is als zodanig ook opgenomen in het
bestemmingsplan Buiten Gebied van de gemeente Emmen. Het injectiewater van de gaswinning wordt
vanaf de locatie SCH-313 met een ondergrondse leiding aangevoerd.
Figuur 3-2. Luchtfoto van de huidige situatie van de locatie SCH-447 (gasproductie- en waterinjectielocatie Schoonebeek gasveld)
Locatie SCH-580
De luchtfoto in Figuur 3-3 geeft een beeld van de huidige situatie op locatie SCH-580. Locatie SCH-580
ligt aan de Valendis in de gemeente Emmen, ten noordoosten van Schoonebeek. Het is een
geasfalteerde locatie van ongeveer 50 m bij 150 m. Langs de oostzijde is een dichte houtwal de overige
zijden zijn open. Langs de randen lopen watergangen. Locatie SCH-580 is momenteel niet in gebruik en
was voorheen een gaswinlocatie en later is deze locatie gebruikt als waterinjectie locatie.
Figuur 3-3. Luchtfoto van de huidige situatie van de locatie SCH-580 (voormalige waterinjectielocatie Schoonebeek gasveld)
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 13
3.4 Beschrijving Schoonebeek Gasveld
Reservoir
Het Schoonebeek gasreservoir (licht groene zone aan de onderkant van Figuur 3-4) wordt gevormd door
het Zechstein 2 Carbonaat, een dolomitische kalksteen van 70-200 m dikte. Naar beneden toe is de
kalksteen begrenst door de Zechstein 1 anhydriet met een variabele dikte van 150-250 m. Aan de
bovenkant van de kalksteen bevindt zich de Zechstein 2 anhydriet (ongeveer 6 m), welke de kalksteen
afschermt tegen het bovenliggende Zechstein 2 zout (200-300 m), waarin zich fragmenten van de
Zechstein 3 cyclus bevinden.
Figuur 3-4. Schematisch overzicht van de geologische formaties van het Schoonebeek Gasveld
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 14
Afdekkende lagen
Boven het Zechstein bevinden zich ongeveer 1.500 m kleisteen, siltsteen, zout, kalksteen en mergelsteen
van de Trias (Bontzandsteen, Muschelkalk en Keuper). Hierop volgen de Altena en Niedersachsen,
behorend tot de Onder- en Boven-Jura en bestaand uit Kleisteen (Altena) en een compositie van kleisteen
met zand en kalk/mergelsteen banken (Niedersachsen), samen met een gemiddelde dikte van ongeveer
450 m. De Jura wordt opgevolgd door Onder- en Boven-Krijt met aan de basis de Bentheim Zandsteen,
die het Schoonebeek Oliereservoir vormt (ongeveer 30 m dikte) gevolgd door klei en mergelsteen van het
Onder Krijt en kalksteen (krijtsteen) van het Boven-Krijt (totale dikte ongeveer 450-850 m). Het Krijt is
overdekt door ongeveer 400 m dikke kleisteen en zanden uit het Tertiair.
Breuken
Breuken op reservoirniveau kunnen lokaal contact tussen reservoir en het bovenliggende zout (het
Zechstein 2 zout) veroorzaken, afhankelijk van de verzet-richting van een dergelijke breuk (reservoir
contact met de massieve onderliggende en zeer slecht oplosbare Zechstein 1 anhydriet is ook mogelijk).
Het oppervlak waar zout in contact is met het reservoir is relatief klein en zout vormt bovendien een
impermeabele grens voor geïnjecteerd water, waardoor oplossingsverschijnselen in slechts zeer beperkte
mate kunnen worden verwacht. Het massieve Zechstein 2 zout boven het reservoir voorkomt dat er
breuken kunnen bestaan, die een verbinding tussen het reservoir en de oppervlakte (maaiveld) kunnen
veroorzaken. Een grote Oost-West breuk verdeelt het reservoir in een opgeschoven noordelijk en
afgeschoven zuidelijk blok. Dit zuidelijke blok strekt zich uit over de grens in Duitsland. Grofweg driekwart
van het reservoir volume bevindt zich in het noordelijke blok.
Putten
Het Schoonebeek gasveld werd ontdekt in 1957 met het boren van de put SCH313, een put die werd
geboord als onderdeel van het Schoonebeek olieveld. In totaal zijn 10 putten geboord op 4 locaties, de
overige putten zijn geboord tussen 1968 en 1995. Vier van deze putten hebben één of meerdere
sidetracks. Momenteel telt het Schoonebeek gasveld 4 gasproductieputten, 1 waterinjectieput, 3
geabandonneerde putten en 2 gesuspendeerde putten. Hieronder bevindt zich de SIM well-put, een put
die in het verleden werd gebruikt voor trainingsdoeleinden.
Figuur 3-5. Reservoir kaart met de reservoirlocaties van de putten als cirkels waarbij de producerende gasputten in geel, de
gesuspendeerde putten in grijs, de geabandonneerde putten in zwart en de huidige waterinjectieput in blauw zijn aangegeven. De
wellsites zijn gemarkeerd als roze vierkanten. Wellsite namen in roze, put namen in zwart.
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 15
Aardgasproductie Schoonebeek gasveld
Het aardgas uit het Schoonebeek gasveld wordt vanaf de locaties SCH-313 en SCH-447 gewonnen. Het
gewonnen aardgas wordt via bestaande infrastructuur naar het landelijke Gasunie netwerk
getransporteerd. Winning in dit gebied vindt sinds 1957 plaats. Tot eind 2021 is in totaal
9.739 miljoen Nm3 aardgas uit het Schoonebeek gasveld geproduceerd. NAM verwacht nog tussen de 30
tot 100 miljoen Nm3 aardgas te winnen over de periode 2022-2031, afhankelijk van het productiescenario.
De daadwerkelijke productie hangt af van hoe goed de putten kunnen blijven produceren in combinatie
met de waterinjectie in het gasveld, de zuurgraad van het gewonnen aardgas en de aardgasprijs.
De oorspronkelijke druk in het gasreservoir bedroeg 358 bar (op 3.000 meter diepte). Ten gevolge van de
aardgasproductie is de druk inmiddels afgenomen tot ongeveer 80 bar. Het is de verwachting dat na
beëindiging van de aardgaswinning de resterende druk in het gasveld ongeveer 70 bar bedraagt, in het
geval dat er geen water geïnjecteerd zou worden.
Figuur 3-6. Historische gasproductie uit het Schoonebeek Zechstein reservoir.
Gaswinning in de toekomst op locatie SCH-313 en op locatie SCH-447
Het Schoonebeek gasveld bevat aardgas van ‘midden zuur’ gehalte. Dit aardgas kan niet afgeleverd
worden aan het Gasunie netwerk zonder verdere behandeling of vermenging met ‘zoet gas’. Daarvan is er
momenteel onvoldoende beschikbaar in de aangesloten leidingen, waardoor de SCH-gasputten veelal
niet produceren. Er is een plan om medio 2023 wel voldoende ‘zoet gas’ te hebben om het Schoonebeek
gasveld weer structureler te kunnen produceren. Als gevolg hiervan wordt er rekening gehouden met
gasproductie op zowel de locatie SCH-313 als de locatie SCH-447.
Aardgasproductie in combinatie met waterinjectie Schoonebeek gasveld
Ten tijde van de Schoonebeek Herontwikkeling en de Herafweging 2016 werd er nog tot zo’n
300.000 m3/d gas geproduceerd uit het Schoonebeek gasveld. Maar sinds de operatie van de Gas
Zuiverings Installatie (GZI) in Emmen economisch onrendabel werd en deze begin 2018 werd gesloten, is
het overgebleven gasproductie potentieel van het Schoonebeek gasveld zeer beperkt. Door het relatief
hoge zwavelwaterstof (H2S)-gehalte in het Schoonebeek gasveld is zeer beperkt capaciteit binnen het
overgebleven productiesysteem om dit te verwerken. In combinatie met hoge waterproductie in de putten
kan gasproductie alleen intermitterend plaatsvinden. Echter, mogelijk ontstaan er door de huidige hoge
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 16
gasprijzen in de toekomst nog mogelijkheden om het zure gas deels weg te mengen met minder zuur gas
uit andere velden die voorheen niet langer economisch rendabel waren.
Gegeven de specifieke reservoirstructuur van het Schoonebeek gasveld denkt NAM dat er een
mogelijkheid is om de gasproductie voortgang te laten vinden nadat injectie van het injectiewater
afkomstig van oliewinning is gestart. Hier is al op beperkte schaal ervaring mee opgedaan. Het
injectiewater geassocieerd met NAM’s gaswinning in Oost-Nederland wordt vanaf 2010 geïnjecteerd in
het Schoonebeek gasveld. Injectie vindt momenteel plaats aan de zuidkant van het Schoonebeek gasveld
in put SCH-597 op locatie SCH-447 en in put ENZ-7 (in Duitsland), welke zijn afgeschermd van de gas
productieputten door breuken en laaggelegen delen van het reservoir. In een eerder stadium 2010-2014
werd 0,36 miljoen m3 geïnjecteerd in put SCH-580, welke laag op de oostflank ligt van het noordelijke deel
van het gasveld, ver weg van de gas productieputten. De NAM-injectie is afgenomen van rond de 200
m3/dag in de periode 2010-2017 tot zo’n 60 m3/dag sinds het sluiten van de GZI in 2018. De injectie in
Duitsland vanaf eind 2013 zit gemiddeld rond de 300 m3/dag.
Mogelijke effecten in het Duitse deel van het Schoonebeek gasreservoir
Aan de Duitse zijde van het Schoonebeek gasreservoir vindt momenteel geen gasproductie meer plaats,
de putten zijn uitgewaterd. Er wordt 1 voormalige gasproductieput gebruikt voor waterinjectie. Tot op
heden is de totale waterinjectie in het Schoonebeek gasveld (zowel aan Duitse als Nederlandse zijde)
dermate laag in relatie tot het totale gasvolume dat er wel lokaal drukeffecten zijn gezien, maar geen
significante drukeffecten zijn geobserveerd door het gehele veld. De huidige cumulatieve waterinjectie is
minder dan 2 miljoen m3, wat zo’n 2 bar drukstijging oplevert in het veld8. Dit valt binnen de
meetnauwkeurigheid van de reservoirdruk, die wordt beïnvloed door lokale effecten van productie en
injectie. Er gelden regels dat de druk nooit hoger mag worden dan de oorspronkelijke reservoirdruk.
De drukopbouw in het zuidelijke blok (dat doorloopt tot in Duitsland) wordt in Nederland gemeten in een
tweetal putten (SCH-597 en SCH-591) en bij afwijkende drukopbouw kan worden bijgestuurd. De putten in
Duitsland liggen weer verder naar het zuiden. Met de operator aan de Duitse zijde worden gegevens
uitgewisseld op vertrouwelijke basis, wat NAM in staat stelt om de eventuele effecten van waterinjectie op
de Duitse kant te monitoren. Een lichte drukverhoging kan voor de eventuele toekomstige gasproductie
aan Duitse zijde voordelig zijn. De kans dat water dat wordt geïnjecteerd aan de noordkant van het
Schoonebeek veld het Duitse grondgebied instroomt (ruim 2 km zuidelijker) is vanwege de afstand
verwaarloosbaar klein.
8 Als een eerste orde benadering wordt de compressibiliteit van het systeem gegeven door: c = 1/V·V/p
Uit de drukdata blijkt dat er wel lokale effecten zijn bij injectie, maar dat deze op termijn uitmiddelen over het gehele gasveld.
Het totale gasvoorkomen is grofweg 16 mrd Nm3 oftewel 70 mln Rm3 (V) gegeven de gas expansie factor van 230 Nm3/Rm3. Bij de
huidige reservoirdruk van rond de 80 bar is de gascompressibiliteit rond de 1.25·10-2 1/bar (c). Een water injectievolume van 2 mln
m3 (V) geeft zo’n 2 bar drukstijging (p).
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 17
4 Kenmerken van het project
De toets naar milieugevolgen vindt plaats aan de hand van de criteria van Bijlage III, van de EU-richtlijn
m.e.r. Hoofdstuk 4 en 5 gaan in op deze criteria in relatie tot waterinjectie in Drenthe. Bij de kenmerken
van de projecten moet in het bijzonder in overweging worden genomen (Bron: Bijlage III EU richtlijn
milieubeoordeling projecten):
• De omvang van het project
• De cumulatie met andere projecten
• Gebruik van natuurlijke hulpbronnen
• De productie van afvalstoffen
• Verontreiniging en hinder
• Risico van ongevallen, vooral gelet op de gebruikte stoffen of technologieën.
4.1 Voorgenomen activiteit
NAM heeft het voornemen de locaties SCH-313, SCH-447 en/of SCH-580 in te zetten voor waterinjectie.
De voorgenomen activiteit is weergegeven in Figuur 1-1. Op de drie locaties zijn in totaal vier putten
operationeel. Uitgangspunt is een totaal benodigde waterinjectiecapaciteit voor het optimaal functioneren
van de oliewinning van 6.500 m3 per dag. De locaties worden aangesloten op de huidige
injectiewaterleiding naar Twente. Bij de voorgenomen activiteit wordt de gefaseerde aanpak gevolgd zoals
beschreven in paragraaf 2.2. De voorgenomen activiteit bestaat zodoende uit de volgende onderdelen:
• Aanpassing locaties, gereed maken voor waterinjectie
• Boren nieuwe putten
• Aanleg verbindingssegmenten tussen de locaties en de huidige injectiewaterleiding
• Operationeel hebben van de locaties.
4.2 Wijze van uitvoeren
Materiaalkeuze
De nieuwe pijpleidingen zullen van GRE gemaakt zijn. De leidingen en waterinjectieskids worden van
roestvaststaal (Duplex) gemaakt zijn. Een waterinjectieskid is een metalen frame waarop de pomp en
meet- en regelinstrumenten staan. De waterinjectieskid is vergelijkbaar met de huidige op de Twente
locaties. De nieuwe waterinjectieputten zijn voorzien van GRE lined tubing. Als gevolg hiervan hoeft er
geen corrosieremmer te worden toegevoegd aan het injectiewater.
4.2.1 Ombouw locatie SCH-313
Op de locatie SCH-313 vindt nog geen waterinjectie plaats, dus zal de bestemming voor de locatie
aangepast moeten worden. De huidige gaswinlocatie SCH-313 zal een centrale rol krijgen in het verdelen
van het injectiewater dat vrijkomt bij de gas- en oliewinning in de regio Zuidoost Drenthe. Het voornemen
is om het injectiewater van de oliewinning vanaf locatie SCH-313 te gaan injecteren in het Schoonebeek
gasveld (en vanaf locatie SCH-447, zie volgende paragraaf). Op locatie SCH-313 vindt daarnaast tijdelijk
nog gaswinning plaats, die gedurende een periode wordt voortgezet naast de waterinjectie.
Figuur 4-1 geeft een vergroting van de kaart met de voorgenomen activiteit op locatie SCH-313. Een
detailkaart met de voorgenomen inrichting staat in Bijlage 1-1.
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 18
Figuur 4-1. Voorgenomen activiteit op locatie SCH-313
Verdeelstation
• Er komt een centraal verdeelstation op de locatie, waar het injectiewater vanuit de OBI en het
injectiewater van de gaswinning samen komen. Vanuit het verdeelstation kan injectiewater naar de
waterinjectieputten op locatie SCH-313 worden geleid of naar de andere injectielocaties (SCH-447 of
de extra locatie SCH-580) worden getransporteerd.
• Voor de installaties is het van belang dat er voldoende capaciteit is op het elektriciteitsnet. Dit vergt
twee nieuwe kabels naar een nabijgelegen Enexis station of naar de bestaande eigen NAM-ringleiding
met een aansluiting tussen locaties SCH-2000 en SCH-2300 (ongeveer 1.360 m).
Leidingsegmenten
Nabij de locatie worden de volgende leidingsegmenten aangelegd:
• Er komt een verbinding met de bestaande injectiewaterleiding naar Twente. Dit is een relatief kort
segment van enkele tientallen meters. Hiervoor dient de bestaande injectiewaterleiding aangepast te
worden.
Putten
• Een van de bestaande putten wordt de komende jaren nog gebruikt voor gaswinning. In deze
m.e.r.-beoordeling zijn de milieueffecten van twee situaties onderzocht:
o Periode waarin gaswinning plaatsvindt
o Periode waarin geen gaswinning meer plaatsvindt op locatie SCH-313.
• Twee gasputten worden nieuw geboord.
• Het is de verwachting dat de twee putten op deze locatie samen ongeveer 4.000 m3 per dag kunnen
injecteren.
Waterinjectieskids
• Voor de injectie van injectiewater komt op de locatie per put een waterinjectieskid te staan.
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 19
4.2.2 Ombouw locatie SCH-447
Op de locatie SCH-447 vindt momenteel waterinjectie plaats van injectiewater afkomstig van gaswinning.
Dit zal worden uitgebreid met injectiewater afkomstig van de olieproductie. De locatie krijgt een aansluiting
direct op de injectiewaterleiding naar Twente. Er is doorvoer mogelijk naar locatie SCH-580. Op de locatie
is ruimte om twee aanvullende putten te boren.
Figuur 4-2 geeft een vergroting van de kaart met de voorgenomen activiteit op locatie SCH-447. Een
detailkaart met de voorgenomen inrichting staat in Bijlage 1-2.
Figuur 4-2. Voorgenomen activiteit op locatie SCH-447
Verdeelstation
• Er komt een centraal verdeelstation op de locatie, waar het injectiewater vanuit de OBI komt. Vanuit
het verdeelstation kan injectiewater naar de waterinjectieputten op de locatie worden geleid, of
doorgevoerd naar locatie SCH-580.
• Voor de installaties is het van belang dat er voldoende capaciteit is op het elektriciteitsnet. Dit vergt
twee nieuwe kabels naar een nabijgelegen Enexis station of naar de bestaande eigen NAM-ringleiding
tussen OBI en locatie SCH-2600 (ongeveer 650 m).
Leidingsegmenten
• Locatie SCH-447 wordt rechtstreeks aangesloten op de bestaande injectiewaterleiding die vlak langs
deze locatie loopt. Er komt hiervoor een verbinding met de injectiewaterleiding. Dit is een relatief kort
segment van enkele tientallen meters. Hiervoor dient de bestaande injectiewaterleiding aangepast te
worden.
• Voor de aansluiting van SCH-580 komt er een nieuwe (10 inch) leiding vanaf locatie SCH-447 naar
locatie SCH-580 naast de bestaande leiding.
Putten
• Er worden twee nieuwe putten geboord.
• Het is de verwachting dat de twee putten samen ongeveer 4.000 m3 per dag kunnen injecteren.
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 20
Waterinjectieskids
• Voor de injectie van injectiewater komt per put een waterinjectieskid te staan.
4.2.3 Ombouw locatie SCH-580
Het is de voorkeur van NAM dat op de locaties SCH-313 en SCH-447 voldoende injectieputten
beschikbaar komen voor de volledige waterinjectie. Mocht dit vanwege technische of andere redenen
beperkt zijn, dan is het voornemen gebruik te maken van extra locatie SCH-580. Figuur 4-3 geeft een
vergroting van de kaart met de voorgenomen activiteit op locatie SCH-580. Een detailkaart met de
voorgenomen inrichting staat in Bijlage 1-3.
Figuur 4-3. (optioneel) voorgenomen activiteit op locatie SCH-580
Leidingsegment
• Er komt een nieuwe (10 inch) leiding vanaf locatie SCH-447 naar locatie SCH-580
• Voor de installaties is het van belang dat er voldoende capaciteit is op elektriciteitsnet. Dit vergt een
nieuwe kabel naar SCH-447 (die weer met OBI is verbonden) langs hetzelfde tracé als de nieuwe
pijpleiding.
Putten
• Het vervangen van de huidige injectieput door een nieuw te boren put.
• Indien nodig worden maximaal twee nieuwe putten geboord.
Waterinjectieskids
• Voor de injectie van injectiewater komt per put een waterinjectieskid te staan.
• Voor de installaties is het van belang dat er voldoende capaciteit is op elektriciteitsnet. Dit vergt een
nieuwe kabel naar SCH-447 (die weer met OBI is verbonden).
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 21
4.3 Boren van nieuwe putten
Elektrisch boren en vrachtverkeer
Nieuwe putten worden elektrisch geboord met een zogenaamde land light rig (LLR) zoals de Synergy-2 of
vergelijkbaar. De duur van een boring per put is 60 dagen. De aan- en afvoer van benodigd
materieel/materiaal zal plaatsvinden door middel van wegtransporten via een vooraf vastgestelde route.
De aan- en afvoer van de mobiele onderhoudsinstallatie zal ongeveer 100 vrachtbewegingen bedragen.
Met de aanvoer en het opbouwen van de installatie zijn ongeveer 10 dagen gemoeid. Tijdens het boren
van de putten zijn er ongeveer 5 vrachten per dag nodig. Voor een gedoseerde aanvoer van het
vrachtverkeer kan gebruik worden gemaakt van een tijdelijke afroepplek op het industrieterrein in
Schoonbeek. Zodoende zullen er geen opstoppingen ontstaan van vrachtverkeer ter plekke van de
locatie. Transportbewegingen zullen zoveel mogelijk plaatsvinden tijdens de dagperiode en beperkt in de
avondperiode volgens de wettelijke vereisten rond geluid.
Uitvoering van de elektrische boring
De boring van een put vindt plaats met behulp van een mobiele en demontabele boorinstallatie.
Een elektrisch aangedreven motor boven in de boorinstallatie (topdrive) zorgt voor de aandrijving van de
boorbeitel onder in het boorgat. In de topdrive is een meeneemstang bevestigd met daaronder de
boorstang. De boorstang bestaat uit een serie aan elkaar geschroefde holle boorpijpen en is aan de
onderkant voorzien van de boorbeitel. Door het gewicht van de pijpen boort de boorstang zichzelf de
grond in. Is de lengte van de boorstang geboord, dan stopt het boren en wordt een nieuwe boorpijp aan
de boorstang geschroefd. Zo groeit de lengte van de boorstang met de diepte van het geboorde gat.
Tijdens het boren wordt continu boorspoeling door de holle boorstang naar beneden gepompt. Deze
vloeistof brengt het door de beitel vermalen gesteente (boorgruis) tussen de boorstang en boorwand door
naar de oppervlakte. Het boorgruis wordt met behulp van schudzeven, hydrocyclonen en centrifuges uit
de boorspoeling gehaald, in bakken opgevangen en voor verwerking afgevoerd naar een daartoe
geëigende en bevoegde be-/verwerkingsinrichting.
De boorspoeling wordt hergebruikt en via een gesloten systeem weer in de boorpijpen gepompt. Op het
boorgat zijn veiligheidsafsluiters (blow-out preventors) aangebracht die op elk moment, eventueel van
afstand, gesloten kunnen worden. Om te voorkomen dat het boorgat instort, wordt het boren een aantal
keren gestopt om het boorgat te verbuizen met stalen bekledingsbuizen (ook wel ‘casing’ genoemd). De
ruimte tussen buizen en boorgat wordt met cement gevuld waardoor een hechte en ondoordringbare
verbinding ontstaat. De diepte van het boorgat en de aard, de dikte en de samenstelling van de aardlagen
bepalen de lengte waarover en het aantal malen dat er bekledingsbuizen wordt aangebracht. Iedere
nieuwe serie bekledingsbuizen is smaller dan de voorgaande serie.
Moet van boorbeitel worden gewisseld, vanwege slijtage of het toepassen van een kleinere diameter, dan
wordt ook de gehele boorstang naar boven gehaald en in delen van steeds drie boorstangen uit elkaar
geschroefd alvorens met een nieuwe beitel verder geboord kan worden. Daarna wordt er een
‘productiebuis’ (tubing) in de put geplaatst en wordt de put afgesloten met een ‘X-mas tree’ welke bestaat
uit een samenstelling van afsluiters. De put wordt achtergelaten met conserverende vloeistoffen en kan
nog niet in gebruik worden genomen. Na afronding van de werkzaamheden en demontage van de
boorinstallatie wordt het terrein gereinigd.
Ingebruikname van de put
Om de put in gebruik te kunnen nemen wordt de conserverende vloeistof verwijderd. De vloeistof wordt
door middel van stikstof gelift en opgevangen in een aparte tank. Daarna wordt de conserverende
vloeistof afgevoerd naar een daartoe geëigende en bevoegde be-/verwerkingsinrichting. Om verbinding te
krijgen met het reservoir wordt de put geperforeerd met behulp van een mobiele installatie. Vervolgens
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 22
kan de put getest worden. Na het aansluiten van de benodigde leidingen op de injectie-installatie, kan de
put in gebruik genomen worden.
Hulpstoffen tijdens boorwerkzaamheden
Bij het boren van putten en het cementeren van de verbuizing worden boorspoeling, boorchemicaliën en
cement gebruikt. De samenstelling en hoeveelheid worden nauwkeurig afgestemd op de te doorboren
aardlagen en het boorprogramma. Ten tijde van het opstellen van de vergunningaanvraag kan nog niet
exact worden opgegeven welke en hoeveel chemicaliën zullen worden gebruikt. Dit zal worden
opgegeven volgens Mijnbouwregeling artikel 8.2.1.1 onder b (werkprogramma voor boorgaten op land).
Uit milieuoverwegingen wordt de boring gestart met een boorvloeistof op waterbasis (‘water based mud’,
WBM). Deze boorvloeistof bestaat voornamelijk uit water, zout, verdikkingsmiddelen en een
verzwaringsmiddel (bariet). Voor de diepere boorsecties wordt indien noodzakelijk om technische redenen
een boorvloeistof op oliebasis toegepast (’oil based mud’, OBM). Water of basisolie dienen als
hoofdbestanddeel voor het aanmaken van de boorvloeistof. Om de boorvloeistof de eigenschappen te
geven die het voor de boring nodig heeft worden diverse producten toegevoegd, afhankelijk van de
eigenschappen die op dat moment nodig zijn. De benodigde eigenschappen zijn afhankelijk van de
verwachte drukken en aard van de te doorboren aardlaag.
Hulpstoffen tijdens het boren
Tijdens de boring van een put worden de volgende boorvloeistoffen en -chemicaliën (of gelijkwaardig)
verbruikt. De genoemde spoeling types en hoeveelheden zijn ingeschat op basis van standaard operaties
en ervaringen met voorgaande boringen en zijn daarmee indicatief. In het werkprogramma zullen verdere
details van de mijnbouwhulpstoffen worden opgenomen (als per Mijnbouwregeling artikel 8.2.1.1b):
▪ 500 m3 KPM (Kalium Polymer Mud); een boorspoeling op waterbasis voor de eerste sectie;
▪ 850 m3 VCM (Versa Clean Mud); een boorspoeling op oliebasis voor de middelste secties
(overgebleven/gebruikte spoeling wordt teruggeleverd aan de leverancier);
▪ 280 m3 Versapro Mud; een boorspoeling op oliebasis die is opgewogen met calciumcarbonaat in
plaats van bariet, voor het boren van de reservoir sectie (deze spoeling wordt na gebruik weer terug
geleverd aan de leverancier);
▪ 250 ton diverse boorchemicaliën om de boorspoeling binnen specificatie te houden en/of aan te
passen naar de benodigde specificaties voor de te boren aardlaag;
▪ 180 ton cement om de stalen verbuizing vast te cementeren en de verschillende gesteentelagen
gescheiden te houden;
▪ 50 m3 kaliumchloride-brine; een zout water-oplossing die wordt achtergelaten als conserverende
vloeistof totdat de put in gebruik genomen wordt.
Watergebruik
Per boring wordt 400 tot 1000 m3 water gebruikt hoofdzakelijk als spoelwater voor het schoonspoelen of
afspuiten van de apparatuur op de locatie of de verharding.
4.4 Samenstelling van het te injecteren water
Het injectiewater is samengesteld uit de volgende deelstromen:
• Formatiewater: het van nature aanwezige water in het oliereservoir, dat met de olie mee wordt
opgepompt
• Condenswater: de geïnjecteerde en nadien gecondenseerde stoom die bij de winput terecht komt
• Mijnbouwhulpstoffen: toegevoegd in de put, voor transport van het oliewatermengsel naar de OBI, in
de OBI voor het scheidingsproces en in het injectiewater om de afvoerleidingen en injectieputten te
beschermen
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 23
• Overige waterstromen: zoals olie-waswater uit het scheidingsproces.
Bij de start van de oliewinning was er geen deelstroom condenswater. In de loop van de tijd neemt deze
toe naarmate er meer stoominjectie heeft plaatsgevonden en het condenswater naar de productieput
wordt gezogen. Onder andere door de toename van de deelstroom condenswater, verandert de
samenstelling van het injectiewater over de loop van de jaren. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar in de afname
van het zoutgehalte en in de stijging van andere stoffen. Daarbij zal binnen de grenzen van de Eural
classificatie voor “ongevaarlijk gevaarlijk” afval worden gebleven. Tabel 4-1 geeft een overzicht van de
samenstelling van het injectiewater.
Tabel 4-1. Overzicht samenstelling injectiewater
Parameter Eenheid
Verwachte
maximale waarde
(vergunning 2010)
Gemiddelde gemeten waarde
2015 2020
pH (eenheden) - 4 – 9 6,5 5,9
Temperatuur °C 50 33 34
Total Dissolved Solids mg/l 200.000 44.000 28.300
Total Suspended Solids mg/l 100 37 29
Natrium (Na+) mg/l 40.000 12.000 8.100
Magnesium (Mg2+) mg/l 2.500 420 280
Barium (Ba2+) mg/l 250 19 12
Arseen (As) mg/l 0,025 0,01 <0,01
Kwik (Hg) mg/l 0,005 <0,0001 <0,001
Zwavelwaterstof (H2S)1 mg/l 15 1,4 5
IJzer (totaal Fe2+ en Fe3+) mg/l 50 7,9 10
Kalium (K+) mg/l 1.000 120 120
Strontium (Sr2+) mg/l 2500 250 180
Chloride (Cl-) mg/l 90.000 23.000 16.000
Sulfaat (SO42-) mg/l 50 <19 <10
Bicarbonaat (HCO3-) mg/l 1000 710 210
Koolstofdioxide (CO2) mg/l 500 5953 410
Zuurstof (O2) mg/l 0,05 <0,01 <0,01
Olie en vetten mg/l 100 13 22
Cadmium (Cd) mg/l 0,25 <0,001 <0,001
Koper (Cu) mg/l 1 <0,001 <0,01
Monoethylene Glycol (MEG) mg/l 750 <200 <100
Diethylene Glycol (DEG) mg/l 750 <200 <100
Triethylene Glycol (TEG) mg/l 750 <200 <100
Ethylbenzeen (C8H10) mg/l 0,5 0,2 0,2
Tolueen (C6H5CH3) mg/l 1 1,23 1,13
Chroom (Cr) mg/l 0,25 <0,005 <0,005
P r o j e c t g e r e l a t e e r d
27 januari 2023 M.E.R.-BEOORDELING WATERINJECTIE
SCHOONEBEEK
BF5299-IB-RP-230127 24
Parameter Eenheid
Verwachte
maximale waarde
(vergunning 2010)
Gemiddelde gemeten waarde
2015 2020
Benzeen (C6H6) mg/l 5 1,5 1,3
Lood (Pb) mg/l 2 <0,01 <0,01
26 juni 2024 | 3 MB | Hoort bij dossier Woo-verzoek, Stop Afvalwater Schoonebeek 23 april 2023