Projectplan TNO MKBA oliewinning Schoonebeek
Inleiding
De Tweede Kamer heeft de regering via de motie Bromet c.s. (Kamerstuk 33529-936) opgeroepen
om een maatschappelijke kosten- en batenanalyse (MKBA) uit te voeren naar de oliewinning in
Schoonebeek. Het dictum van de motie luidt als volgt:
“verzoekt de regering om een breed opgezette maatschappelijke kosten- en batenanalyse op basis
van het bredewelvaartsbegrip in opdracht te geven naar de beste lange termijn opties voor de
oliewinning in Schoonebeek, met daarin nadrukkelijk de lokale belangen van Drenthe en Twente en
die van toekomstige generaties,”.
Via de motie Kröger (Kamerstuk 36072-5) wordt de regering ook gevraagd om in de MKBA
rekening te houden met de recente ontwikkelingen rondom gas en de situatie in Oekraïne. Het
dictum van deze motie luidt als volgt:
“verzoekt de regering de oliewinning in Schoonebeek mee te nemen in de
energiebesparingsplannen van het kabinet;
verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat in de op te stellen MKBA over de oliewinning in
Schoonebeek en de beleidsuitgangspunten in het afwegingskader de recente ontwikkelingen
rondom gas en de situatie in Oekraïne mee worden genomen,”
Tijdens interpellatiedebat van 12 april jl. is door het lid Kröger specifiek aandacht gevraagd voor de
hoeveelheden aardgas die gebruikt worden om de olie te winnen en dat de geactualiseerde prijzen
van aardgas meegenomen dienen te worden in de MKBA.
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) vraagt TNO om de MKBA opstellen in
samenwerking met een extern adviesbureau. In dit projectplan wordt een omschrijving gegeven
van de op te stellen MKBA.
Nulalternatief en beleidsalternatieven
In een MKBA wordt voor een beleidsvoorstel in beeld gebracht wat de positieve en negatieve
effecten zijn voor de hele samenleving. In de Algemene leidraad voor MKBA’s1 wordt aangegeven
welke eisen aan de verschillende onderdelen van een MKBA worden gesteld. Aan TNO wordt
daarom ook gevraagd om rekening te houden met de voorschriften en richtlijnen uit de algemene
MKBA-leidraad.
Een MKBA begint met de probleemanalyse, een nulalternatief (de meest waarschijnlijke
ontwikkeling zonder beleid), en beleidsalternatieven (de te onderzoeken maatregelen). Het
geconstateerde probleem en de aanleiding van de motie zijn de zorgen over de injectie van
productiewater in oude gasvelden in Twente. In de motie Mulder (Kamerstuk 33529-922) wordt de
regering verzocht om een besluit te nemen over een alternatieve wijze van verwerking van het
productiewater uit Schoonebeek. Daarnaast wordt de regering in de motie verzocht om de
waterinjectie in Twente per direct op te schorten, in afwachting van een besluit naar aanleiding van
de herevaluatie van NAM over de verwerking van het productiewater. In reactie op deze motie
heeft de staatssecretaris van EZK aangegeven gemotiveerd te zijn om een alternatief voor de
waterinjectie in Twente te vinden, maar ook dat NAM een vergunning heeft voor het injecteren van
productiewater in Twente. Zolang iemand een vergunning heeft en aan de voorwaarden voldoet is
er geen rechtsgrond om de activiteiten die onder vergunning vallen stop te zetten (Kamerstuk
33529-949).
Beleidsmaatregelen zijn nodig om tot een alternatief te komen voor de verwerking van het
productiewater. Het nulalternatief in deze MKBA is daarom het verwerken van productiewater van
de oliewinning uit Schoonebeek door het te injecteren in oude gasvelden in Twente. Aan TNO wordt
gevraagd om de effecten van de volgende beleidsalternatieven in beeld te brengen:
1. Het stoppen van de oliewinning in Schoonebeek
1 https://www.cpb.nl/sites/default/files/publicaties/download/cpb-pbl-boek-10-algemene-leidraad-voor-
maatschappelijke-kosten-batenanalyse.pdf
2. Het injecteren van productiewater in de diepe ondergrond in Schoonebeek, hierbinnen zijn
verschillende varianten:
a. Het injecteren op 3000 meter diepte in oude gasvelden in Schoonebeek
b. Het injecteren op 900 meter diepte in het olieveld Schoonbeek
c. Exporteren van productiewater naar Duitsland ten behoeve van de Duitse
olieproductie
3. Het zuiveren of scheiden van het productiewater aan de oppervlakte, waarbij het
productiewater wordt gezuiverd tot een stroom die op het oppervlaktewater kan worden
geloosd.
4. Een hybride variant tussen (2) en (3) waarbij het productiewater wordt ingedikt tot een
zoetwater stroom en een ‘zoutere’ waterstroom die retour geïnjecteerd wordt in de diepe
ondergrond.
Effecten, kosten en baten
Gezien de beperkte doorlooptijd zullen de effecten bepaald worden op basis van vuistregels en
kengetallen. Oftewel er zal een kengetallen-KBA worden uitgevoerd.
Het is aan TNO om te bepalen welke effecten, kosten en baten onderdeel zijn van de MKBA.
Elementen die meegenomen kunnen worden zijn:
Veiligheid: de risico’s van de oliewinning en de waterinjectie
Het gevoel van veiligheid en belevingseffect
De economische impact, o.a. de werkgelegenheid
De leefbaarheid van de omgeving Schoonebeek en de omgeving Twente
De impact op natuur en landschap
Milieueffecten
De energievoorzienings- en leveringszekerheid
Emissies/klimaat
Geluid en luchtkwaliteit
Kosten van de oliewinning, o.a. het gebruik van aardgas met geactualiseerde prijzen
Energieverbruik en energiewinst
In de motie wordt daarnaast specifiek aandacht gevraagd voor de lokale belangen van Twente en
Drenthe en de belangen van toekomstige generaties. Aan TNO wordt daarom gevraagd om de
lange termijn effecten en de effecten op de regio’s Twente en Drenthe duidelijk in beeld te
brengen.
Bovenstaande sluit ook bij het begrip brede welvaart. In een eerdere motie van de Tweede Kamer
is de regering verzocht om de Algemene MKBA-leidraad vanuit het concept brede welvaart te
evalueren. In reactie op deze motie hebben de ministeries van Financiën en van EZK een rapport
opgesteld, waarin de MKBA leidraad vanuit het concept brede welvaart is geëvalueerd en waarin
enkele aandachtspunten zijn geïdentificeerd.2 Genoemde aandachtspunten zijn onder andere het
vermelden van grensoverschrijdende effecten, het duidelijker in beeld brengen van de lange
termijn effecten en het meenemen van (her)verdelingseffecten.
Proces en betrokkenheid stakeholders
Betrokken stakeholders bij de MKBA zijn de gemeenten Coevorden en Emmen, de provincie
Drenthe, het Waterschap Vechtstromen, de NAM, en het ministerie van EZK. Aan TNO wordt
gevraagd om deze partijen te betrekken bij de totstandkoming van de MKBA in verschillende fases
van het traject. Waar nodig kan EZK faciliteren in het contact leggen met deze verschillende
stakeholders.
Specifiek zijn er twee fases waarin aan TNO wordt gevraagd om de hierboven beschreven
stakeholders te betrekken:
Aan TNO wordt gevraagd om een onderzoeksplan op te stellen met daarin een beschrijving
van het nulalternatief, de beleidsalternatieven en de te onderzoeken effecten, kosten en
baten. Met daarin ook een beschrijving van de wijze waarop de effecten, kosten en baten
2 Kamerbrief invulling motie Sneller c.s. over Maatschappelijke Kosten Baten Analyse | Kamerstuk |
Rijksoverheid.nl
worden vastgesteld en gekwantificeerd. TNO wordt verzocht om de stakeholders feedback
te vragen op het onderzoeksplan. Het doel hiervan is om een zo compleet mogelijk beeld te
hebben van de effecten die meegenomen dienen te worden en of de gedane aannames
realistisch zijn.
Aan TNO wordt daarnaast gevraagd om een conceptversie van de MKBA op te leveren en
deze voor te leggen aan de stakeholders voor een controle op feitelijke onjuistheden en
voor vragen over onduidelijkheden.
Tijdpad
De totale doorlooptijd is naar verwachting ongeveer 5 maanden. Het doel is om eind september
een afgeronde MKBA te kunnen presenteren. In ieder geval moet zicht zijn op de belangrijkste
effecten van de beleidsalternatieven. Planning van de verwachte producten:
Eind juni wordt het conceptonderzoeksplan besproken met de stakeholders. EZK zal dit
overleg inplannen.
In september worden de eerste resultaten besproken met de stakeholders.
Eind september oplevering eindversie MKBA
26 juni 2024 | 416.11 KB | Hoort bij dossier Woo-verzoek, Stop Afvalwater Schoonebeek 23 april 2023