Home
Woo-verzoeken

Woo-verzoeken

1769 resultaten worden getoond
PDF20200608_i-3-b-bijlage_brief_nam_geredigeerd.pdf
26 juni 20241.33 MBHoort bij dossier Woo-verzoek, Stop Afvalwater Schoonebeek 23 april 2023
Download PDF
PDF20221222_20221220_db_vstl_bijdragenregelingen_vs_a_geredigeerd.pdf
2 delfstofwinning hoofdzakelijk terecht bij de mijnbouwonderneming en in de staatskas, maar nauwelijks in het gebied waar de mijnbouwactiviteit plaatsvindt. Maar op dit punt is een kentering zichtbaar. Steeds vaker nemen mijnbouwondernemingen het initiatief om een deel van de opbrengsten te laten terugvloeien naar het gebied waar de mijnbouwactiviteit plaatsvindt. Dit gebeurt in de vorm van bijdragenregelingen. Het is niet ondenkbaar dat deze ontwikkeling gangbare praktijk wordt, zoals inmiddels ook bij windparken het geval is. Lokale en regionale overheden, zoals gemeenten en provincies, zijn doorgaans ‘aan de voorkant’ betrokken bij het opstellen van de bijdragenregelingen. Dit betreft de fase waarin onder andere vorm en inhoud wordt gegeven aan de financiële omvang van de regeling, de bestedingsdoelen, de juridische entiteit van de regeling (bijvoorbeeld een gebiedsfonds) en de governance ervan (bijvoorbeeld een stichting). Voorliggend besluit geeft antwoord op de vraag in hoeverre Waterschap Vechtstromen in de fase waarin bijdragenregelingen worden opgesteld een rol wil spelen. V. Alternatief voorstel Niet van toepassing. VI. Argumenten 1.1 Onze rol als onafhankelijk adviseur van het ministerie van EZK staat voorop. Op grond van de Mijnbouwwet hebben wij een wettelijke adviesrol richting het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. In onze advisering stellen we steeds het waterbelang centraal: we beoordelen in hoeverre de voorgenomen activiteit van invloed is op de uitoefening van onze kerntaken. Eventuele betrokkenheid bij het opstellen van bijdragenregelingen, hoe zorgvuldig ook, achten wij niet congruent met deze adviesrol. Door geen actieve bijdrage te leveren aan de totstandkoming van bijdragenregelingen kunnen wij goed positie houden als onafhankelijk adviesorgaan. 1.2 Het waterschapswerk staat doorgaans wat verder af van de doelstellingen van bijdragenregelingen. De bijdragenregelingen zijn bedoeld voor een rechtstreekse impuls van het gebied waar de mijnbouwactiviteit plaatsvindt. Vaak gaat het om initiatieven op sociaaleconomisch terrein. Dat is het werkterrein van provincies en gemeenten. 1.3 Ook zonder actieve deelname ‘aan de voorkant’ kunnen wij op een later moment desgewenst een beroep doen op de bijdragenregeling. Wanneer wij in de toekomst plannen mochten hebben die voldoen aan de criteria van de bijdragenregeling, dan kunnen wij -na bestuurlijke instemming- een verzoek tot (co)financiering uit de bijdragenregeling indienen. Dat doen wij in zo’n geval vanuit een rol als initiatiefnemer, of door initiatieven van partners te ondersteunen. Kanttekening hierbij is dat de kans om daadwerkelijk middelen toegewezen te krijgen groter is wanneer wij “aan de voorkant” betrokken zouden zijn bij het opstellen van de regeling. 3 1.4 Wij zien voor onszelf geen rol weggelegd in de governance van bijdragenregelingen. Actieve betrokkenheid bij het opstellen van bijdragenregelingen impliceert ook een mogelijke betrokkenheid bij de governance ervan. Bijdragenregelingen zijn bedoeld als compensatie voor overlast; het idee is dat de bijdragen ten bate komen van partijen die recht hebben op wederkerigheid. Dus zou de omgeving -binnen de kaders van de regeling- moeten bepalen wat er met de beschikbare middelen gebeurt. Dat roept de vraag op wie ‘de omgeving’ eigenlijk vertegenwoordigt. Wie krijgt het mandaat om besluiten te nemen over de bestedingen en hoe wordt gewaarborgd dat dit zorgvuldig en democratisch gebeurt? In sommige gevallen wordt deze rol (deels) bij de lokale of regionale overheden belegd. Wij zien hierin voor onszelf geen directe rol weggelegd. 1.5 (Specifiek voor de voorgenomen bijdragenregeling Schoonebeek:) actief deelnemen aan het opstellen daarvan is niet in lijn met de AB-motie van 16 februari 2022. Op 16 februari 2022 heeft ons algemeen bestuur een motie aangenomen ten aanzien van de verwerking van het productiewater dat vrijkomt bij de oliewinning in Schoonebeek. De motie bepleit -kort samengevat- ‘zuivering met de best beschikbare technieken’. NAM is voornemens om het productiewater in de toekomst te verwerken in Schoonebeek zelf, in plaats van het te injecteren in voormalige gasvelden in Twente. De voorkeur van NAM gaat daarbij uit naar waterinjectie in het onder Schoonebeek gelegen gasveld. NAM moet hiertoe nog een vergunningsaanvraag indienen bij het ministerie van EZK. Het gebiedsproces hieromtrent is momenteel in volle gang. Door in dit stadium actief deel te nemen aan het opstellen van een bijdragenregeling, kan ons verweten worden dat we ons verbinden met de voorgenomen productiewaterinjecties, terwijl dat laatste niet in lijn is met de AB- motie van 16 februari 2022. VII. Risico’s en kanttekeningen Niet van toepassing. VIII. Financiën Niet van toepassing. IX. Communicatie Over dit besluit wordt niet proactief gecommuniceerd. Wel zal de portefeuillehouder tijdens het eerstvolgend bestuurlijk overleg in het kader van de oliewinning Schoonebeek dit besluit meedelen aan de Drentse medeoverheden. X. Juridische zaken Niet van toepassing. XI. Uitvoering Zie IX. Communicatie. XII. Bijlage(n) 1. Besluit.
26 juni 2024846.27 KBHoort bij dossier Woo-verzoek, Stop Afvalwater Schoonebeek 23 april 2023
Download PDF
PDF20230307_v-2-verslag_db_20230221_concept_passage_geredigeerd.pdf
26 juni 202469.81 KBHoort bij dossier Woo-verzoek, Stop Afvalwater Schoonebeek 23 april 2023
Download PDF
PDF20220328_artikel_financieel_dagblad_geredigeerd.pdf
1 Van: Verzonden: maandag 28 maart 2022 15:52 Aan: ; Nettie Aarnink CC: Onderwerp: Artikel Financieel Dagblad - Dag, Onderstaand de tekst van het artikel dat geplaatst is door het FD over NAM. Helaas weer niet compleet. Hij heeft niet aangegeven waarom we als waterschap deze stap hebben genomen, namelijk als bescherming van het grondwater. De laatste regel: “maar wordt de NAM ook gedwongen om alsnog gebruik te gaan maken van drinkwater of grondwater” komt nu uit de lucht vallen. Dat heb ik de journalist ook gemeld. Groet, ** Protest tegen 'afvalberg' in Twente groeit, maar wanneer vertrekt de NAM? Achmed Majid 15:02 In Twente groeit de onrust doordat de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) er afvalwater in de bodem injecteert. Volgens het bedrijf gebeurt alles volgens de regels, maar omwonenden, Kamerleden en de provincie Overijssel hebben daar grote twijfels bij. Bovengrondse pijpleidingen voor het transport van olie in het Drentse Schoonebeek. Afvalwater dat overblijft na olieproductie wordt door de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) in gebruikte gasvelden in Twente geïnjecteerd. Foto: Luuk van der Lee/ANP In het kort Twentse gemeenten willen dat de NAM stopt met het injecteren van afvalwater in hun bodem. Dat water is gebruikt bij het oppompen van olie in het Drentse Schoonebeek. De ondergrondse opslag vorm geen gevaar voor de volksgezondheid, benadrukt de NAM. Tegenstanders wantrouwen de rapporten die het bedrijf laat verschijnen en vrezen aan milieuramp op termijn. De Twent is 'een brave hond', die netjes zijn afval scheidt en niet gauw ergens zijn mening over geeft. Jarenlang liet Twente uitbuiten vanwege olie, gas en zout en als dank stoppen ze 'de rotste rotzooi in de grond'. Herman Finkers verwoordt in zijn protestlied tegen de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) het sentiment onder veel inwoners van Twente: Vot met den pröttel, oftewel: 'weg met die troep'. Na Groningen 'is het Oosten aan de beurt', zingt Finkers. In oude gasvelden onder plaatsen als Oldenzaal, Rossum, Mander en Tubbergen ontstaat in stilte een afvalberg. Want een afvalberg dat is het, vindt Freddie Mensink. Hij is voorzitter van de actiegroep Stop Afvalwater Twente. Morsink beschouwt de ondergrondse afvalopslag als een tijdbom. 'Er worden met afvalwater allerlei mijnbouwhulpstoffen in de grond gestopt die je liever niet in de bodem hebt zitten. Als er ooit iets misgaat komt dat naar boven en dan zit Twente voor eeuwig opgezadeld met de ellende. Daarom is ons uitgangspunt: weg met die rotzooi.' Zijn actiegroep verzamelde al meer dan 40.000 handtekeningen tegen de injectie van afvalwater. Ook loopt er een crowdfundingsactie om onder meer rechtszaken te bekostigen. Anticorrosiemiddel Het afvalwater komt uit Drenthe, waar de NAM sinds 1943 olie wint bij Schoonebeek. Tussen 1996 en 2011 stond de productie stil, omdat het niet meer rendabel zou zijn om de stroperige olie naar boven te halen. Nadien werd de 2 productie echter weer hervat toen er een nieuwe methode in zwang kwam. Het water wordt daarbij als stoom in de grond gebracht, waarna de olie in vloeibare vorm omhoog komt. Eenmaal boven de grond wordt de olie gescheiden van het afvalwater, dat daarna naar lege gasvelden in Twente wordt getransporteerd. De NAM injecteerde in het afgelopen jaar gemiddeld zo'n 3 miljoen liter afvalwater per dag in Twente. Het bedrijf produceerde in 2021 zo'n 7000 vaten olie per dag in Schoonebeek. Over operationele kosten wil de NAM geen uitspraken doen. De NAM bestrijdt dat Twente op een afvalberg leeft. 'Het productiewater is afkomstig uit de diepe ondergrond en wordt met enkele toevoegingen in dezelfde staat weer teruggebracht in de diepe ondergrond. Het water bestaat voor 99% uit zout water en voor 1% uit anticorrosiemiddel.' Dat laatste is volgens een woordvoerder nodig voor de bescherming van de installaties en pijpleidingen van de NAM. Freddie Mensink smaalt om die uitleg. '1% is alsnog erg veel. Iedere liter is er één teveel. Je zadelt Twente op met een afvalberg waar je zeker van weet dat het er onveilig is.' Doodlopende weg In de afgelopen jaren overschreed de NAM menigmaal de maximale vergunningswaarden voor chemische stoffen, bleek uit jaarreportages van het bedrijf. Sinds december ligt de injectie van het afvalwater – evenals de oliewinning in Schoonebeek – opnieuw stil omdat er een te hoog gehalte van de chemische stof tolueen is ontdekt. ‘'De vuurwerkfabriek in Enschede had ook een vergunning. Dat wil niet zeggen dat je dan een proces kan ontdoen van allerlei regelgeving.’ Freddie Mensink, actiegroep Stop Afvalwater Twente Het bedrijf lijkt inmiddels in te zien dat in Twente blijven een doodlopende weg is. In januari maakte manager Simon Vroemen bekend dat de NAM binnen drie jaar zijn afvalinjectie naar Drenthe wil verplaatsen. Ook de staatssecretaris voor Mijnbouw, Hans Vijlbrief (D66), werkt aan een oplossing om de waterinjecties in Twente te stoppen. Dat zei hij eerder deze maand in een gesprek met de Drentse gedeputeerde Tjisse Stelpstra. 'Ik vind het belangrijk dat er zo snel mogelijk gestopt wordt met de huidige techniek en dat de NAM overgaat op een schoner proces.' De NAM injecteerde in het afgelopen jaar gemiddeld zo'n 3 miljoen liter afvalwater per dag in Twente, onder meer in Rossum-Weerselo. Foto: Vincent Jannink/ANP Onlangs verzette de kersverse staatssecretaris voor Mijnbouw zich nog tegen een in december ingediende motie van CDA-Kamerlid Agnes Mulder en de VVD om een einde te maken aan de injectie tot er meer duidelijkheid is over de alternatieven. Een Kamermeerderheid schaarde zich achter dat plan, maar Vijlbrief wilde er niets van weten, omdat de NAM zich aan alle vergunningen zou houden. Opvallend in deze is dat Vijlbrief, toen hij nog Kamerlid was, juist vóór de motie stemde. Inmiddels zet hij in op zuivering van het afvalwater, waardoor het water minder vervuild de grond in gaat. Mensink vindt het argument van de staatssecretaris een drogreden. 'De vuurwerkfabriek in Enschede die ontploft is had ook een vergunning. Het wil niet zeggen dat je dan een proces kan ontdoen van allerlei regelgeving. Er had allang een eind aan gemaakt moeten worden na alle gebleken calamiteiten. De NAM bedenkt steeds weer iets om de boel uit te stellen.' Mensink vertrouwt er dan ook niet op dat er binnen een drie jaar een einde komt aan de afvalwaterinjectie. 'Ik ben bang dat het langer duurt.' Gemeenten in verzet Eerder deze maand schreven de Twentse gemeenten Oldenzaal, Losser, Dinkelland en Tubbergen een brief aan Vijlbrief. Zij willen niet alleen dat de NAM per direct stopt met het injecteren van afvalwater. Ook willen ze dat Vijlbrief onderzoek gaat om alternatieven te onderzoeken voor het verwerken van afvalwater? Het verzet staat niet op zichzelf. Sinds een in 2014 gepubliceerd rapport aantoonde dat er dagelijks ongeveer 8200 liter chemicaliën in de Twentse bodem terechtkomen als gevolg van de injectie, is er veel rumoer ontstaan. 3 Zo probeerde de provincie Overijssel in 2016 middels een gang naar de rechter tevergeefs de injectie te stoppen. Tot september van dat jaar lag de oliewinning in Schoonebeek al zo'n anderhalf jaar stil – zoals ook momenteel het geval is – als gevolg van een lekke leiding. 'Goedkoopste weg' De NAM heeft altijd ontkend dat er sprake is van een gevaarlijke situatie voor mens en milieu. In een tussentijdse evaluatie in 2016 concludeerde het bedrijf dat de afvalinjectie de minste milieubelasting met zich meebracht in vergelijking met de alternatieven. De NAM baseerde zich op een rapport van onderzoeksbureau Royal Haskoning DHV. Ko van Huissteden, een sinds kort gepensioneerde fysisch geograaf van de Vrije Universiteit van Amsterdam, volgt de kwestie rond het afvalwater al jaren. Hij is niet overtuigd van de onschuld van het bedrijf. 'De NAM is een slager die zijn eigen vlees keurt. Er zijn rapporten waaruit blijkt dat er wel degelijk problemen waren.' Van Huissteden doelt op de lekkages van de aanvoerleiding. 'Waarom zou je überhaupt een gasleiding gaan gebruiken om agressief vervuild water over grote afstanden in Twente te injecteren?' ‘Het is zoeken naar de goedkoopste weg, maar dat is niet altijd de betere weg’ Ko van Huissteden, fysisch geograaf Ook denkt hij dat de financiële component een rol speelt. 'De NAM is verplicht om de boorputten op te ruimen als de winning gestopt is. Dit hebben ze al flink voor zich uit kunnen schuiven.' Met de zuivering van afvalwater waar nu op aangedrongen wordt door de Tweede Kamer 'ben je al een hele stap verder', aldus de geograaf. 'Het zuiveren van afvalwater is een stuk duurder dan het in de grond brengen. Het is zoeken naar de goedkoopste weg, maar dat is niet altijd de betere weg.' De fysisch geograaf ergert zich ook aan de grote hoeveelheden water die aan de NAM wordt geleverd. 'Want zoveel schoon water hebben we niet in Nederland, dat wordt altijd overschat.' Schoon water Waterschap Vechtstromen is eigenaar van de puurwaterfabriek NieuWater BV in het Drentse Nieuw-Amsterdam. Daar komt het schone water vandaan dat aan de NAM wordt geleverd en vervolgens vervuild de Twentse grond wordt ingepompt. 'Het leveren van schoon water naar een bedrijf of inwoner die er afvalwater van maakt, is niet bijzonder. Elk huishouden en elk bedrijf maakt schoon water vies. Daarna maakt het waterschap dit water op zijn rioolwaterzuiveringen weer schoon', aldus een woordvoerder. In 2020 leverde NieuWater gemiddeld 2,6 miljoen liter puur water per dag aan de NAM. Dat is zo'n 950 miljoen liter per jaar. Het stoppen van de waterlevering is niet aan de orde. 'Daarmee zou NieuWater niet alleen contractbreuk plegen, maar wordt de NAM ook gedwongen om alsnog gebruik te gaan maken van drinkwater of grondwater.' Lees het volledige artikel: https://fd.nl/economie/1431498/protest-tegen-afvalberg-in-twente-groeit-maar- wanneer-vertrekt-de-nam-p1c2caJWFPWq T: 088 2203333 www.vechtstromen.nl De informatie in dit e-mail bericht (inclusief informatie in bijlagen) is uitsluitend bestemd voor het gebruik door de geadresseerde. Indien u deze e-mail per ongeluk ontvangt, verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de opsteller daarvan, het bericht te vernietigen en de inhoud daarvan niet te gebruiken of aan derden te openbaren.
26 juni 2024445.41 KBHoort bij dossier Woo-verzoek, Stop Afvalwater Schoonebeek 23 april 2023
Download PDF
PDF20221104_re_voorzitter_gebiedstafel_geredigeerd.pdf
26 juni 2024358.01 KBHoort bij dossier Woo-verzoek, Stop Afvalwater Schoonebeek 23 april 2023
Download PDF
PDF20221202_nogepa_gedragscode_boekje2-1.pdf
gaswinning kleine velden G ed ra g sc o d e ACHTERGROND 2 1. DEFINITIES 5 2. INLEIDING EN REIKWIJDTE 6 3. VERANTWOORDING 7 4. IN DE PRAKTIJK 8 5. COMMUNICATIE & DIALOOG 9 6. OMGEVINGSEFFECTEN 10 7. KWALITEIT VAN DE LEEFOMGEVING 11 BIJLAGEN 12 2 G ed ra g sc o d e gaswinning kleine velden P A G I N A A ch te rg ro n d In september 2016 hebben de bedrijven die in de Nederlandse onder- grond olie en gas winnen het initiatief genomen om een gedragscode te ontwikkelen die van toepassing is op alle zogenaamde ‘kleine-velden projecten’ op land. De gedragscode is bedoeld voor deze bedrijven zelf (de operators) en richt zich tot bewoners en bedrijven in de omgeving en de relevante gemeenten en provincies, drinkwaterbedrijven, waterschap- pen en natuur- en milieuorganisaties. Voor het ontwikkelen van de gedragscode zijn gesprekken gevoerd met ongeveer 40 mensen die op een of andere wijze betrokken zijn bij een gaswinningsproject of bij een voorgenomen initiatief daartoe. Er is in de periode oktober 2016 tot en met april 2017 gesproken met de Rijksover- heid, gemeenten, provincies, maatschappelijke organisaties, waterbe- drijven, waterschappen, kennisinstellingen, buurtorganisaties en een ondernemersvereniging. Het doel van de gesprekken was om te leren van alle ervaringen. En om te horen hoe mensen betrokken worden bij een gaswinningsproject en hoe men eigenlijk betrokken wil worden. Welke vragen, zorgen en wensen leven er rondom projecten? En we wilden inzicht krijgen in de verwachtingen van mensen, inzicht in wat er goed gaat, wat er niet goed gaat en vooral hoe dat beter kan en moet. Het proces is door NOGEPA begeleid, dit is de brancheorganisatie van de bedrijven die zich in Nederland bezighouden met olie- en gaswinning. Voor de sector is het proces heel waardevol en leerzaam geweest. We hebben veel gehoord en geleerd, onder andere over wat er van ons wordt verwacht en over de wijze waarop wij samen met regionale betrokkenen kunnen werken aan projecten die een belangrijke bijdrage leveren aan de Nederlandse samenleving en de energietransitie. Gedurende het proces hebben de leden van NOGEPA alle informatie zorgvuldig besproken. Uitgangspunt is geweest om de omgeving waarin wij opereren duidelijkheid en zekerheid te bieden over het ontwikke- lingsproces van een gaswinningsproject en om daarnaast een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de leefomgeving. De code geeft inzicht in onze werkwijze, in hoe wij ons gedragen in uw omgeving en wat wij samen met die omgeving willen doen om een po- sitieve impuls te geven aan voor de omgeving belangrijke onderwerpen. Hierbij denken wij dat maatwerk noodzakelijk is en daarom wordt de gedragscode per project uitgewerkt in een zogenaamd Project-afstem- mingsprogramma. We hebben geprobeerd om alle geopperde wensen en ideeën te adres- seren in deze gedragscode, en veel van wat is aangedragen heeft ook in een of andere vorm een plek gekregen. Daar waar dat niet mogelijk is, zullen we dit goed onderbouwd uitleggen. De onderdelen van de ge- dragscode zijn gevat in richtlijnen en de leden van de NOGEPA commit- teren zich aan deze richtlijnen. Vier belangrijke punten willen we nog expliciet benoemen. Allereerst de situatie rondom het Groningenveld. Veel feedback raakt aan de situatie rondom de gaswinning in Groningen. De zorgen over de aardbevingen en de gevoelens van onveiligheid en onrecht bij de Groningers kwamen in veel van de gesprekken terug. En dat begrijpen we. Maar Groningen is, zo durven we wel te stellen, een geval apart. Groningen kent zijn eigen dynamiek en ook techniek. Velen, waaronder de verschillende overheden, bewonersgroepen en de NAM, werken daar elke dag aan. Dat proces ligt buiten de scope van deze ge- dragscode. Deze code richt zich dan ook uitsluitend op de zogenoemde kleine velden. Ten tweede: maatwerk is essentieel De gedragscode geeft algemene gedragsregels, die voor alle gebieden waar winning plaatsvindt uniform van toepassing zijn. In aanvulling wordt voor elk project een specifiek Project-afstemmingsprogramma ontwikkeld: een document waarin de in de algemene gedragscode beschreven richtlijnen samen met belanghebbenden worden uitgewerkt tot een gebiedsgerichte invulling die zo goed als mogelijk aansluit bij de behoeftes in de omgeving van een project. Want dat is de kern van wat onze omgeving ons vraagt: betrek ons! Ten derde kwam de lusten-lasten verdeling meerdere malen aan bod, en de wens om dit anders in te richten. Lasten zijn lokaal en lusten zijn met name nationaal. De ondertekenaars ondersteunen het idee dat er een evenwichtiger lusten-lastenverdeling moet komen, en stellen in de investeringsfase middelen ter beschikking om te investeren in de lokale omgeving. Dit wordt verder beschreven in de Project-afstemmingsprogramma’s. Of de verdeling van de landelijke gasopbrengsten gedurende de gehele productiefase gewijzigd zou moe- ten én kunnen worden moet op nationaal niveau worden bepaald. Dat ligt buiten de invloedsfeer van de ondertekenaars. Ten vierde bleek er bij sommige partijen behoefte aan uitleg waarom gaswinning überhaupt nog nodig is in Nederland. Dit hangt nauw samen met het Nationale energietransitiebeleid. De nationale overheid heeft in de Energieagenda (zie bijlage 1) aangegeven 4P A G I N A dat aardgas voorlopig nog een essentiële rol speelt in de Nederlandse energievoorziening en dat winning in eigen land wenselijk is, met voor- delen voor de economie, werkgelegenheid en energieonafhankelijkheid. Natuurlijk mits het veilig gewonnen kan worden. Wij, als operators, zien ook een goede rol voor aardgas in de energietransitie naar een duurzame energiehuishouding en de productie van Nederlands aardgas als on- derdeel daarvan. Voor het gebruik van gas in de energietransitie hebben wij samen met andere partijen uit de gassector, de ‘Gas-op-Maat’ visie ontwikkeld. In deze visie zet men aardgas alleen dáár in waar duurza- mere alternatieven niet voor handen zijn, en/of waar minder duurzame alternatieven kunnen worden vervangen. Dit is niet alleen een visie op papier; de gassector heeft een programma opgesteld met concrete projecten om de energietransitie te versnellen. Landelijk loket mijnbouwschade Sinds 1 januari 2017 is door het Rijk het landelijk loket mijnbouwschade opgericht. Iedereen die vermoedt schade te hebben ondervonden door mijnbouwactiviteiten kan bij dit loket terecht voor begrijpelijke en bruik- bare informatie. Ook heeft het loket de rol deze mensen zo snel mogelijk in contact te brengen met de juiste instantie. De leden van NOGEPA steunen de 1-loketgedachte. Het is belangrijk dat betrokkenen die vinden schade te hebben ondervonden onafhankelijke en objectieve informatie kunnen krijgen over de wijze waarop zij hun schade het best kunnen melden. De leden van NOGEPA hopen dat de werking van dit loket goed geëvalueerd wordt en de taken bij succes worden uitgebreid. Tevens werken de initiatiefnemers van deze code aan harmonisatie van hun individuele schadeprotocollen. Om zo ook hierover meer duidelijkheid en transparantie voor de betrokkenen tot stand te brengen. Tot slot Het publiceren van deze gedragscode is geen einddoel. Wij zien de gedragscode als een proces waarin wij in een veranderende wereld de winning van aardgas, in nauwe samenspraak met de omgeving zorgvul- dig en verantwoord invullen. De versie zoals nu voorligt is een eerste versie, die wij nu zullen ge- bruiken bij onze operaties in de Nederlandse ondergrond. Wij zullen de gedragscode jaarlijks evalueren, samen met betrokkenen, en verbeteren daar waar dat nodig en mogelijk is. Als u ook ideeën heeft voor het ver- beteren van de gedragscode of u wilt graag meepraten, dan horen wij dat heel graag. U kunt hiervoor contact opnemen met NOGEPA. Initiatiefnemer(s) De (beoogde) uitvoerder van activiteiten van het opsporen en winnen van aardgas en/of olie, ook wel operator genoemd. In Nederland zijn ini- tiatiefnemers zoals hier beschreven lid van brancheorganisatie NOGEPA en daarmee verbonden aan de gedragscode. Belanghebbende(n) Een persoon of organisatie die in de omgeving van een (potentieel) pro- ject een rechtstreeks aantoonbaar belang heeft. Project Een project is een activiteit gericht op het opsporen en/of winnen van olie of gas waar milieu- en omgevingseffecten zouden kunnen ontstaan. Regulier en periodiek onderhoud is hiervan uitgezonderd. Project-afstemmingsprogramma Een document waarin de in deze gedragscode beschreven richtlijnen samen met belanghebbenden in detail zijn uitgewerkt zodat het zo goed mogelijk aansluit bij de wensen en behoeften in de omgeving van een project. Omgeving Omgeving kan slaan op het fysieke gebied waar effecten van activiteiten merkbaar kunnen zijn. En ‘de omgeving’ wordt ook gebruikt om belang- hebbenden in dit fysieke gebied die deze effecten kunnen ervaren aan te duiden. D efi n it ie s 1 6P A G I N A 2.1 De gedragscode heeft als doel betrokkenheid van belanghebbenden te versterken. Op deze manier willen initiatiefnemers projecten beter laten aansluiten bij wensen en behoeftes van de omgeving en er rekening mee houden dat projecten in meer of mindere mate hinder of overlast in de omgeving kunnen zorgen. 2.2 De gedragscode bevat richtlijnen waar initiatiefnemers, de leden van NOGEPA, zich aan moeten houden. 2.3 De gedragscode komt niet in plaats van, maar is een aanvulling op bestaande wet- en regelgeving zoals schematisch weergegeven in bijlage 3. 2.4 Uitgangspunt is de uitvoering van een project, waarbij de globale contouren technisch en economisch bepaald zijn en waarin actieve deelname van de omgeving wordt gevraagd om de specifieke in- vulling van het project zoveel mogelijk af te stemmen op de wensen van de omgeving. 2.5 De gedragscode is van toepassing op alle fasen van gaswinning in Nederland. Van de eerste verkenning van de ondergrond, tot de (proef)boring, de winning, het opruimen van installaties en het goed achterlaten van het terrein. Een project kan betrekking hebben op de gehele levensfase van een gaswinningsproject (verkennen, op- sporen, winnen en opruimen van een locatie) of over een gedeelte hiervan. 2.6 De gedragscode is van toepassing op alle nieuwe projecten. 2.7 Reeds bestaande activiteiten op bestaande inrichtingen worden, in- dien hier behoefte aan is, samen met belanghebbenden aan de hand van deze gedragscode besproken. Doel hiervan zal zijn het delen van informatie en het geven van voorlichting. De gedragscode biedt een aanpak op maat: Bij nieuwe boringen moeten bijvoorbeeld meer keuzes worden gemaakt waarbij de om- geving wordt betrokken dan bij projecten op bestaande locaties. 3.1 De gezamenlijke initiatiefnemers in Nederland hebben voor de totstandkoming van de gedragscode met ongeveer 40 betrokken organisaties en belangengroepen gesproken. Dit zijn o.a. overhe- den, belangenverenigingen, waterschappen en NGO’s. De zorgen en wensen die tijdens deze gesprekken zijn geuit vormden inbreng voor een concept gedragscode. Op 7 september 2017 is de gedrags- code gepubliceerd. De betrokken organisaties is gevraagd om input voor verbeteringen van de code. 3.2 Het is voor het eerst dat dergelijke richtlijnen collectief zijn be- schreven en gelden voor alle NOGEPA leden. De gedragscode moet meegaan met zijn tijd. Evaluatie en reflectie zijn daarom belangrijk om aan te blijven sluiten bij de veranderende samenleving. 3.3 De gedragscode wordt in eerste instantie een half jaar na publicatie in overleg met belanghebbenden geëvalueerd. Daarna voorzien we jaarlijkse evaluatie. V er an tw o o rd in g 32 In le id in g e n r ei k w ij d te 8P A G I N A 4.1 Om de verbinding met de omgeving zo goed mogelijk te leggen zullen initiatiefnemers samen met lokale overheden en belang- hebbenden bij ieder project een Project- afstemmingsprogramma ontwikkelen. 4.2 Elk project-afstemmingsprogramma is een specifieke uitwerking van hetgeen in deze gedragscode beschreven staat. Elk Project-af- stemmingsprogramma is uniek voor het project en de wensen en behoeften uit de omgeving van dat project. 4.3 NOGEPA stelt een contactpersoon aan specifiek voor de gedrags- code. Indien een belanghebbende van mening is dat er in strijd met de gedragscode wordt gehandeld, dan kan men dit melden bij de contactpersoon van NOGEPA. 4.4 De initiatiefnemer stelt een contactpersoon aan binnen de organi- satie voor het Project-afstemmingsprogramma. Indien een belang- hebbende van mening is dat er in strijd met het Project-afstem- mingsprogramma wordt gehandeld, dan kan men dit melden bij de contactpersoon van de initiatiefnemer. 4.5 Voor een zorgvuldige adressering van de meldingen hanteren NOGEPA en initiatiefnemer een protocol voor afhandeling van klachten. 4.6 Elk Project-afstemmingsprogramma bevat afspraken over evaluatie- momenten en procedures. Elk jaar worden de projecten die zijn ont- wikkeld binnen deze gedragscode geëvalueerd, waarbij de NOGEPA in gesprek gaat met belanghebbenden en vraagt naar de ervaringen. De evaluatie heeft tot doel de gedragscode en de bijbehorende Pro- ject-afstemmingsprogramma’s te verbeteren en aan te scherpen. Goede, open en transparante communicatie en contact met de omge- ving is tijdens alle fases van een gaswiningsproject van wezenlijk be- lang. De doelstelling van deze communicatie is het vormgeven van een proces dat leidt tot een goede en tijdige informatie-uitwisseling tussen initiatiefnemers en belanghebbenden bij projecten. Om deze doelstel- ling te bereiken hanteren we een aantal principes: 5.1 Belanghebbenden worden zo vroeg als mogelijk betrokken en ge- informeerd. 5.2 Het Rijk, toezichthouder, provincie en gemeente hebben ieder hun eigen formele rol, taken en verantwoordelijkheden in het proces. Dit wordt meegenomen in het Project-afstemmingsprogramma. 5.3 De informatievoorziening wordt met belanghebbenden afgestemd op de behoefte. Dit omvat bijvoorbeeld informatie over mogelijke locatie(s), omvang van het project en mogelijke effecten zoals hin- der of overlast. 5.4 De initiatiefnemer zorgt voor het beschikbaar stellen van infor- matie, waarbij rekening wordt gehouden met commerciële- en aanbestedingsregels. 5.5 De initiatiefnemer onderhoudt het contact met belanghebbenden in alle fasen van de activiteiten. 5.6 De initiatiefnemer zorgt ervoor dat zorgen kunnen worden be- sproken en stelt één aanspreekpunt beschikbaar voor vragen en klachten. 5.7 Gedurende alle fasen van een project kunnen nieuwe inzichten ontstaan waardoor plannen gewijzigd kunnen worden. Bij relevan- te projectwijzigingen en/ of inzichten worden belanghebbenden actief geïnformeerd. C o m m u n ic at ie & d ia lo o g 54 In d e p ra k ti jk 10P A G I N A Doelstelling: Het adresseren van zorgen over effecten op de leefom- geving van een project. Uitgangspunt is de uitvoering van een project, waarbij contouren voor de globale uitvoering technisch en economisch bepaald zijn en waarin actieve deelname van de omgeving wordt ge- vraagd om de specifieke invulling van het project af te stemmen op de wensen van de omgeving. Hierbij hanteren we de volgende principes: 6.1 Als onderdeel van het Project-afstemmingsprogramma wordt de bestaande situatie voor de gebouwde omgeving in kaart gebracht. 6.2 De mogelijke effecten op de omgeving worden zo goed mogelijk inzichtelijk gemaakt. 6.3 Nadelige effecten op de omgeving worden zoveel mogelijk voorko- men of verminderd. 6.4 Als bij het opstellen van het Project-afstemmingsprogramma blijkt dat aanvullend onderzoek gewenst is en het verzoek daartoe redelijk is, wordt dit met erkende instituten besproken. In samenspraak met de belanghebbenden worden deze instituten geselecteerd. 6.5 Onderzoeken worden transparant uitgevoerd: belanghebbenden worden bij de opzet en de uitvoering van het onderzoek betrokken en tussentijds geïnformeerd. 6.6 De omgeving wordt, indien mogelijk, betrokken bij het zoeken naar de meest omgevingsvriendelijke uitvoering van de activiteiten. Hierbij wordt een balans tussen de voor- en nadelen nagestreefd. 6.7 De omgeving wordt, indien mogelijk, betrokken bij het zoeken naar de meest omgevingsvriendelijke locatie voor projecten. 6.8 Omgevingseffecten van de activiteiten worden gemonitord, tijdens en na de activiteiten. Monitoring is een onderdeel van het Project- af- stemmingsprogramma en wordt met belanghebbenden besproken. 6.9 De wet bevat bepalingen over het compenseren of vergoeden van schade. De initiatiefnemer is wettelijk verplicht de aantoonbaar door hem veroorzaakte schade op de omgeving te vergoeden of compen- seren. 6.10 Als er onverhoopt iets gebeurt dat leidt tot schade en dat op voor- hand niet is voorzien, dan handelt de initiatiefnemer volgens een vooraf afgesproken schadeprotocol. Doelstelling: Het leveren van een positieve bijdrage aan de omgeving in de gebieden waar nieuwe projecten plaatsvinden. Hierbij hanteren we de volgende principes: 7.1 Waar mogelijk kunnen lokale of regionale ondernemers betrokken worden in de uitvoering van activiteiten voor het project om een postitieve bijdrage te leveren aan de lokale omgeving, werkgelegen- heid en economie. 7.2 De initiatiefnemer stelt kennis en middelen beschikbaar om een po- sitieve bijdrage aan de omgeving te leveren. Met de omgeving wordt de invulling van deze bijdrage afgestemd. Waar en hoe dit wordt ingevuld zal in samenspraak met de omgeving in detail worden uitgewerkt in het Project-afstemmingsprogramma. Hierbij is het streven dat de bijdrage leidt tot een zo goed mogelijke balans van lusten en lasten voor de omgeving. Dit kan zijn een: • maatschappelijke bijdrage, bijv. via synergiën met lokale projecten, activiteiten en doelstellingen, en/of • economische bijdrage, en/of • bijdrage aan de energietransitie ter plaatse. K w al it ei t v an d e le ef o m g ev in g 76 O m g ev in g se ff ec te n 12P A G I N A 1. Extract uit de Energieagenda (Ministerie van Economische Zaken) d.d. 7 December 2016 “Energieprojecten hebben impact op de fysieke leefomgeving. Daar- naast brengen deze projecten in veel gevallen ook een aantal vei- ligheidsrisico’s met zich mee. Regionale overheden vragen daarom om de verdeling van lusten en lasten te beoordelen. De vraag van burgers en regionale overheden wordt opgepakt door de energie- sector, getuige de verkenningen in de verschillende sectoren. De Nederlandse Wind EnergieAssociatie (NWEA) heeft bijvoorbeeld samen met de Natuur- en Milieufederaties, Natuur & Milieu, ODE Decentraal, Milieudefensie en Greenpeace Nederland de Gedrags- code Draagvlak en Participatie Windenergie op Land ondertekend. Deze gedragscode is in 2016 geëvalueerd. Uit de evaluatie blijkt dat acht op de tien projectontwikkelaars omwonenden laten participe- ren in de totstandkoming van nieuwe windmolens. In vrijwel alle projecten voor windenergie kunnen mensen financieel participeren. Ook de olie- en gasindustrie werkt momenteel aan een gedragsco- de. De Nederlandse Olie en Gas Exploratie en Productie Associatie (NOGEPA) besteedt daarin aandacht aan maatregelen in de omge- ving van een mijnbouwlocatie. Overheden vragen ook in bredere zin aandacht voor investeringen in regionale sociaal economische projecten. De komende tijd wordt samen met de olie- en gasindus- trie gekeken of en hoe daar invulling aan kan worden gegeven. In 2017 zal onderzocht worden op welke wijze de verdeling van lusten en lasten in algemene zin geborgd kan worden bij energie- projecten, en welke specifieke maatregelen hierbij genomen kunnen worden” 2. Overzicht indeling Project-afstemmingsprogramma Hieronder volgt een voorstel voor de inhoud van een Project-af- stemmingsgsprogramma. Een Project-afstemmingsprogramma dat in samenspraak met be- langhebbenden van het project wordt opgesteld omvat in ieder geval, maar niet uitsluitend, afspraken over de volgende onderwerpen: 1. Projectbeschrijving 2. Schets van de omgevingskarakteristieken Hier wordt een beknopte beschrijving van de omgeving, de natuur- waarden en een ruimtelijke onderbouwing gegeven. Deze worden (o.a.) overgenomen uit vergunningsaanvragen. Verder zal de input vanuit de omgeving met betrekking tot het (overig) gebruik van het gebied zoveel mogelijk worden meegenomen. Dit kan van alles zijn, zoals bijvoorbeeld een jarenlange bouw van een snelweg, een groot te organiseren festival in dezelfde periode, en andere evenementen/ activiteiten die een impact op de omgeving hebben gehad. 3. Procesparticipatie: a. Beschrijving proces b. Beschrijving procedures en verantwoordelijken c. Beschrijving betrokken partijen d. Beschrijving wijze en planning van betrokkenheid 4. Lokale wensen en doelen a. Lokale doelstellingen en bijdrage vanuit project b. Het organiseren van de betrokkenheid 5. Communicatie en informatie a. Communicatiestrategie b. Communicatiemiddelen c. Evaluatie B ij la g en 14P A G I N A 6. Omgevingseffecten monitoren a. Maaiveldhoogte meten (bodemdaling) b. Monitoring SRA (bodemtrilling) c. Bouwkundige vooropnames d. Schadeafhandeling e. Andere omgevingseffecten 7. Planning 8. Arbiter/Tussenpersoon 9. Vragen- en klachtenafhandeling 3. Wettelijke vergunning en inspraak cyclus Op de website hoewerktgaswinnen.nl kunt u informatie vinden over het wettelijke kader van gaswinnen, over vergunningen en over inspraak mogelijkheden. Als u vragen heeft kunt u contact opnemen met NOGEPA. B ij la g en 16P A G I N A 4. Lijst gesprekspartners / organisaties Voor het ontwikkelen van de gedragscode is gesproken met een of meerdere personen uit onderstaande lijst van organisaties. 1 Dorpsbelang Kommerzijl 2 Dorpsbelang Wapse 3 Dorpsvereniging Top & Twel 4 Gemeente Alkmaar 5 Gemeente Ameland 6 Gemeente Bergen 7 Gemeente Delfzijl 8 Gemeente Dongeradeel 9 Gemeente Loppersum 10 Gemeente Westerveld 11 Gemeente Woerden 12 IPO 13 It fryske Gea 14 Ministerie EZ 15 Ministerie I&M 16 Ondernemersvereniging Boekelermeer 17 Provincie Drenthe 18 Provincie Friesland 19 Provincie Groningen 20 Rijkswaterstaat 21 Staatsbosbeheer 22 Staatstoezicht op de Mijnen 23 Stichting natuur en Milieu 24 Unie van Waterschappen 25 Vewin 26 VNG 27 Waterschap Noorderzijlvest 28 Wetterskip Fryslan B ij la g en 18P A G I N A
26 juni 2024784.82 KBHoort bij dossier Woo-verzoek, Stop Afvalwater Schoonebeek 23 april 2023
Download PDF
PDF20200930_reactie_gemeente_coevorden_geredigeerd.pdf
1 Van: @coevorden.nl> Verzonden: woensdag 30 september 2020 11:36 Aan: @minezk.nlentel.070-3797768' CC: ; @drenthe. nl @drenthe.nl); Onderwerp: reactie gemeente Coevorden Bijlagen: Scan reactiebrief.pdf Geachte , Hierbij zend ik u de reactie van de gemeente Coevorden op het voornemen milieueffectrapport uitbreiden waterinjectie capaciteit regio Schoonebeek. Met vriendelijke groeten, Gemeente Coevorden 0524- 06 www.coevorden.nl Dit e-mailbericht is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Als dit bericht niet voor u bestemd is, wordt u vriendelijk verzocht dit aan de afzender te melden. De gemeente Coevorden staat door de elektronische verzending van dit bericht niet in voor de juiste en volledige overbrenging van de inhoud, noch voor tijdige ontvangst daarvan. Wij verzoeken u dan ook om de inhoud van dit bericht niet openbaar te maken dan wel te verspreiden.
26 juni 2024406.62 KBHoort bij dossier Woo-verzoek, Stop Afvalwater Schoonebeek 23 april 2023
Download PDF
PDF20230406_i-2-a-memo_db_review_tno_geredigeerd.pdf
Pagina 1 | 2 MEMO Doel / inleiding Op 17 januari 2023 heeft het dagelijks bestuur besloten om financieel bij te dragen aan een onafhankelijke externe review van het onderzoeksrapport ‘Schoonebeek oliewinning waterverwerking in Drenthe’ (17-01-2023), dat door adviesbureau RHDHV in opdracht van NAM is opgesteld. Deze review is uitgevoerd door TNO met ondersteuning van KWR, in opdracht van de regionale overheden (provincie Drenthe, gemeenten Coevorden en Emmen en waterschap Vechtstromen). De gemeente Emmen trad hierbij op als penvoerder. TNO heeft haar rapportage op 6 februari 2023 opgeleverd (bijlage 1). Vervolgens is RHDHV in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op de bevindingen van TNO. Zij hebben op 8 februari 2023 gereageerd (bijlage 2). Beide documenten zijn inmiddels openbaar. Review In het RHDHV-rapport ‘Schoonebeek oliewinning waterverwerking in Drenthe’ worden drie varianten voor productiewaterverwerking gepresenteerd: 1. Volledig zuiveren tot een vast zout- en een schoonwaterfractie (vast zout gaat vervolgens naar stortplaats) 2. Gedeeltelijk zuiveren tot een brijnstroom en een schoonwaterfractie (brijn wordt geïnjecteerd in het olieveld (variant a) of in het gasveld (variant b)) 3. Volledig injecteren in het gasveld. De review van TNO richt zich uitsluitend op bovengenoemd RHDHV-rapport en daarmee dus ook uitsluitend op de hierboven genoemde verwerkingsvarianten. Wel plaatst TNO enkele kanttekeningen bij de wijze waarop deze ‘shortlist’ tot stand is gekomen. Ten aanzien van bovenstaande verwerkingsvarianten stelt TNO vast dat op verschillende punten in het RHDHV-rapport een bepaalde mate van detail in de geboden informatie of informatie geheel ontbreekt. Bijvoorbeeld voor enkele onderdelen van de CE-toetsing en voor de Life Cycle Analyse (LCA), waarvoor een gevoeligheidsanalyse ontbreekt. Hierdoor heeft TNO bepaalde onderbouwingen van de conclusies van RHDHV niet volledig kunnen beoordelen. TNO sluit niet uit dat RHDHV het onderzoek zorgvuldig heeft uitgevoerd, maar concludeert op basis van de informatie in het onderzoeksrapport dat er nog een aantal leemtes zijn in het onderzoek. aan kopie aan datum Dagelijks bestuur 6 april 2023 van Eenheid en team bijlage(n) B.H.M. Aarnink (adviseur: ) Klik of tik om tekst in te voeren. 2 (TNO-review, reactie RHDHV) onderwerp kenmerk Kwalitatieve evaluatie van RHDHV rapport “Onderzoek Oliewinning Schoonebeek” Pagina 2 | 2 Voor wat betreft de zuiveringsvarianten (volledig zuiveren tot vast zout of gedeeltelijk zuiveren tot brijn) worden in de review zorgen geuit betreffende de optimistische toon en beweringen in het RHDHV-rapport, zowel waar het gaat om de uiteindelijke waterkwaliteit als de mogelijkheden die dat geeft de reststoffen commercieel te kunnen vermarkten. De onderzoekers denken dat er veel (pilot)onderzoek nodig zal zijn om vast te stellen of en hoe in de praktijk de doelen behaald zouden kunnen worden, en de technologieën en behandelingsprocessen, die in het rapport worden beschreven, te valideren. De door RHDHV geschetste realisatietermijn van minimaal vier jaar beschouwen de onderzoekers als te optimistisch. In zijn reactie op de review geeft RHDHV aan dat zij zich herkennen in (een deel van) de opmerkingen van TNO. Daarnaast wijst men er op dat het rapport ‘Schoonebeek oliewinning waterverwerking in Drenthe’ niet bedoeld is om het complete detailniveau van vergunningaanvragen te presenteren. Zowel de TNO-review als de reactie van RHDHV is door de regionale overheden ambtelijk onder de aandacht gebracht van NAM en het ministerie van EZK, waarbij we ervan uitgaan dat NAM de door TNO aangedragen punten meeneemt in (de onderbouwing van) zijn vergunningaanvraag. Aandachtspunten / vervolg Het dagelijks bestuur wordt verzocht om kennis te nemen van de rapportage van TNO en de reactie van RHDHV. Communicatie Beide documenten worden toegevoegd aan het eerstvolgende weekbericht voor het AB, voorzien van de volgende begeleidende tekst: Op 17 januari 2023 heeft het dagelijks bestuur besloten om financieel bij te dragen aan een onafhankelijke externe review van het onderzoeksrapport ‘Schoonebeek oliewinning waterverwerking in Drenthe’ (17-01-2023), dat door adviesbureau RHDHV in opdracht van NAM is opgesteld. Deze review is uitgevoerd door TNO met ondersteuning van KWR, in opdracht van de regionale overheden (provincie Drenthe, gemeenten Coevorden en Emmen en waterschap Vechtstromen). De gemeente Emmen trad hierbij op als penvoerder. TNO heeft haar rapportage op 6 februari 2023 opgeleverd. Vervolgens is RHDHV in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op de bevindingen van TNO. Zij hebben op 8 februari 2023 gereageerd. Hierbij bieden wij u beide documenten ter kennisname aan (bijlagen 1 en 2), in navolging van de onderzoeksrapporten die wij reeds eerder met u gedeeld hebben. NAM staat op het punt de benodigde vergunningsaanvragen in te dienen bij het bevoegd gezag: het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Zoals u weet hebben wij de rol van wettelijk adviseur van het ministerie in het kader van vergunningverlening op grond van de Mijnbouwwet. Wij nemen de aanbevelingen van TNO mee in ons advies.
26 juni 2024154.7 KBHoort bij dossier Woo-verzoek, Stop Afvalwater Schoonebeek 23 april 2023
Download PDF
PDF20221212_nam_ezk_bestuurlijk_proces_geredigeerd.pdf
1 Van: @emmen.nl> Verzonden: donderdag 8 december 2022 15:28 Aan: @drenthe.nl; René van der Weide; Jeroen Huizing; Nettie Aarnink CC: Onderwerp: NAM/ EZK bestuurlijk proces regio oliewinning Bijlagen: Memo bestuurlijk proces regio.docx Geachte bestuurders, Bijgaand stuur ik u het gezamenlijk informatiememo van de bestuursadviseurs over de oliewinning en verwerking van productiewater in de omgeving van Schoonebeek. Dit memo hebben we gemaakt nav. de bestuurlijke vragen of een informatiebijeenkomst voor staten, raden en AB doorgang zou moeten vinden op 11 januari. We hopen dat dit uw oordeelvorming ondersteunt en vernemen graag uw reactie, voor onze ambtelijke afstemming met EZK en NAM. Met vriendelijke groet, Gemeente Emmen 06
26 juni 2024398.43 KBHoort bij dossier Woo-verzoek, Stop Afvalwater Schoonebeek 23 april 2023
Download PDF
PDF20221128_voorzet_infoavond_12dec_geredigeerd.pdf
Voorzet informatieavond raden, staten, AB 12 dec. Doel: informeren van gekozen volksvertegenwoordigers en hun besturen over de plannen van NAM en EZK inzake de oliewinning en Schoonebeek en de verwerking van het vrijkomende productiewater en het daarmee samenhangende gebiedsproces. Plaats: kleine zaal van het Atlastheater. Tijdsverloop: 19:00 - 19:30 inloop 19:30 - 20:45 eerste deel 20:45 - 21:15 pauze met koffie en thee 21:15 - 22:00 tweede deel Geschat aantal deelnemers: maximaal ca. 200, reële verwachting 50-80 19:30 uur Welkomstwoord en opening Door Tjisse Stelpstra Kort. “waarom zijn we hier vanavond” . Het programma voor en na de pauze toelichten. Referte aan eerdere atlassessie. We zijn hier om ons te laten informeren, niet om politiek te bedrijven. Sheet op het scherm met het programma van de avond. 19:40 NAM: wat is ons plan Korte uitleg over de oliewinning en het productiewater, samenstelling daarvan. Overgebleven opties uit selectieproces. Stilstaan bij mijnbouwhulpstoffen, energieverbruik stoom etc. Veiligheid, diepe ondergrond. Monitoring. Maar ook relatie met de omgeving. Nabuurschap. Bijdragen. Vraag & antwoord 20:00 NAM: hoe zijn we daartoe gekomen De onderzoeken presenteren -MER beoordelingsnotitie -Rapporten SodM -Herevaluatie Twente -Nader onderzoek Drenthe. Samenvatting selectieproces Vraag & antwoord 20:30 TNO-CE Delft licht MKBA toe Toelichting van het onderzoek Vraag & antwoord 20:45 PAUZE Nadere info We willen vermijden dat de raadscommissies van Emmen en Coevorden veel tijd besteden aan technische vragen, maar een “gezamenlijke technische briefing” zit er niet in gelet op kerstvakantie en commissie Emmen 9 januari. Er is wel iets nodig tussen infobijeenkomst van 12 dec. en de commissievergaderingen van Emmen en Coevorden. Optie: technische vragenuren inrichten (ms- teams?) waarop raads- en commissieleden kunnen intekenen voor Emmen? Voor Coevorden evt. toch een technische briefing? Presentaties en de vragen van de 12 dec online zetten en ook de Q&A’s ? Laatste blok expliciet bespreken Hoe verder voor volksvertegenwoordigers is anders voor staten, AB en raden. En tussen de raden zit ook nog een verschil. Kortom expliciet vooraf bespreken. Presentaties vooraf delen.
26 juni 2024236.31 KBHoort bij dossier Woo-verzoek, Stop Afvalwater Schoonebeek 23 april 2023
Download PDF
1...140...177