Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 2 van 22
Inhoudsopgave
1.0 Inleiding .................................................................................................................... 3
2.0 Inventarisatie bodemopbouw, geohydrologie en oppervlaktewater .......................... 5
2.1 Uitgevoerde onderzoeken .................................................................................................5
2.2 Schematische bodemopbouw en geohydrologie .................................................................6
2.3 Oppervlaktewater .............................................................................................................7
2.4 Grondwaterstanden ..........................................................................................................7
2.5 Grondwaterkwaliteit .........................................................................................................8
3.0 Invloedsfeer .............................................................................................................. 9
3.1 Uitgangspunten .................................................................................................................9
3.2 Bandbreedteanalyse ..........................................................................................................9
3.3 Capaciteit onttrekking ..................................................................................................... 10
3.4 Verlagingen ..................................................................................................................... 10
4.0 Grondwater gerelateerde zetting ............................................................................ 11
5.0 Overige grondwater gerelateerde effecten .............................................................. 13
5.1 Grondwaterverontreinigingen ......................................................................................... 13
5.2 Overige grondwateronttrekkingen ................................................................................... 14
5.3 Verdroging, natuurwaarden en landbouwdepressie ......................................................... 16
5.4 Archeologie ..................................................................................................................... 17
6.0 Opstelling onttrekking en lozing .............................................................................. 18
6.1 Onttrekking ..................................................................................................................... 18
6.2 Lozingsmogelijkheden opgepompt grondwater ................................................................ 18
7.0 Conceptuele beschrijving monitoring grondwateronttrekking .................................. 19
7.1 Peilbuislocaties ............................................................................................................... 19
7.2 Controle waterbezwaren ................................................................................................. 20
7.3 Rapportage en communicatie .......................................................................................... 20
7.4 Actieplan ......................................................................................................................... 20
7.5 Waarde en acties ............................................................................................................. 21
8.0 Voorschriften, vergunningen en belastingen ............................................................ 22
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 3 van 22
1.0 Inleiding
In opdracht van NX filtration B.V. heeft LamersWater B.V. voorliggende rapportage opgesteld.
NX filtration heeft voor het proceswater continu gemiddeld 80 m3/uur nodig. Gebruik van drinkwater
(leidingwater) als proceswater is hierbij uitgesloten. Als proceswater wordt grondwater gebruikt. Om
de mogelijkheden te analyseren is in februari 2022 een haalbaarheidsonderzoek gedaan met een
pompproef voor het grondwater. Hierbij zijn de doorlatendheid en de mogelijke debieten
gemodelleerd. Een grondwateronttrekking verdeeld over een viertal onttrekkingsbronnen met een
gemiddeld debiet van 20 m3/uur/bron en een maximaal debiet van 25 m3/uur/bron wordt in deze
rapportage nader beschreven. De projectlocatie bevindt zich op het High Tech Systems Park in
Hengelo aan de Haaksbergerstraat met als rijksdriehoekscoördinaten 249.215, 473.984 (xy).
Figuur 1 – Projectlocatie
Figuur 2 – Projectlocatie ingezoomd
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 4 van 22
Figuur 3 – Voorstel locatie viertal bronnen
De gehanteerde bronnen zijn;
• Pompproef gegevens februari 2022
• Verkennend bodemonderzoek, Lycens, 24 februari 2022
• Tekening - P19011 BV-03 Plattegronden 17-07-2020
• DINOLoket (bodemopbouw, grondwaterstanden, grondwaterkwaliteit)
• REGIS II (bodemopbouw)
• Google Maps, Google Inc. (locatie)
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 5 van 22
2.0 Inventarisatie bodemopbouw, geohydrologie en oppervlaktewater
In dit hoofdstuk is de inventarisatie van de bodemopbouw, geohydrologie en oppervlaktewater in
kaart gebracht.
2.1 Uitgevoerde onderzoeken
Ter hoogte van de projectlocatie is de bodemopbouw bepaald met behulp van beschikbare
informatie. Het maaiveld een gemiddeld niveau kan aangehouden worden op 18,30 m+NAP.
Om inzicht te verkrijgen in de regionale bodemopbouw en het meerjarig stijghoogteverloop, is
DINOLoket geraadpleegd.
Figuur 4 – Maaiveldhoogte op basis van AHN3
Figuur 5 – Regionale bodemopbouw (West naar Oost). Bron: DINOLoket – REGIS II v2.1.
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 6 van 22
Figuur 6 – Regionale bodemopbouw (Noord naar Zuid). Bron: DINOLoket – REGIS II v2.1.
Figuur 7 – Diepere boringen op de projectlocatie.
2.2 Schematische bodemopbouw en geohydrologie
Op basis van de beschikbare bodemgegevens zijn de bodemopbouw en de geohydrologische
gesteldheid van de ondergrond geschematiseerd. Deze schematisering wordt gepresenteerd in
onderstaande tabel.
Tabel 2 - Schematische bodemopbouw t.b.v. berekeningen.
Laag Diepte in m t.o.v.
NAP (ca.)
Bodembeschrijving Typering Parameterwaarden
(ca.)
0 18,30 m+NAP* Maaiveld Infiltratieoppervlak c = 250 dagen
1 tot 1,00 m+NAP Fijn zand
Formatie van Boxtel,
Drente
kD = 250 m2/dag
2 tot 25 m- NAP Klei Formatie van Rupel c = 2000 dagen
* Gemiddelde op basis van de AHN3.
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 7 van 22
2.3 Oppervlaktewater
De onttrekking vindt plaats op korte afstand van verschillenden watergangen. Het oppervlaktewater
heeft beperkt tot geen invloed op de onttrekking.
2.4 Grondwaterstanden
De gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG), welke relevant is voor het bepalen van de
omgevingsrisico’s als onder andere het zettingsgedrag van de bodem en het effect op houten
paalfunderingen, dient over een periode van meerdere jaren bepaald te worden. In de directe
omgeving zijn twee peilbuizen gevonden met een relevant langdurige periode. De
grondwaterstanden zijn realistisch maar wel ter indicatie. Vooraf dient de grondwaterstand op de
projectlocatie gecontroleerd te worden.
Figuur 8 – Meerjarige peilbuismeting in de omgeving.
Figuur 9 – Isohypsen gemiddelde freatische grondwaterstand
Tabel 3 – Grondwaterstanden op basis van peilbuisgegevens.
Stand GLG GG GHG
Grondwaterstand 17,00 m+NAP 17,50 m+NAP 17,80 m+NAP
Vanzelfsprekend is het streven om de grondwaterstand niet onnodig te laten dalen in de omgeving,
als gevolg van de tijdelijke bemalingswerkzaamheden.
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 8 van 22
2.5 Grondwaterkwaliteit
De grondwaterkwaliteit op de projectlocatie is onderzocht en beschreven in het verkennend
bodemonderzoek. Hierin wordt aangegeven dat het grondwater licht verhoogde concentraties
barium en zink zijn gemeten. Uit peilbuismetingen van DINOloket is uit een peilbuis B34E0032 een
ijzergehalte van 1 en 0,27 mg/l.
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 9 van 22
3.0 Invloedsfeer
In dit hoofdstuk worden de uitgangspunten - op basis van de beschikbaar gestelde gegevens - en
berekeningsmethodes beschreven en de resultaten hiervan gepresenteerd en toegelicht.
3.1 Uitgangspunten
Tabel 4 – Uitgangspunten
Eigenschap Uitgangspunt
Aantal onttrekkingspunten 4 stuks
Gemiddeld debiet 20 m3/uur/bron (80 m3/uur totaal)
Piekdebiet 25 m3/uur/bron (100 m3/uur totaal)
Diepte bron Circa 18,00 meter minus maaiveld (tot om de kleilaag)
Onttrekkingsduur Permanent
Maaiveldhoogte Ca. 18,40 m +NAP
GHG 17,80 m+NAP
GLG 17,80 m+NAP
Laagopbouw Zie tabel 2.
Parameters Zie tabel 2.
Berekeningen Stationair
Neerslag Gemiddelde neerslag van 2,5 mm per dag. (900 mm per jaar).
Bodemweerstand
oppervlaktewater Cb
Kanaal 10 dagen
Overige watergangen 20 dagen
3.2 Bandbreedteanalyse
De BRL 12000 schrijft voor dat in de berekeningen duidelijk een bandbreedte zichtbaar is. Dit houdt
in dat voor het berekenen van de benodigde debieten en waterbezwaren, de doorlatendheden
worden gehanteerd. Hierbij wordt een verwachte doorlatendheid vanuit de boorstaten aangehouden
en een doorlatendheid met een factor van 1,2 hoger.
De berekeningen zijn, gezien de beperkte omvang, analytisch uitgevoerd met het programma
MWell.
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 10 van 22
3.3 Capaciteit onttrekking
Voor de onttrekking wordt een gemiddelde capaciteit van 75 m3/uur aangehouden. Dit debiet wordt
verdeeld over vier onttrekkingsbronnen welke op de locatie zo ver mogelijk uit elkaar geplaatst
worden. Iedere bron wordt voorzien van een bronpomp welke een capaciteit kan leveren van 25
m3/uur. Hierbij kan tijdens onderhoud van een bron de capaciteit van 75 m3/uur gehandhaafd blijven.
Het totale waterbezwaar wordt aangehouden op:
• 80 m3/uur
• 1.920 m3/dag
• 13.440 m3/week
• 59.520 m3/maand
• 178.560 m3/kwartaal
• 700.800 m3/jaar
3.4 Verlagingen
De verlagingen van de grondwaterstand in de omgeving, wordt gepresenteerd in onderstaande
afbeeldingen.
Figuur 10 – Maximale invloedssfeer
Het bepalen van bovenstaande verlagingscontouren is relevant voor het achterhalen van mogelijke
risico’s voor grondwater gerelateerde zettingen, natuur en landbouw en verplaatsing van
verontreinigingen. Op basis van de verlaging ten opzichtige van de GLG dient een
zettingsberekening gemaakt worden.
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 11 van 22
4.0 Grondwater gerelateerde zetting
Door de grondwaterstandsverlagingen kunnen cohesieve grondsoorten zoals klei en veen worden
samengedrukt, met zettingen in de omgeving van de werkzaamheden tot gevolg. Hierbij kan worden
gedacht aan maaiveldzakkingen en zetting (en deformatie) van op staal gefundeerde panden en
(ondergrondse) infrastructuur. Dit is met name het geval wanneer de grondwaterstand gedurende
langere tijd wordt verlaagd tot beneden de in het verleden opgetreden lage waarde (GLG).
Het invloedsgebied van de verlaging van de grondwaterstand, waarbinnen verder wordt verlaagd
dan de van nature voorkomende lage grondwaterstand (GLG) bedraagt maximaal 500 meter in
zuidelijke richting en 340 meter in noordelijke richt. De zettingsberekening wordt in noordelijke richt
berekend als worst-case scenario.
Figuur 11 – Bebouwing binnen de invloedssfeer
Tabel 7 – Zetting per verlaging in een maagdelijke situatie noordelijke richting.
Afstand in meters 60 140 340
Verlaging GLG in meters 1,00 0,50 0,05
Zetting in meters 0,0036 0,0019 0,0001
Afstand 80 220
Hoekverdraaiing 1:47.000 1:90.000
In de NEN 9997-1+C1:2017 staat het volgende vermeld met betrekking tot de grenswaarden voor
constructieve vervorming en verplaatsing van fundaties:
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 12 van 22
“De maximum toegelaten relatieve rotatie van constructies in open skeletbouw, skeletbouw met
wanden, dragende wanden of doorgaande metselwerkwanden is waarschijnlijk niet hetzelfde maar
varieert waarschijnlijk tussen ongeveer 1:200 en 1:300, om het ontstaan van een
bruikbaarheidsgrenstoestand in de constructie te voorkomen. Voor veel constructies is een
maximum relatieve rotatie van 1:500 toelaatbaar. De relatieve rotatie die waarschijnlijk leidt tot een
uiterste grenstoestand bedraagt ongeveer 1:150.”
“Voor normale constructies met afzonderlijke funderingen zijn totale zettingen tot 50 mm in het
algemeen toelaatbaar. Grotere zettingen kunnen toelaatbaar zijn mits de relatieve rotaties binnen
aanvaardbare grenzen blijven en mits de totale zetting geen problemen geeft met huisaansluitingen
van nutsleidingen, of leidt tot scheefstand enz.”
Voor de zettingsberekening is de laagopbouw aangehouden van tabel 2.
Geconcludeerd kan worden dat de te verwachten zettingen en de daaraan gerelateerde rotatie als
niet-noemenswaardig beschouwd kan worden.
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 13 van 22
5.0 Overige grondwater gerelateerde effecten
Het onttrekken van grondwater kan effecten op de omgeven veroorzaken. De onderstaande effecten
zijn afzonderlijk benaderd.
5.1 Grondwaterverontreinigingen
Rondom de projectlocatie zijn meerdere grondwaterverontreinigingen bekend. In de onderstaande
afbeelding zijn in het blauw de VOCl-verontreinigingen en in het rood de mogelijke minerale olie
verontreinigen aangegeven. De minerale olieverontreinigingen vallen binnen de invloedssfeer.
Figuur 21 - Grondwaterverontreinigingen
Met behulp van de retardatiefactor wordt de indicatieve verplaatsing voor de onttrekking van de
verontreiniging berekend.
Rf = 1 + (b * Kd)/ p
• Kd voor xyleen is aangehouden 0,5 dm3/kg (bron: Urgentie bodemsanering)
• Bulkdichtheid voor zand is aangehouden op 1,7 kg/l
• Porositeit is aangehouden op 0,10
Rf = 1 + (1,7 * 0,5)/ 0,25
Rf = 4,40
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 14 van 22
Figuur 13 – Verhang dichtbij zijnde mogelijke verontreiniging.
Een maximaal verlagingsverschil bedraagt van 0,50 meter op een afstand van 135 meter. Het
verhang (i) is 0,0037. Uitgaande van een doorlatendheid van 15 meter per dag bedraagt de
stroomsnelheid V (k*i) bedraagt 0,06 meter per dag. Dit bedraagt 22 meter per jaar. Gecorrigeerd
voor de effectieve porositeit (n) van 0,25 bedraagt de werkelijke verplaatsing 88 meter. De
verplaatsing van de verontreiniging bedraagt 88 meter/ 4,40 (Rf) = 20 meter na 365 dagen.
Benadrukt dient te worden dat hierbij een verdunning plaats vindt en de uiteindelijke verplaatsing in
de tijd zal afnemen. Ook is de concentratie van de minerale olie niet bekend en kan deze
berekening als worstcase beschouwd worden. Als de grondwaterverontreiniging reeds gesaneerd is
kan men uitgaan van een niet noemenswaardige verplaatsing van de restverontreiniging.
5.2 Overige grondwateronttrekkingen
Binnen de invloedssfeer geen grondwateronttrekkingen in de vorm van een beregening, WKO of
drinkwaterwinningen aangetroffen (bron: Provincie Overijssel).
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 15 van 22
Figuur 14 – Overige grondwateronttrekking
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 18 van 22
6.0 Opstelling onttrekking en lozing
6.1 Onttrekking
De onttrekking wordt uitgevoerd met een viertal onttrekkingsbronnen. De bronnen hebben een
maximale diepte tot op de kleilaag. Deze diepte kan afwijken. De verwachting is dat de bronnen een
diepte hebben van 18 tot 20 meter minus maaiveld. De boringen worden aangebracht met een
rotary zuigboormethode met een boorgat diameter van minimale van 350 millimeter. In het boorgat
wordt gecentreerd een pvc-bronbuis geplaatst met een diameter van 250 millimeter. De bron is
voorzien van 1 meter zandvang in de kleilaag met daarboven 5 meter perforatie. De zandvang,
perforatie tot 1 meter boven de perforatie wordt omstort met gewassen filtergrind. Het boren,
plaatsen en afwerken van de bron wordt uitgevoerd conform BRL 2100 protocol 2101. De exacte
bronlocatie worden naderbepaald. In figuur 3 staat een representatief voorstel van de bronlocaties.
Omdat de bronnen met het daarbij behorende leidingwerk en energievoorziening moet passen in de
inrichting kan deze afwijken. Doel blijft wel om de bronnen op de projectlocatie zo ver mogelijk uit
elkaar te plaatsen.
Figuur 14 – Opstelling bron
6.2 Lozingsmogelijkheden opgepompt grondwater
Het onttrokken grondwater wordt gebruikt als proceswater. De kwaliteit van dit water is onvoldoende
om te retourneren in de bodem of te lozen op het oppervlaktewater. Het proceswater wordt geloosd
op het vuilwaterriool. NX Filtration streeft naar maximaal hergebruik van proceswater.
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 19 van 22
7.0 Conceptuele beschrijving monitoring grondwateronttrekking
Ten gevolge van de bemalingswerkzaamheden wordt de grondwaterstand in de omgeving van de
projectlocatie mogelijk beïnvloed. De te verwachten beïnvloeding zal het grootst zijn direct naast de
projectlocatie en zal afnemen naarmate de afstand groter wordt.
7.1 Peilbuislocaties
Rondom de projectlocatie wordt geadviseerd peilbuizen te plaatsen, om de verlagingen richting de
omgeving te kunnen monitoren. Iedere peilbuis wordt voorzien van een telemetrische digitale logger
of handmatige metingen. Tevens wordt bij iedere bron een peilbuis om het functioneren van de bron
te contoleren. In de onderstaande afbeelding worden 8 peilbuizen voorgesteld.
Figuur 16 – Voorstel peilbuis locaties
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 20 van 22
7.2 Controle waterbezwaren
Het functioneren van de bemaling dient tevens gecontroleerd te worden aan de hand van de
debieten en waterbezwaren. Op iedere bronpomp wordt een digitale watermeter geplaatst. Deze
watermeter wordt zo geplaatst dat deze geen vals lucht kan meten. Ook wordt regelmatig
onderhoud gepleegd. De binnen diameter is geijkt en wanneer deze door een aanslag een kleinere
diameter krijgt zal het gemeten debiet hoger zijn dan het werkelijke debiet.
7.3 Rapportage en communicatie
Alle meetgegevens worden verzameld in een overzichtelijke digitale database.
Het is van belang dat de meetgegevens die door de deskundigen op waarde zijn geschat, periodiek
met de belanghebbenden/betrokkenen worden gecommuniceerd. Indien zich geen bijzonderheden
voordoen dient jaarlijks een overzicht te worden samengesteld van de gemeten grootheden en deze
te worden voorzien van een toelichting en bijpassende conclusies. Indien de deskundigen
bijzonderheden of onregelmatigheden waarnemen in de meetreeksen dient hierover direct te
worden gecommuniceerd met het bevoegd gezag. De vervolgens (in overleg) te nemen actie (zie
actieplan) dient met de belanghebbenden/betrokkenen te worden gecommuniceerd.
Voor iedere peilbuismeting moet minimaal worden geregistreerd;
- Peilbuisnummer;
- Datum van de meting;
- Tijdstip van de meting;
- De grondwaterstand in m –NAP.
*Bij de eerste meting moet eveneens de hoogte van de bovenkant van de peilbuis ten opzichte van het maaiveld en NAP
worden geregistreerd.
7.4 Actieplan
Het actieplan omvat de, op basis van de meetresultaten, te nemen stappen. In de volgende sub
paragrafen wordt voor de verschillende metingen aangegeven welke waarschuwingswaarden van
toepassing zijn.
Bij een normaal verloop van de metingen zijn over het algemeen geen bijzondere acties
noodzakelijk. Bij een overschrijding van waarschuwingswaarden is het nodig om aanvullende
maatregelen te treffen dan wel vervolgacties uit te voeren. Vaak wordt verondersteld dat bij een
overschrijding van de grenswaarde schade kan optreden. Omdat in veel gevallen meerdere
processen uiteindelijk leiden tot schade kan de grenswaarde niet altijd eenduidig worden vastgesteld
of is vaststelling van de grenswaarde niet mogelijk. De metingen dienen daarom in samenhang te
worden beoordeeld.
Door middel van het actieplan staat beschreven welke acties moeten worden genomen bij een
overschrijding.
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 22 van 22
8.0 Voorschriften, vergunningen en belastingen
WATERWET
Voor het onttrekken van grondwater is provincie Overijssel bevoegd gezag. Bij een onttrekking ten
behoeve van industriële toepassingen, indien de te onttrekken hoeveelheid water meer dan
150.000 m3 per jaar bedraagt is deze vergunningsplichtig. Na het verlenen van een vergunning mag
op basis van deze voorschriften grondwater onttrokken worden. In grote lijnen betekent dit dat men
niet meer grondwater mag onttrekken dan strikt noodzakelijk.
Jaarlijks worden de hoeveel het onttrokken en geloosde hoeveelheden water geregistreerd op de
“jaaropgave grondwateronttrekkingen”. Deze aangifte dient voor 31 januari ingediend te worden.
BLBi
Het lozen van water op het vuilwaterriool dient conform het besluit lozen buiten inrichtingen
uitgevoerd te worden. Hierbij is de gemeente (riool) samen met het waterschap (waterzuivering)
bevoegd gezag.
26 juni 2024 | 3.58 MB | Hoort bij dossier Woo-verzoek nieuwe vestiging van NX Filtration in Hengelo 25 juni 2023