Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 2 van 22
Inhoudsopgave
1.0 Inleiding .................................................................................................................... 3
2.0 Inventarisatie bodemopbouw, geohydrologie en oppervlaktewater .......................... 5
2.1 Uitgevoerde onderzoeken .................................................................................................5
2.2 Schematische bodemopbouw en geohydrologie .................................................................6
2.3 Oppervlaktewater .............................................................................................................7
2.4 Grondwaterstanden ..........................................................................................................7
2.5 Grondwaterkwaliteit .........................................................................................................8
3.0 Invloedsfeer .............................................................................................................. 9
3.1 Uitgangspunten .................................................................................................................9
3.2 Bandbreedteanalyse ..........................................................................................................9
3.3 Capaciteit onttrekking ..................................................................................................... 10
3.4 Verlagingen ..................................................................................................................... 10
4.0 Grondwater gerelateerde zetting ............................................................................ 12
5.0 Overige grondwater gerelateerde effecten .............................................................. 14
5.1 Grondwaterverontreinigingen ......................................................................................... 14
5.2 Overige grondwateronttrekkingen ................................................................................... 14
5.3 Verdroging, natuurwaarden en landbouwdepressie ......................................................... 15
5.4 Archeologie ..................................................................................................................... 17
6.0 Opstelling onttrekking en lozing .............................................................................. 18
6.1 Onttrekking ..................................................................................................................... 18
6.2 Lozingsmogelijkheden opgepompt grondwater ................................................................ 18
7.0 Conceptuele beschrijving monitoring grondwateronttrekking .................................. 19
7.1 Peilbuislocaties ............................................................................................................... 19
7.2 Controle waterbezwaren ................................................................................................. 20
7.3 Rapportage en communicatie .......................................................................................... 20
7.4 Actieplan ......................................................................................................................... 20
7.5 Waarde en acties ............................................................................................................. 21
8.0 Voorschriften, vergunningen en belastingen ............................................................ 22
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 3 van 22
1.0 Inleiding
In opdracht van NX filtration B.V. heeft LamersWater B.V. voorliggende rapportage opgesteld. NX
Filtration heeft een innovatieve en duurzame technologie ontwikkeld om schoon en betaalbaar
drinkwater te produceren door nanotechnologie toe te passen op membranen voor het filteren van
water. Aangezien NX Filtration bij de productie van de waterbesparende membranen dient te
beschikken over voldoende proceswater wordt hiervoor een grondwateronttrekking gerealiseerd. NX
filtration heeft voor het proceswater continu gemiddeld 80 m3/uur nodig. Gebruik van drinkwater
(leidingwater) als proceswater is hierbij uitgesloten. Als proceswater wordt grondwater gebruikt. Het
proceswater is geen koelwater. Om de mogelijkheden te analyseren is in februari 2022 een
haalbaarheidsonderzoek gedaan met een pompproef voor het grondwater. Hierbij zijn de
doorlatendheid en de mogelijke debieten gemodelleerd. Een grondwateronttrekking verdeeld over
een viertal onttrekkingsbronnen met een gemiddeld debiet van 20 m3/uur/bron en een
pompcapaciteit van 25 m3/uur/bron wordt in deze rapportage nader beschreven. De projectlocatie
bevindt zich op het High Tech Systems Park in Hengelo aan de Haaksbergerstraat met als
rijksdriehoekscoördinaten 249.215, 473.984 (xy).
Figuur 1 – Projectlocatie
Figuur 2 – Projectlocatie ingezoomd
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 4 van 22
Figuur 3 – Voorstel locatie viertal bronnen
De gehanteerde bronnen zijn;
• Pompproef gegevens februari 2022
• Verkennend bodemonderzoek, Lycens, 24 februari 2022
• Tekening - P19011 BV-03 Plattegronden 17-07-2020
• DINOLoket (bodemopbouw, grondwaterstanden, grondwaterkwaliteit)
• REGIS II (bodemopbouw)
• Google Maps, Google Inc. (locatie)
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 5 van 22
2.0 Inventarisatie bodemopbouw, geohydrologie en oppervlaktewater
In dit hoofdstuk is de inventarisatie van de bodemopbouw, geohydrologie en oppervlaktewater in
kaart gebracht.
2.1 Uitgevoerde onderzoeken
Ter hoogte van de projectlocatie is de bodemopbouw bepaald met behulp van beschikbare
informatie. Het maaiveld een gemiddeld niveau kan aangehouden worden op 18,30 m+NAP.
Om inzicht te verkrijgen in de regionale bodemopbouw en het meerjarig stijghoogteverloop, is
DINOLoket geraadpleegd.
Figuur 4 – Maaiveldhoogte op basis van AHN3
Figuur 5 – Regionale bodemopbouw (West naar Oost). Bron: DINOLoket – REGIS II v2.1.
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 6 van 22
Figuur 6 – Regionale bodemopbouw (Noord naar Zuid). Bron: DINOLoket – REGIS II v2.1.
Figuur 7 – Diepere boringen op de projectlocatie.
2.2 Schematische bodemopbouw en geohydrologie
Op basis van de beschikbare bodemgegevens zijn de bodemopbouw en de geohydrologische
gesteldheid van de ondergrond geschematiseerd. Deze schematisering wordt gepresenteerd in
onderstaande tabel.
Tabel 2 - Schematische bodemopbouw t.b.v. berekeningen.
Laag Diepte in m t.o.v.
NAP (ca.)
Bodembeschrijving Typering Parameterwaarden
(ca.)
0 18,30 m+NAP* Maaiveld Infiltratieoppervlak c = 250 dagen
1 tot 1,00 m+NAP Fijn zand Formatie van Boxtel, Drente kD = 250-275 m2/dag
2 tot 25 m- NAP Klei Formatie van Rupel c = 2000 dagen
* Gemiddelde op basis van de AHN3.
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 7 van 22
2.3 Oppervlaktewater
De onttrekking vindt plaats op korte afstand van verschillenden watergangen. Het oppervlaktewater
heeft beperkt tot geen invloed op de onttrekking. De oppervlaktewateren binnen de invloedssfeer
zijn met de daarbij behorende bodemweerstand een onderdeel van de modelberekening. Het kanaal
is tevens meegenomen in de modelberekening. Hierbij is bodemweerstand en een taludweerstand
opgenomen. Hierbij kan aangenomen worden dat het talud en de bodem van het kanaal niet
waterdicht zijn. Deze is nader uitgewerkt in de modelberekening.
2.4 Grondwaterstanden
De gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG), welke relevant is voor het bepalen van de
omgevingsrisico’s als onder andere het zettingsgedrag van de bodem en het effect op houten
paalfunderingen, dient over een periode van meerdere jaren bepaald te worden. In de directe
omgeving zijn twee peilbuizen gevonden met een relevant langdurige periode. De
grondwaterstanden zijn realistisch maar wel ter indicatie. Vooraf dient de grondwaterstand op de
projectlocatie gecontroleerd te worden.
Figuur 8a – Meerjarige peilbuismeting in de omgeving DINOloket.
Figuur 8b – Meerjarige peilbuisgegevens Twents Waternet
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 8 van 22
Figuur 9 – Isohypsen gemiddelde freatische grondwaterstand Grondwatertools
Tabel 3 – Grondwaterstanden op basis van peilbuisgegevens.
Stand GLG GG GHG
Grondwaterstand 16,65 m+NAP 17,00 m+NAP 17,38 m+NAP
Vanzelfsprekend is het streven om de grondwaterstand niet onnodig te laten dalen in de omgeving,
als gevolg van de werkzaamheden.
2.5 Grondwaterkwaliteit
De grondwaterkwaliteit op de projectlocatie is onderzocht en beschreven in het verkennend
bodemonderzoek. Hierin wordt aangegeven dat het grondwater licht verhoogde concentraties
barium en zink zijn gemeten (achtergrondwaardes). Uit peilbuismetingen van DINOloket is uit een
peilbuis B34E0032 een ijzergehalte van 1 en 0,27 mg/l. Deze waardes hebben geen negatieve
gevolgen voor het proceswater.
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 9 van 22
3.0 Invloedsfeer
In dit hoofdstuk worden de uitgangspunten - op basis van de beschikbaar gestelde gegevens - en
berekeningsmethodes beschreven en de resultaten hiervan gepresenteerd en toegelicht.
3.1 Uitgangspunten
Tabel 4 – Uitgangspunten
Eigenschap Uitgangspunt
Aantal onttrekkingspunten 4 stuks
Gemiddeld debiet 20 m3/uur/bron (80 m3/uur totaal)
Piekdebiet 25 m3/uur/bron (100 m3/uur totaal)
Diepte bron Circa 18,00 meter minus maaiveld (tot om de kleilaag)
Onttrekkingsduur Permanent
Maaiveldhoogte Ca. 18,30 m +NAP
GHG 17,38 m+NAP
GLG 16,65 m+NAP
Laagopbouw Zie tabel 2.
Parameters Zie tabel 2.
Berekeningen Stationair
Neerslag Gemiddelde neerslag van 2,2 mm per dag. (786 mm per jaar).
Bodemweerstand
oppervlaktewater Cb
Kanaal 10 dagen
Overige watergangen 20 dagen
3.2 Bandbreedteanalyse
De BRL 12000 schrijft voor dat in de berekeningen duidelijk een bandbreedte zichtbaar is. Dit houdt
in dat voor het berekenen van de benodigde debieten en waterbezwaren, de doorlatendheden
worden gehanteerd. Hierbij wordt een verwachte doorlatendheid vanuit de boorstaten en de
pompproef aangehouden en een doorlatendheid met een factor van 1,2 hoger.
De berekeningen zijn, gezien de beperkte omvang, analytisch uitgevoerd met het programma
MWell.
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 10 van 22
3.3 Capaciteit onttrekking
Voor de onttrekking wordt een maximale capaciteit van 80 m3/uur aangehouden. Dit debiet wordt
verdeeld over vier onttrekkingsbronnen welke op de locatie zo ver mogelijk uit elkaar geplaatst
worden. Iedere bron wordt voorzien van een bronpomp welke een capaciteit kan leveren van 25
m3/uur. Hierbij kan tijdens onderhoud van één bron de capaciteit van 75 m3/uur gehandhaafd blijven.
Het proceswater wordt in circa vier jaar opgevoerd naar een maximaal jaarlijks waterbezwaar. De
opbouw zit er als volgt uit:
• 2023 bedraagt het waterbezwaar 100.000 m3 circa 2.500 vollasturen bedraagt gem. 40 m3/uur
• 2024 bedraagt het waterbezwaar 320.000 m3 circa 8.000 vollasturen bedraagt gem. 40 m3/uur
• 2025 bedraagt het waterbezwaar 440.000 m3 circa 8.000 vollasturen bedraagt gem. 55 m3/uur
• 2026 bedraagt het waterbezwaar 560.000 m3 circa 8.000 vollasturen bedraagt gem. 70 m3/uur
• 2027 bedraagt het waterbezwaar 600.000 m3 circa 8.000 vollasturen bedraagt gem. 75 m3/uur
• 2028 bedraagt het waterbezwaar 700.800 m3 circa 8.760 vollasturen bedraagt gem. 80 m3/uur
Het totale waterbezwaar wordt aangehouden op:
• 80 m3/uur
• 1.920 m3/dag
• 13.440 m3/week
• 59.520 m3/maand
• 178.560 m3/kwartaal
• 700.800 m3/jaar
3.4 Verlagingen
De verlagingen van de grondwaterstand in de omgeving, wordt gepresenteerd in onderstaande
afbeeldingen.
Figuur 10a – Maximale invloedssfeer onttrekking 2023 en 2024
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 11 van 22
Figuur 10b – Maximale invloedssfeer onttrekking 2026
Figuur 10c – Maximale invloedssfeer onttrekking 2028
Het bepalen van bovenstaande verlagingscontouren is relevant voor het achterhalen van mogelijke
risico’s voor grondwater gerelateerde zettingen, natuur en landbouw en verplaatsing van
verontreinigingen. Op basis van de verlaging ten opzichtige van de GLG dient een
zettingsberekening gemaakt worden.
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 12 van 22
4.0 Grondwater gerelateerde zetting
Door de grondwaterstandsverlagingen kunnen cohesieve grondsoorten zoals klei en veen worden
samengedrukt, met zettingen in de omgeving van de werkzaamheden tot gevolg. Hierbij kan worden
gedacht aan maaiveldzakkingen en zetting (en deformatie) van op staal gefundeerde panden en
(ondergrondse) infrastructuur. Dit is met name het geval wanneer de grondwaterstand gedurende
langere tijd wordt verlaagd tot beneden de in het verleden opgetreden lage waarde (GLG).
Het invloedsgebied van de verlaging van de grondwaterstand, waarbinnen verder wordt verlaagd
dan de van nature voorkomende lage grondwaterstand (GLG) bedraagt maximaal 500 meter in
zuidelijke richting en 340 meter in noordelijke richt. De zettingsberekening wordt in noordelijke richt
berekend als worst-case scenario.
Figuur 11 – Bebouwing binnen de invloedssfeer
Als parameters wordt 16,65 tot 15,80 m+NAP Cp 550 (primaire samendrukkingscoëfficiënt) voor
15,80 m+NAP tot dieper Cp 800.
Tabel 7 – Zetting per verlaging in een maagdelijke situatie noordelijke richting.
Afstand in meters 60 140 340
Verlaging GLG in meters 1,00 0,50 0,05
Zetting in meters 0,0036 0,0019 0,0001
Afstand 80 220
Hoekverdraaiing 1:47.000 1:90.000
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 13 van 22
In de NEN 9997-1+C1:2017 staat het volgende vermeld met betrekking tot de grenswaarden voor
constructieve vervorming en verplaatsing van fundaties:
“De maximum toegelaten relatieve rotatie van constructies in open skeletbouw, skeletbouw met
wanden, dragende wanden of doorgaande metselwerkwanden is waarschijnlijk niet hetzelfde maar
varieert waarschijnlijk tussen ongeveer 1:200 en 1:300, om het ontstaan van een
bruikbaarheidsgrenstoestand in de constructie te voorkomen. Voor veel constructies is een
maximum relatieve rotatie van 1:500 toelaatbaar. De relatieve rotatie die waarschijnlijk leidt tot een
uiterste grenstoestand bedraagt ongeveer 1:150.”
“Voor normale constructies met afzonderlijke funderingen zijn totale zettingen tot 50 mm in het
algemeen toelaatbaar. Grotere zettingen kunnen toelaatbaar zijn mits de relatieve rotaties binnen
aanvaardbare grenzen blijven en mits de totale zetting geen problemen geeft met huisaansluitingen
van nutsleidingen, of leidt tot scheefstand enz.”
Voor de zettingsberekening is de laagopbouw aangehouden van tabel 2.
Geconcludeerd kan worden dat de te verwachten zettingen en de daaraan gerelateerde rotatie als
niet-noemenswaardig beschouwd kan worden.
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 14 van 22
5.0 Overige grondwater gerelateerde effecten
Het onttrekken van grondwater kan effecten op de omgeven veroorzaken. De onderstaande effecten
zijn afzonderlijk benaderd.
5.1 Grondwaterverontreinigingen
Rondom de projectlocatie zijn meerdere grondwaterverontreinigingen bekend. In de onderstaande
afbeelding zijn in het blauw de VOCl-verontreinigingen en in het rood de mogelijke minerale olie
verontreinigen aangegeven. Deze spots zijn geen geregistreerde grondwaterverontreinigingen. In
het verleden hebben op de rode locaties HBO-tanks gelegen. Deze zijn verwijderd/gesaneerd. In de
bijlage staat de memo van Lycens van 2 juni 2022. De mogelijke verontreiniging aan de Robijnstraat
1 heeft geen noemenswaardige grondwaterverontreiniging. Deze is daarom niet aangegeven in
figuur 12. Smaragdstraat 8 is de dichtbij zijnde verontreiniging en bevindt zich binnen de maximale
invloedssfeer. Benadrukt dient te worden dat deze spot in de eerste jaren met de lagere debieten
nog buiten de invloedssfeer valt. Uit meting van 1999 blijkt dat Smaragdstraat 8 blijkt het grondwater
verontreinigd met minerale olie en vluchtige aromaten. Nader onderzoek is nodig wat de huidige
staat is van deze verontreiniging is. Hiervoor is reeds contact opgenomen met de gemeente. Voor
de start van de onttrekking wordt bepaald of de onttrekking meer dan 1.000 m3 verontreinigd
grondwater aantrekt. Eventueel worden hiervoor mitigerende maatregelen genomen.
Figuur 12 - Grondwaterverontreinigingen
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 15 van 22
5.2 Overige grondwateronttrekkingen
Binnen de invloedssfeer geen grondwateronttrekkingen in de vorm van een beregening, WKO of
drinkwaterwinningen aangetroffen (bron: Provincie Overijssel).
Figuur 13 – Overige grondwateronttrekking
5.3 Verdroging, natuurwaarden en landbouwdepressie
Effecten als gevolg van de onttrekking op natuurwaarden en landbouw, worden niet verwacht. De
onttrekking vindt plaats binnen de bebouwde kom (bedrijventerrein). Het dichtstbijzijnde gebeid met
NNN-status bevindt zich op 900 meter ten westen van de projectlocatie. Binnen de invloedssfeer zijn
geen monumentale bomen en beschermde groenaanleggen. Wel bevindingen zich hier enkele
bosschages.
Droogtestress kan ontstaan door afname van bodemvocht. Vocht in de bodem is het water in de
onverzadigde zone. De onverzadigde zone in deze zandgronden wordt grotendeels voorzien van
water door neerslag. In dit geval wordt een kleiner deel wordt voorzien door de capillaire nalevering
van de verzadigde zone. Bomen kunnen met diepere worteling meer gebruik maken van het
onderste deel van de zone opneembaar vocht (productief vocht). Dit deel heeft een groter aandeel
van vocht vanuit de capillaire nalevering. Hierbij dient rekening houden te worden dat deze type
bomen geen worteling hebben in de verzadigde zone (GLG). In een zeer droge zomer (zie 2018 en
2019) kunnen bomen hinder ondervinden van droogte. De voornaamste oorzaak is hierbij het
ontbreken van neerslag en indirect een verlaging van het grondwaterpeil. Een extra verlaging van
het grondwaterpeil door een onttrekking kan hierbij een nadelig effect hebben.
Zoals in paragraaf 3.3 is aangegeven wordt de opstart van de onttrekking is vier jaar van 50% naar
100% gebracht. Hierbij zal de verlaging ten opzichte van GLG per groeiseizoen oplopen en kunnen
bomen en struiken zich beter aanpassen op de nieuwe situatie met een diepere worteling.
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 18 van 22
6.0 Opstelling onttrekking en lozing
6.1 Onttrekking
De onttrekking wordt uitgevoerd met een viertal onttrekkingsbronnen. De bronnen hebben een
maximale diepte tot op de kleilaag. Deze diepte kan afwijken. De verwachting is dat de bronnen een
diepte hebben van 18 tot 20 meter minus maaiveld. De boringen worden aangebracht met een
rotary zuigboormethode met een boorgatdiameter van minimale van 350 millimeter. In het boorgat
wordt gecentreerd een pvc-bronbuis geplaatst met een diameter van 250 millimeter. De bron is
voorzien van 1 meter zandvang in de kleilaag met daarboven 5 meter perforatie. De zandvang (1
meter blind onder de perforatie), de perforatie (5 meter) en tot 1 meter boven de perforatie wordt
omstort met gewassen filtergrind (7 meter totaal). Het boren, plaatsen en afwerken van de bron
wordt uitgevoerd conform BRL 2100 protocol 2101. De exacte bronlocatie worden naderbepaald. In
figuur 3 staat een representatief voorstel van de bronlocaties. Omdat de bronnen met het daarbij
behorende leidingwerk en energievoorziening moet passen in de inrichting kan deze afwijken. Doel
blijft wel om de bronnen op de projectlocatie zo ver mogelijk uit elkaar te plaatsen.
Figuur 17 – Opstelling bron
6.2 Lozingsmogelijkheden opgepompt grondwater
Het onttrokken grondwater wordt gebruikt als proceswater. De kwaliteit van dit water is onvoldoende
om te retourneren in de bodem of te lozen op het oppervlaktewater. Het proceswater wordt geloosd
op het vuilwaterriool. NX Filtration streeft naar maximaal hergebruik van proceswater.
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 19 van 22
7.0 Conceptuele beschrijving monitoring grondwateronttrekking
Ten gevolge van de onttrekking wordt de grondwaterstand in de omgeving van de projectlocatie
mogelijk beïnvloed. De te verwachten beïnvloeding zal het grootst zijn direct naast de projectlocatie
en zal afnemen naarmate de afstand groter wordt.
7.1 Peilbuislocaties
Rondom de projectlocatie wordt geadviseerd peilbuizen te plaatsen, om de verlagingen richting de
omgeving te kunnen monitoren. Iedere peilbuis wordt voorzien van een telemetrische digitale logger.
Tevens wordt bij iedere bron een peilbuis om het functioneren van de bron te contoleren. In de
onderstaande afbeelding worden 8 peilbuizen voorgesteld. Peilbuis 5 t/m 8 worden openbaar
gemaakt door een aanlevering voor BRO. Peilbuis 1 t/m 4 zijn voor de controle van de werking van
het systeem. Deze gegevens worden bewaard en kunnen ten alle tijde opgevraagd worden door het
bevoegd gezag.
Figuur 18 – Voorstel peilbuis locaties
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 20 van 22
7.2 Controle waterbezwaren
Het functioneren van de onttrekking dient tevens gecontroleerd te worden aan de hand van de
debieten en waterbezwaren. Op iedere bronpomp wordt een digitale watermeter geplaatst. Deze
watermeter wordt zo geplaatst dat deze geen vals lucht kan meten. Ook wordt regelmatig
onderhoud gepleegd. De binnen diameter is geijkt en wanneer deze door een aanslag een kleinere
diameter krijgt zal het gemeten debiet hoger zijn dan het werkelijke debiet.
7.3 Rapportage en communicatie
Alle meetgegevens worden verzameld in een overzichtelijke digitale database.
Het is van belang dat de meetgegevens die door de deskundigen op waarde zijn geschat, periodiek
met de belanghebbenden/betrokkenen worden gecommuniceerd. Indien zich geen bijzonderheden
voordoen dient jaarlijks een overzicht te worden samengesteld van de gemeten grootheden en deze
te worden voorzien van een toelichting en bijpassende conclusies. Indien de deskundigen
bijzonderheden of onregelmatigheden waarnemen in de meetreeksen dient hierover direct te
worden gecommuniceerd met het bevoegd gezag. De vervolgens (in overleg) te nemen actie (zie
actieplan) dient met de belanghebbenden/betrokkenen te worden gecommuniceerd.
Voor iedere peilbuismeting moet minimaal worden geregistreerd;
- Peilbuisnummer;
- Datum van de meting;
- Tijdstip van de meting;
- De grondwaterstand in m –NAP.
*Bij de eerste meting moet eveneens de hoogte van de bovenkant van de peilbuis ten opzichte van het maaiveld en NAP
worden geregistreerd.
7.4 Actieplan
Het actieplan omvat de, op basis van de meetresultaten, te nemen stappen. In de volgende sub
paragrafen wordt voor de verschillende metingen aangegeven welke waarschuwingswaarden van
toepassing zijn.
Bij een normaal verloop van de metingen zijn over het algemeen geen bijzondere acties
noodzakelijk. Bij een overschrijding van waarschuwingswaarden is het nodig om aanvullende
maatregelen te treffen dan wel vervolgacties uit te voeren. Vaak wordt verondersteld dat bij een
overschrijding van de grenswaarde schade kan optreden. Omdat in veel gevallen meerdere
processen uiteindelijk leiden tot schade kan de grenswaarde niet altijd eenduidig worden vastgesteld
of is vaststelling van de grenswaarde niet mogelijk. De metingen dienen daarom in samenhang te
worden beoordeeld.
Door middel van het actieplan staat beschreven welke acties moeten worden genomen bij een
overschrijding.
Geohydrologische rapportage Haaksbergerstraat Hengelo Pagina 22 van 22
8.0 Voorschriften, vergunningen en belastingen
WATERWET
Voor het onttrekken van grondwater is provincie Overijssel bevoegd gezag. Bij een onttrekking ten
behoeve van industriële toepassingen, indien de te onttrekken hoeveelheid water meer dan
150.000 m3 per jaar bedraagt is deze vergunningsplichtig. Na het verlenen van een vergunning mag
op basis van deze voorschriften grondwater onttrokken worden. In grote lijnen betekent dit dat men
niet meer grondwater mag onttrekken dan strikt noodzakelijk.
Jaarlijks worden de hoeveel het onttrokken en geloosde hoeveelheden water geregistreerd op de
“jaaropgave grondwateronttrekkingen”. Deze aangifte dient voor 31 januari ingediend te worden.
Blbi
Het lozen van water op het vuilwaterriool dient conform het besluit lozen buiten inrichtingen
uitgevoerd te worden. Hierbij is de gemeente (riool) samen met het waterschap (waterzuivering)
bevoegd gezag.
26 juni 2024 | 3.8 MB | Hoort bij dossier Woo-verzoek nieuwe vestiging van NX Filtration in Hengelo 25 juni 2023