Home
Woo-verzoeken

Woo-verzoeken

1769 resultaten worden getoond
PDF20221202_agendavoorstel_ronde_tafelsessie_7_dec.pdf
Intern gebruik Agendavoorstel Ronde Tafelsessie Woensdag 7 december 2022 – ’t Aole Gemientehoes Schoonebeek 1. Opening 2. Notulen en acties vorige sessie / Update Q&A 3. Voorstellen en kennismaking met onafhankelijk voorzitter 4. Stavaza project (NAM) 5. Afsprakenkader 6. Volgend overleg 7. Afsluiting
26 juni 2024102.16 KBHoort bij dossier Woo-verzoek, Stop Afvalwater Schoonebeek 23 april 2023
Download PDF
PDF20230109_concept_notulen_bo_28_nov_2022_002_geredigeerd.pdf
Intern gebruik CONCEPT NOTULEN Bestuurlijk overleg – 28 november 2022 16:00-18:00 Aanwezigen o Provincie Drenthe: Tjisse Stepstra (Voorzitter), o Gemeente Emmen: Rene van der Weide, o Gemeente Coevorden: Jeroen Huizing, o Waterschap: Nettie Aarnink, o EZK: , (Notulen) o NAM: , Overzicht acties/afspraken o EZK: Terugkoppeling van status MKBA en wanneer het gedeeld kan worden. o EZK: Terugkoppeling van status oordeel SodM herevaluatie Twente en wanneer het gedeeld kan worden. o Gemeenten: Plannen van een nieuwe datum voor de informatieavond. o Gemeente Emmen: Vinden van een procesleider voor de informatieavond. o Gemeenten: opdrachtverstrekken voor onafhankelijke review/second opinion op Aanvullend Onderzoeksrapport RHDHV o EZK: Contact met de voorzitter om brief met bestuursafspraken naar bestuurlijk niveau te brengen. o EZK: Binnengekomen feedback bestuursafspraken verwerken voorafgaand aan delen met bestuursvoorzitter. o Gemeenten: Financiële betrokkenheid overnemen van EZK wanneer regie van EZK over het gebiedsproces is afgerond. o Besluit Bestuurders: Het gebiedsproces is niet gebaat met een presentatie van SSAT. Vergadering o Opening o Welkom en Opening door voorzitter. o Follow up acties vorig overleg o Niet besproken. o Afdronk van de op dat moment beschikbare onderzoeksrapporten (ihb nader onderzoek Drenthe) o Voorzitter geeft aan het belangrijk te vinden 5 december een pakket te hebben met rapporten om er wat van te vinden. Eind dit jaar komt er een bestuurlijke appreciatie, maar dan moet er wel goed ingelezen kunnen worden. o Genoemde rapporten zijn MER-aanmeldnotitie en oordeel EZK, MKBA, oordeel SodM over herevaluatie en aanvullend onderzoek zoals herevaluatie specifiek voor Drenthe. o ACTIE EZK geeft aan snel terug te komen met de status van de MKBA en wanneer het gedeeld kan worden. o EZK geeft aan dat na de aanmeldnotitie de omgevingsvergunning(en) volgt en een waterinjectiemanagementplan dat onderdeel is van omgevingsvergunning of winningsplan. Zowel decentrale overheden als SodM hebben een adviesrol bij deze vergunningen. Voor winningsplan ook TNO, Tcbb en Mijnraad. o NAM: De eerste versie MER aanmeldnotitie was heel breed, we scherpen notitie op verzoek aan. Inmiddels zijn er ook Porthos uitspraak van Raad van State. We onderzoeken wat het effect op het project is. Indicatieve project scope: 2 putten van locatie S313 en 2 putten van locatie S447 met als backup de locatie S580, watertransportleiding aansluitingen naar Intern gebruik de locaties en mogelijk aanleg aanvullende electriciteitskabels. o EZK: Eerst wordt de MER-aanmeldnotitie beoordeeld en dan besluit wel/geen MER. o NAM: Het aanvullend onderzoek Drenthe is nog niet gedeeld. Vanmiddag is onder embargo een concept rapport van Royal Haskoning ambtelijk gedeeld. Op 12 december zullen we het onderzoek delen. Ook zullen we opnemen hoe we tot ons besluit komen. o Gemeenten: Hebben we op 12 december dan de juiste documenten op tafel? o NAM: MKBA is nog niet bij de Kamer, herevaluatie is ingediend en is publiek. ACTIE EZK: We zullen de status van de herevaluatie beoordeling morgen checken met SodM. o NAM: Specifieke rapport voor Drenthe komt er aan. Is niet extern gereviewed. Review of second opinion op rapport willen we hier toezeggen en betalen. Deze validatie stap is er niet voor 12 december. MER-beoordelingsnotitie is er dan ook nog niet publiek. o Vooruitblik informatieavond Raden/Staten/AB 12 december o Voorzitter: heb een ongemakkelijk gevoel over 12 december. Zelf heb ik de behoefte om goed de liggende stukken te kennen. Vervelend dat de tijd erg kort wordt. Is het verstandig 12 december met weinig kennis te doen of uitstellen naar bijvoorbeeld januari? o Gemeenten: 12 december is het doel een positief gesprek te hebben met de Raad. We staan 2-0 achter als we geen goed verhaal hebben. Risico als we 12 december met een slecht gevoel naar huis gaan. o Voorzitter: Ik kijk naar EZK, de MKBA moet er voor de kerst kunnen zijn. o EZK: Ook goed als duidelijk is wie wat inlevert en voor wel stuk verantwoordelijk is tijdens de avond, goed omdat duidelijk te hebben. o Gemeenten: We moeten ook kijken wat het uitstellen voor de planning betekent en hoe het in de bestuurlijke agenda past. o NAM: wie pakt nieuwe datumprikken op? o Voorzitter: Eind van de week ambtelijk datum zoeken. ACTIE GEMEENTEN: Nieuwe datum plannen voor de informatieavond. o Voorzitter: De avondvoorzitter voor de info avond doet de opening, NAM vertelt wat over het voornemen, EZK vertelt over gebiedsproces, CE-Delft over de MKBA, Royal Haskoning over het Aanvullend Onderzoek Drenthe conform CE methodiek en de onafhankelijk reviewer van het Aanvullend Onderzoek iets over die review. Laten we het tot 2 uur beperken vanwege spanningsboog. o Voorzitter: We vinden het hebben van een moderator belangrijk. Zorg dat het gevoel van urgentie blijft. ACTIE GEMEENTE EMMEN: zoekt een avondvoorzitter informatieavond o o EZK: We zijn het er mee eens. We houden druk er op. o Gemeenten: Laten we opdrachtverstrekking voor de onafhankelijke review van het Aanvullend Onderzoek Drenthe bij de overheid leggen. Als NAM betaalt kan het schijn hebben dat het niet onafhankelijk is. o NAM: zal NAM om het momentum te houden een voorzet aan de Gemeenten doen voor de opzet van de onafhankelijke review van het Aanvullend Onderzoek Drenthe? o Gemeenten: Is akkoord. Aktie Gemeenten: opdrachtverstrekken voor onafhankelijke review/second opinion op Aanvullend Onderzoeksrapport RHDHV. Intern gebruik o EZK: Wat willen we met de pers? o Voorzitter: Het wordt een informerende avond, we komen nog niet met een uitspraak. We delen de agenda en als pers er is prima. We zeggen vooraf dat het een informatieavond is en niet politiek. o NAM: wij zijn te gast, onze doelgroepen zijn de regionale volksvertegenwoordigers en de regionale bestuurders. Het maakt ons niet uit dat er pers is. Het kan wel wat onrustiger worden als er pers is en er politieke profileringsdrang ontstaat op een informatie avond o Voorzitter: Rol van de moderator om dat in de hand te houden. o Procesafspraken om te komen tot een bestuursovereenkomst Voorzitter: In de bestuursovereenkomst vastleggen dat het proces niet stopt en een langdurig proces is en dat er een financiële bijdrage komt, belangrijk dat dat vastgelegd wordt. o Waterschap: Ja belangrijk is een beschrijving van het proces en dat het niet stopt. o ACTIE EZK: Contact met voorzitter om brief naar bestuurlijk niveau te brengen ACTIE EZK: We zullen de binnengkomen feedback die al binnen is gekomen verwerken en delen. o o Stand van zaken afsprakenkader o NAM: Afsprakenkader zijn we op de 5e bijeenkomst doorheen gegaan. Een van de punten die opkwam was over de op te richten stichting. Deze stichting moet enig budget hebben. NAM wil wel financieren, maar dat geeft wellicht een verkeerde perceptie. We kunnen geld beschikbaar stellen voor reviews van studies en bv lopende kosten. o Voorzitter: Wat voor bedragen gaat het om? Neem aan bescheiden bedragen? o NAM: EZK financiert tot afronding gebiedsproces, daarna wellicht lokaal? o Gemeenten geven aan dat ze dit op willen pakken. o ACTIE Gemeenten: Financiële betrokkenheid overnemen van EZK wanneer regie van EZK over gebiedsproces is afgerond. o NAM: wellicht kunnen ambtenaren besluit inbrengen aan Ontzorgingstafel van 7 december? o EZK: Donderdag hebben we gesprek met . o Procesafspraken bijdragespoor o Voorzitter: Het bijdragespoor, hopelijk kunnen we tot goede afspraak komen. We hebben gevraagd, kost tijd om ergens mee te komen, we gaan binnenkort om tafel om te kijken wat we verwachten wat tot een bijdrage komt. o Voorzitter: We willen dat dit proces ook bekend is op de informatieavond. o W.v.t.t.k. Presentatie SSAT ontzorgingstafel o EZK: SSAT biedt aan haar inzienswijze te presenteren aan de Ontzorgingstafel in Schoonebeek. Voelt mogelijk niet goed om apart zonder Royal Haskoning te doen. o Besluit Bestuurders: “Provinciegrens in stand houden.” Het proces in Drenthe is er niet bij gebaat. Werkbezoek EZK aan Drenthe o EZK: Dank voor werkbezoek aan provincie en bezoek aan Schoonebeek. Schoonebeek kan mooie casus zijn hoe je met elkaar om kan gaan. Mooi perspectief van de toekomst. Vraagstelling voor bestuurders o Bestuurder: hoe formuleer je een vraagstelling van EZK aan decentrale overheden wat wil EZK dat decentrale overheden beantwoorden. Goed om te kijken wat er verwacht wordt. o EZK: We zullen hier goed over nadenken.
26 juni 2024150.98 KBHoort bij dossier Woo-verzoek, Stop Afvalwater Schoonebeek 23 april 2023
Download PDF
PDF20230222_ii-1-c-reactiebrief_reflectie_gebiedsproces_geredigeerd.pdf
Pagina 1 | 2 Ministerie van Economische Zaken en Klimaat t.a.v. Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Geachte , Op 1 februari 2023 ontvingen wij uw verzoek om bestuurlijk te reflecteren op het gebiedsproces Schoonebeek in het algemeen en het ontzorgspoor in het bijzonder. Het ontzorgspoor vormt samen met het bijdragen- en vergunningenspoor de pijlers waarlangs u regie voert op het gebiedsproces. Wij waarderen de zorgvuldige wijze waarop u uw regierol in het gebiedsproces oppakt. Met uw drie sporen aanpak geeft u naar onze mening invulling aan de contourennota voor de nieuwe Mijnbouwwet. De regio heeft nu een rol in het besluitvormingsproces rond mijnbouwvergunningen. Met het vergunningenspoor als volgende stap in het gebiedsproces vragen wij u om uw regierol op dezelfde zorgvuldige wijze voort te zetten. Wij gaan er van uit dat wij in de vergunning- procedure de gelegenheid krijgen om u van advies te voorzien. Indien u de reacties van SodM en TNO-AGE toevoegt aan uw adviesaanvraag dan betrekken wij het oordeel van deze partijen in ons advies. Onze reactie op uw verzoek tot reflecteren kunt u in het bestuurlijk overleg onder leiding van gedeputeerde Tjisse Stelpstra inbrengen. Een afschrift van deze brief zenden wij aan de deelnemers van de ontzorgtafel Schoonebeek, ter attentie van de voorzitter, de heer Bouwmeester. postadres Postbus 5006 7600 GA Almelo bezoekadres Kooikersweg 1 Almelo t 088 220 33 33 e info@vechtstromen.nl www.vechtstromen.nl contactpersoon uw kenmerk datum PDGGO-FTFO / 26195257 22 februari 2023 doorkiesnummer ons kenmerk bijlage(n) 0031 (0)6 20230221 / TG - Onderwerp Reflectie op gebiedsproces Schoonebeek
26 juni 2024152.15 KBHoort bij dossier Woo-verzoek, Stop Afvalwater Schoonebeek 23 april 2023
Download PDF
PDF20220915_afschrift_aan_diverse_griffies_geredigeerd.pdf
1 Van: bestuursondersteuning Verzonden: donderdag 15 september 2022 13:48 CC: bestuursondersteuning Onderwerp: Reactiebrief waterschap Vechtstromen op eindrapport 'Herafweging verwerking productiewater Schoonebeek 2022' Bijlagen: Reactiebrief herevaluatie verwerking productiewater.pdf Geachte griffies, Bijgaand ontvangt u ter kennisname voor het college een afschrift van de reactiebrief van waterschap Vechtstromen naar aanleiding van het adviesverzoek op het eindrapport ‘Herafweging verwerking productiewater Schoonebeek 2022’. Met vriendelijke groet, namens team bestuursondersteuning, Bestuursondersteuner Tel. 088 – Mob. 06 – E. @vechtstromen.nl Waterschap Vechtstromen Tel. algemeen 088 - 2203333 T: 088 2203333 www.vechtstromen.nl De informatie in dit e-mail bericht (inclusief informatie in bijlagen) is uitsluitend bestemd voor het gebruik door de geadresseerde. Indien u deze e-mail per ongeluk ontvangt, verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de opsteller daarvan, het bericht te vernietigen en de inhoud daarvan niet te gebruiken of aan derden te openbaren.
26 juni 2024514.83 KBHoort bij dossier Woo-verzoek, Stop Afvalwater Schoonebeek 23 april 2023
Download PDF
PDF20200512_concept_notulen_ambtelijke_wgr_sbk_14_april_2020_geredigeerd.pdf
Bijeenkomst ambtelijke werkgroep waterinjectie nabij Schoonebeek Dinsdag 14 april 2020, via Skype vanwege de corona beperkingen Het betreft de tweede bijeenkomst van de ambtelijke werkgroep, na een startoverleg op 21 november 2019 in het gemeentehuis te Emmen. Doel van de bijeenkomst: - Bespreken commentaar op eerste versie van de concept NRD, zoals voorafgaand toegestuurd - Bespreken benodigde stappen om te komen tot indienen van de concept NRD - Bespreken communicatie met betrokken instanties en belanghebbenden Aanwezig: - – Ministerie Economische Zaken en Klimaat - – Provincie Drenthe - – waterschap Vechtstromen - – Gemeente Coevorden - – Gemeente Emmen - – NAM - Introductie en mededelingen In verband met de corona crisis werkt een ieder vanuit huis en belt in. De bijeenkomst van de werkgroep vindt nu plaats aangezien NAM besloten heeft haar voornemen tot waterinjectie in de regio Schoonebeek nader uit te werken. Bestuurlijk is hier inmiddels overleg over geweest met gedeputeerde Stelpstra van de provincie Drenthe. Naderhand en ter bespreking vandaag is de afstemming met de andere betrokken bestuurders. meldt namens NAM dat besloten is een vrijwillige m.e.r.-procedure te doorlopen. Dit mede naar aanleiding van de vorige bijeenkomst en het dringende advies uit de werkgroep om een MER op te stellen. Voorafgaand aan het opstellen van de concept NRD heeft NAM onderzoek gedaan naar mogelijke beperkingen vanuit stikstofdepositie en is tot de conclusie gekomen dat dit geen beperking voor de uitvoering van het voornemen hoeft op te leveren. Opmerkingen met betrekking tot het concept NRD merkt op dat het beter is te spreken van een Mededeling Voornemen. geeft aan dat het voor het overzicht goed is een aanvullende beschrijving te geven van de voorgeschiedenis van waterinjectie. Dit staat nu kort vermeld in de notitie, maar zou wat uitgebreider moeten zodat voor een ieder duidelijk is wat hieraan is voorafgegaan. Verder zou in het MER nadrukkelijk aandacht moeten komen voor de putselectie. Ten aanzien van de natuurbeschermingswet is het van belang dat duidelijk is wie bevoegd gezag is. geeft aan dat dit LNV zal zijn. De provincie zal een verklaring van geen bezwaar moeten afgeven, waarbij het LAP3 leidend is. Daarin wordt gerefereerd aan injectie in vergelijkbare formaties als waaruit productie plaatsvindt. Het is belangrijk dit expliciet toe te lichten in het MER. Verder kan worden aangesloten op het BAT ten aanzien van de keuze tussen verschillende opties voor verwerking van productiewater. geeft aan dat zijn commentaar naderhand volgt. heeft zijn commentaar al per mail gedeeld aan de werkgroepleden. Aandachtspunten hierin zijn: - Maak in naamgeving een duidelijk onderscheid tussen putten en locaties. - Geef de infrastructuur weer op de kaartjes (wegen, spoor, water). Ook ondergronds. - Er is een document “integriteit van onshore putten 2019” opgesteld door SodM, maar hier staat niets in over waterinjectieputten. Aangeven hoe integriteit wordt bepaald. - Het is van belang uit te leggen waarom mijnbouwhulpstoffen nodig zijn. geeft aan dat het belangrijk is duidelijk te beschrijven hoe het gebruik van mijnbouwhulpstoffen wordt geminimaliseerd. NAM geeft aan dat EZK het bevoegd gezag is voor de benodigde omgevingsvergunningen, behalve voor de aanleg van leiding (gemeente). Er zijn momenteel geen redenen om een beroep te doen op de Rijkscoördinatieregeling. Vervolgstappen tot indiening De Mededeling Voornemen (MV) zal worden ingediend bij het bevoegd gezag, in dit geval het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Voorafgaand aan het indienen is het van belang dat de betrokken bestuurders worden geïnformeerd, zodat ze niet verrast worden door dit initiatief of er door derden over worden aangesproken, zonder dat dit bij hen voldoende bekend is. Voorstel is om een gemeenschappelijk overleg te hebben, waar alle bestuurders aanwezig zijn. Het ministerie zal binnen 1 week ambtelijk advies vragen aan de betrokken gemeente, provincie, waterschap, LNV en SodM. Zij hebben 6 weken om hun oordeel te geven. In de MV fase wordt geen advies van de commissie voor de m.e.r. voorzien, geen inloopavond (als dat al mogelijk is gezien de corona beperkingen) en er wordt ook geen publicatie voorzien. Deze activiteiten worden wel voorzien in de MER en WABO fase. NAM geeft aan dat volgens de planning na het vaststellen van de MV in juli het MER en de Wabo- aanvraag worden opgesteld. Hiermee wordt eerder al begonnen, zodat een eerste concept in september beschikbaar is. Na afstemming met de werkgroep, wordt voorzien dat eind oktober het MER en de Wabo-aanvraag kan worden ingediend. Communicatie geeft aan dat er een communicatieplan wordt opgesteld, dat dynamisch van aard is. Het plan geeft gedetailleerd aan wie de stakeholders zijn en hoe de communicatie is voorzien. Maar het moet tevens flexibel zijn, zodat het kan worden bijgesteld daar waar wenselijk. geeft aan dat er bij Oosterhesselen afstemming wenselijk is met een project van het waterschap voor de aanpassing van het Nieuwe Drostendiep. geeft aan dat het belangrijk is ook de Statenfracties te benaderen. Actiepunten - organiseert een bestuurlijk overleg, met behulp van de ambtelijke vertegenwoordigers in de werkgroep - De werkgroepleden geven commentaar op het concept NRD en het communicatieplan, uiterlijk vrijdag 24 april 2020.
26 juni 2024136.63 KBHoort bij dossier Woo-verzoek, Stop Afvalwater Schoonebeek 23 april 2023
Download PDF
PDFimg-20230215-wa0000.pdf
26 juni 2024382.96 KBHoort bij dossier Woo-verzoek, Stop Afvalwater Schoonebeek 23 april 2023
Download PDF
PDF20220315_kernboodschap_agendalidmaatschap_geredigeerd.pdf
Kernboodschap mbt bestuurlijk overleg NAM, 18/03/22 Mededeling: • Wens om als agendalid deel uit te maken van het bestuurlijk overleg ZO-Drenthe ipv structurele deelname • Waarbij in het ambtelijk overleg blijft deelnemen (rol: informatie ophalen/brengen, vanuit een inhoudelijke rol meedenken) Motivatie voor dit besluit, dwz waarom past wat ons betreft een wat terughoudender opstelling in dit overlegverband: • Functionele overheid. In dat kader andere belangen. Wij kijken primair naar het waterbelang. Gemeente en provincie kijken ook vanuit andere invalshoeken, zoals sociaal domein en werkgelegenheid. Als waterschap nemen we dat natuurlijk mee, maar het is niet primair onze taak. • 2 werkgebieden: Drenthe en Twente. Wij dienen het watersysteembelang in beide gebieden. Dit overleg gaat specifiek over Drenthe waarbij een hele specifieke component (herevaluatie) ook Twente aan gaat. Wij willen als waterschap niet in een ‘Twente versus Drenthe’ discussie terecht komen. Daar is nu weliswaar geen sprake van, maar je weet niet welke kant het zich de komende maanden op ontwikkelt. Onze argumentatie is op water gebaseerd, niet op gebied. Frame van de gebieden geldt voor ons niet. Voor ons geldt: transportafstand van productiewater in relatie tot watersysteemrisico. • Wij zijn volledig eigenaar van NWTR, leverancier van het water dat gebruikt wordt voor de stoomproductie. Een bedrijf dat indertijd opgericht is om het waterbelang veilig te stellen (voorkomen van grote grond- of opperwateronttrekkingen door NAM). Hoewel NWTR een zelfstandig bedrijf is, wordt het verband met Vechtstromen in de beeldvorming gauw gelegd. Die beeldvorming -hoewel onterecht- kan ook afstralen op de gemeenten en provincie en het doelen waarvoor deze bestuurlijke begeleidingscommissie in het leven is geroepen. Als we er naar gevraagd worden: • Het feit dat NAM water injecteert betekent niet automatisch dat ‘wij er van zijn’: er is een bedrijf dat als onderdeel van productieproces een afvalstof kwijt moet. Dat is in dit geval toevallig (zout)water, maar als het slaolie was geweest zou onze opstelling hetzelfde zijn. Als waterbeheerder kijken we naar het risico dat de afvalstof vormt voor het watersysteembeheer: onze kerntaak. Waarom ambtelijk wel, bestuurlijk niet? Moeten uiteindelijk advies af geven. In dat kader willen we weten welke kant het zich op ontwikkelt. Zien deelname daarom als investering om straks een goed advies te kunnen afgeven. Onderlinge afstemming daar over (kennis brengen/halen) zien wij daarom voor alle deelnemende overheden als toegevoegde waarde.
26 juni 202499.99 KBHoort bij dossier Woo-verzoek, Stop Afvalwater Schoonebeek 23 april 2023
Download PDF
PDF20230125_waterinjectie_bij_schoonebeek_hoe_hangt_de_vlag_erbij.pdf
pagina 25 | woensdag 25 januari 2023 Waterinjectie in Schoonebeek: hoe hangt de vlag erbij? De onderzoeken naar de injectie van afvalwater van de oliewinning in de bodem onder Schoonebeek zijn klaar. Statenleden, gemeenteraadsleden en waterschappen worden woensdagavond bijgepraat over de stand van zaken. Hoe hangt de vlag er momenteel bij? Wat is waterinjectie? Bij de oliewinning in Schoonebeek gebruikt de NAM stoom waardoor de stroperige olie op zo’n 800 meter uit de bodem gehaald kan worden. De stoom wordt gemaakt in de Puurwaterfabriek van NieuWater langs de A37, pal achter hotel Van der Valk bij Nieuw-Amsterdam. De olie wordt in de oliebehandelingsinstallatie in Schoonebeek uit het water gehaald en via buizen naar de BP raffinaderij in het Duitse Lingen getransporteerd, die het tot brandstof verwerkt. Het afvalwater, inclusief metalen uit de bodem en mijnbouwstoffen die corrosie van buizen voorkomen, werd tot ruim een jaar geleden naar Twente vervoerd en daar in lege gasvelden gestopt. Na lekken in buizen en hevig verzet in Twente is de waterinjectie daar gestaakt. De NAM wil, gesteund door minister Hans Vijlbrief van mijnbouw, dit zogeheten productiewater injecteren onder Schoonebeek, rondom de plaats waar de olie wordt gewonnen. Maar wel milieuvriendelijker dan hoe dat in Twente gebeurde. Wat staat er in Schoonebeek te gebeuren? Het milieu-adviesbureau CE Delft heeft in opdracht van TNO de kosten en maatschappelijke gevolgen van vijf mogelijkheden voor waterinjectie onderzocht. Die variëren van doorgaan met waterinjectie in Twente, tot verplaatsing naar Schoonebeek, tot stoppen met waterinjectie. Stoppen zou ook het einde van de oliewinning in Schoonebeek betekenen. Dan zou de rijksschatkist miljoenen euro’s mislopen. Elke dag dat de oliewinning stilligt, kost de NAM 450.000 euro. De twee alternatieven voor oliewinning van de onderzoekers betekenen verplaatsing van de waterinjectie naar Schoonebeek. Bij de ene optie worden er nieuwe, minder slijtagegevoelige buizen gebruikt en minder mijnbouwstoffen. Bij de tweede optie wordt ook het afvalwater grotendeels geschikt gemaakt voor hergebruik. Daardoor is er minder water uit de waterfabriek bij Nieuw-Amsterdam nodig en hoeft er slechts 10 tot 25 procent van het productiewater terug de bodem in. Minister Vijfbrief wil ook dat de Puurwaterfabriek elektrische boilers die draaien op windenenergie gaat gebruiken voor het maken van stoom, in plaats van duur aardgas. Deze grotendeels circulaire variant is de meest duurzame, maar levert wel minder opbrengsten op dan de eerste variant. Wat levert de oliewinning op? Er kan in theorie zo’n 2000 kuub olie per dag in Schoonebeek gewonnen worden. De verkoop van ruwe olie uit Schoonebeek levert jaarlijks tussen de 200 en 550 miljoen euro op. Van de opbrengst gaat 40 procent naar de Staat en 60 procent naar Shell en Exxon, de aandeelhouders van de NAM. Het rendement zal de eerste jaren minder zijn, omdat de waterinjectie onder Schoonebeek nog opgestart moet worden. In de prognoses gaan de onderzoekers van CE Delft ervan uit dat er tot 2040 in Schoonebeek olie gewonnen kan worden. Maar of dat gebeurt, is twijfelachtig; het gebruik van fossiele brandstoffen wordt steeds meer aan banden gelegd. Wat krijgt Schoonebeek van de opbrengst? Ongeveer 1 miljoen euro. Dat bedrag komt van gemeentelijke belastingen en pacht van percelen grond voor oliewinning. In het verleden financierde de NAM veel voorzieningen in Schoonebeek, zoals het zwembad en de sporthal, maar ook de verlichting van het sportcomplex in de regio. Maar de tijd van spiegeltjes en kraaltjes is voorbij. De komende jaren wil de NAM bewoners en ondernemers in het dorp ondersteunen met het verduurzamen van hun huizen en bedrijven. Er wordt gedacht aan een regiofonds van rond de 7 miljoen euro, waaruit bijvoorbeeld zonnepanelen en warmtepompen gefinancierd kunnen worden.
26 juni 202454.88 KBHoort bij dossier Woo-verzoek, Stop Afvalwater Schoonebeek 23 april 2023
Download PDF
PDF20220614_fw_toesturen_conceptversie_kennisgevingen_vragenmarkt_schoonebeek_geredigeerd.pdf
1 Van: @rvo.nl> Verzonden: dinsdag 14 juni 2022 08:06 Aan: CC: Onderwerp: FW: Toesturen conceptversie kennisgevingen vragenmarkt Schoonebeek Bijlagen: BEP-2254 Kennisgeving vragenmarkt Schoonebeek_266x190_V04_cert2.pdf Urgentie: Hoog Goedemorgen , Zoals beloofd bijgaand de definitieve kennisgeving! Hartelijke groet, Van: @vechtstromen.nl> Datum: 13 juni 2022 om 12:08:32 CEST Aan: @minezk.nl>, @minezk.nl> Onderwerp: FW: Toesturen conceptversie kennisgevingen vragenmarkt Schoonebeek Prioriteit: Hoog Hoi en n.a.v. onderstaande mail kreeg ik een autoreply van Zien jullie kans mij op korte termijn de gevraagde documenten toe te sturen? Met vriendelijke groet, 06- Van: Verzonden: maandag 13 juni 2022 11:29 Aan: @minezk.nl> Onderwerp: RE: Toesturen conceptversie kennisgevingen vragenmarkt Schoonebeek Urgentie: Hoog Hoi , Zou je mij de definitieve versie van de kennisgevingen willen toesturen? En wanneer verwacht je dat deze worden gepubliceerd/bezorgd? Wordt dat deze week of ergens volgende week? Aanleiding voor mijn verzoek is dat ik, in navolging van de Raadsbrief die morgen wordt gedeeld in de gemeenteraden van Emmen en Coevorden, ik graag de leden van ons algemeen bestuur op de hoogte wil stellen van de bijeenkomst. Daarbij maak ik meteen van de gelegenheid gebruik om een vooraankondiging te toen van de voorgenomen bestuurlijke informatiebijeenkomsten. Jullie kennisgevingen wil ik graag als bijlage toevoegen aan mijn mail. Hopelijk lukt het jou om mij vandaag de beide documenten toe te sturen. 3 Beste allen, Graag stuur ik jullie bij dezen een (concept) versie van het draaiboek voor de vragenmarkt van 29 juni 2022. Tevens wil ik iedereen nog op de hoogte brengen van onderstaande e-mail die ik eerder aan de gemeente Emmen heb gestuurd voor de volledigheid. Wat betreft de communicatie kan ik aangeven dat we bezig zijn met het publiceren van een kennisgeving in de huis-aan-huisbladen Coevorder Courant en Emmer Courant op dinsdag 14 juni 2022. Ook zal ik de plaatselijke belangen en dorpsbelangen persoonlijk benaderen en uitnodigen voor de vragenmarkt. Daarnaast is het mogelijk om in de directe omgeving van Schoonebeek een postkaart te versturen om mensen persoonlijk op de hoogte te brengen van de informatiemarkt. In de bijlage vindt u een kaartje waarop ik de contouren heb aangegeven waarbinnen ik bij het kadaster adresgegevens heb opgevraagd van gebouwen met een woonfunctie. Aan deze woningen kan de postkaart verzonden worden. De postkaart vormt uiteraard geen exclusieve uitnodiging: Iedereen is welkom en mag binnenlopen. Daarnaast kijken we nog naar de beste mogelijkheid voor kennisgeving in Duitsland. Mocht u daar suggesties voor hebben, dan staan wij daar uiteraard voor open. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Graag verneem ik uw reactie. Als er vragen zijn, dan hoor ik dat graag! Met vriendelijke groet, …………………………………………………………………………………………… Directie Warmte en Ondergrond Ministerie van Economische Zaken en Klimaat Bezuidenhoutseweg 73 | 2594 AC | Den Haag | 3e C-Zuid Postbus 20401 | 2500 EK | Den Haag …………………………………………………………………………………………… T 070 M 06 E @minezk.nl www.rijksoverheid.nl/ezk Van: Verzonden: dinsdag 31 mei 2022 15:08 Aan: @emmen.nl>; @emmen.nl> CC: @minezk.nl>; @rvo.nl>; @minezk.nl>; @minezk.nl> Onderwerp: RE: bijeenkomst 29 JUNI Schoonebeek Urgentie: Hoog Beste en , Hartelijk dank voor jullie e-mail. Ik zou bij dezen graag nog, zoals beloofd, reageren met een opzet van de avond. Verdere uitwerking is er op dit moment nog niet. Ik zal volgende week een (voorlopig) draaiboek maken en deze delen met alle betrokken partijen. Doel van de avond Tijdens de avond kunnen geïnteresseerden langskomen om zich te laten informeren over de plannen van de NAM en om daarover vragen te stellen aan specialisten van verschillende organisaties die aanwezig zullen zijn o.a.: - Ministerie van Economische Zaken en Klimaat - Nederlandse Aardolie Maatschappij - TNO - Staatstoezicht op de Mijnen - KNMI 4 Planning De bijeenkomst zal plaatsvinden in ’t Oale Gemientehoes in Schoonebeek en de planning van de avond ziet er als volgt uit: Vanaf 14.00u : Opbouw van de markt en de zalen waarin presentaties gegeven gaan worden Vanaf 17.00u : Zaal wordt geopend voor publiek 19.00u – 19.30 u : Parallel aan elkaar worden er in 2 zalen verschillende presentaties gegeven door de aanwezige partijen 20.00u – 20.30u : Parallel aan elkaar worden er in 2 zalen verschillende presentaties gegeven door de aanwezige partijen 21.00u : Afsluiting avond Tussen 17.00u en 21.00u zal de markt open zijn voor publiek. Naast de presentaties (waar niet echt de ruimte is voor (veel) vragen. Die kunnen gesteld worden op de informatiemarkt) is er geen plenaire bijeenkomst. Iedereen kan komen en gaan wanneer die wil. Door de tijden van 17.00u tot 21.00u te hanteren creëren we veel flexibiliteit en ruimte voor mensen die juist op weg van werk naar huis voor het eten even tijd hebben, of juist later op de avond. Hierdoor krijg je ook een grotere spreiding van de bezoekers over de hele avond en kunnen we meer mensen bedienen. Locatiekeus De informatiebijeenkomst wordt georganiseerd om bewoners rondom het beoogde project de informeren en om hun vragen te beantwoorden. Daarom willen wij graag zo dicht mogelijk bij deze omwonenden de informatiemarkt organiseren om de drempel zo laag mogelijk te maken om langs te komen. Daarom gaat onze voorkeur uit naar een locatie in Schoonebeek zelf en niet naar een Van Der Valk 10km verderop langs een snelweg. Verwachtingen Vanuit de gemeente Emmen wordt een hoge opkomst verwacht (200< personen). Ik begrijp dat in de omgeving Schoonebeek mensen een andere relatie hebben met oliewinning dan elders in Nederland. Hierdoor zal het sentiment ook anders zijn dan elders in Nederland, ook al betreft het hier een onderwerp dat in Twente heel gevoelig lag. Desalniettemin kunnen er nog steeds veel mensen komen uit pure interesse. Door de ruime tijden en flexibiliteit in onze opstellingen kunnen we mijns inziens grote groepen goed opvangen met de huidige opzet. Om een voorbeeld te geven: Als een van de back-up plannen, om ruimte te creëren zodat meer mensen op de bijeenkomst kunnen worden opgevangen, wordt er bijvoorbeeld gekeken naar de mogelijkheid om de NAM- vrachtwagen op de parkeerplaats te zetten zodat ook daar mensen te woord gestaan kunnen worden. Beveiliging Vanuit de Rijks Beveiligings Organisatie (RBO) zullen er 4 beveiligers in burger aanwezig zijn op de informatiebijeenkomst. Hiervoor heb ik contact met (CC) om af te stemmen wat nodig is voor deze bijeenkomst. Kennisgeving Het plan nu is om uiterlijk 2 weken voorafgaand aan de informatiebijeenkomst kennisgevingen te verspreiden om mensen op de hoogte te brengen van de informatiebijeenkomst en hen uit te nodigen. De bijeenkomst is uiteraard toegankelijk voor iedereen die langs wilt komen en de kennisgeving is dus geen exclusieve uitnodiging. Het is nog onduidelijk of de kennisgeving alleen in huis-aan-huisbladen wordt geplaatst en/of dat er door ons zelf huis-aan- huis een kaart met een uitnodiging wordt verzonden. Ik zal onze voorstellen aan de betrokken partijen voorleggen om zo de communicatie onderling af te stemmen. In aanvulling daarop zal ik persoonlijk contact opnemen met plaatselijke belangen en dorpsverenigingen om hen op de hoogte te brengen. Graag wil ik iedereen vragen oren en ogen open te houden en mij op de hoogte te brengen van actualiteiten die van invloed kunnen zijn op een goed verloop van de bijeenkomst. Wij zullen zelf nauwkeurig de (sociale) media in de omgeving in de gaten houden en persoonlijk contact opnemen Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mochten er nog vragen zijn, dan verneem ik dat graag. Met vriendelijke groet, …………………………………………………………………………………………… Directie Warmte en Ondergrond Ministerie van Economische Zaken en Klimaat Bezuidenhoutseweg 73 | 2594 AC | Den Haag | 3e C-Zuid 5 Postbus 20401 | 2500 EK | Den Haag …………………………………………………………………………………………… T 070 M 06 E @minezk.nl www.rijksoverheid.nl/ezk Van: @emmen.nl> Verzonden: maandag 30 mei 2022 14:39 Aan: @emmen.nl>; @minezk.nl> Onderwerp: FW: bijeenkomst 29 JUNI Schoonebeek Urgentie: Hoog Excuus voor de schrijffout Van: Verzonden: maandag 30 mei 2022 14:37 Aan: @minezk.nl CC: @emmen.nl> Onderwerp: bijeenkomst 29 april Schoonebeek Urgentie: Hoog Dag , In ons overleg van vorige week heb je verzocht uiterlijk dinsdag de plannen voor de publieksbijeenkomst op 29 juni te delen met mijn collega . Ook al zijn die plannen dan nog niet af, lever svp wat je dan hebt tbv. het veiligheidsoverleg. Het volledige draaiboek komt daarna. Het mailadres van zie je hierboven. Voor iedereen is het lastig om het aantal bezoekers te schatten. Mijn schatting van 200-400 was misschien wat aan de hoge kant. gaat uit van 200-300. Bij voorbaat wordt opgemerkt dat om veiligheidsredenen de locatie van het van der Valkhotel de voorkeur geniet. Ongenode gasten of vervelende handelingen kunnen daar beter worden gemonitord dan in en om het Oale Gemientehoes in Schoonebeek. En van der Valk heeft ook grotere capaciteit voor vergaderingen etc. Rechtstreeks contact tussen jou, jullie veiligheidscoördinator met ( gem . Emmen) en ( politie) helpt om een goed oordeel te vormen. @ : zoek jij svp rechtstreeks contact het ? Tel: 0591 / 06 Ik schuif graag aan bij jullie overleg. Met vriendelijke groet, Gemeente Emmen 06 Dit bericht kan informatie bevatten die niet voor u is bestemd. Indien u niet de geadresseerde bent of dit bericht abusievelijk aan u is gezonden, wordt u verzocht dat aan de afzender te melden en het bericht te verwijderen. 6 De Staat aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die verband houdt met risico's verbonden aan het elektronisch verzenden van berichten. This message may contain information that is not intended for you. If you are not the addressee or if this message was sent to you by mistake, you are requested to inform the sender and delete the message. The State accepts no liability for damage of any kind resulting from the risks inherent in the electronic transmission of messages. T: 088 2203333 www.vechtstromen.nl De informatie in dit e-mail bericht (inclusief informatie in bijlagen) is uitsluitend bestemd voor het gebruik door de geadresseerde. Indien u deze e-mail per ongeluk ontvangt, verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de opsteller daarvan, het bericht te vernietigen en de inhoud daarvan niet te gebruiken of aan derden te openbaren. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) stimuleert Duurzaam, Agrarisch, Innovatief en Internationaal ondernemen. Dit bericht kan informatie bevatten die niet voor u is bestemd. Indien u niet de geadresseerde bent of dit bericht abusievelijk aan u is gezonden, wordt u verzocht dat aan de afzender te melden en het bericht te verwijderen. De Staat aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die verband houdt met risico's verbonden aan het elektronisch verzenden van berichten. This message may contain information that is not intended for you. If you are not the addressee or if this message was sent to you by mistake, you are requested to inform the sender and delete the message. The State accepts no liability for damage of any kind resulting from the risks inherent in the electronic transmission of messages.
26 juni 2024840.02 KBHoort bij dossier Woo-verzoek, Stop Afvalwater Schoonebeek 23 april 2023
Download PDF
PDF20200512_mededeling_voornemen_v_c_geredigeerd.pdf
P r o j e c t g e r e l a t e e r d 30-4-2020 MEDEDELING VOORNEMEN WATERINJECTIE FASE 2 REGIO SCHOONEBEEK BF5299IBRP01.01 ii Inhoud 1 Inleiding 1 1.1 Selectie reservoirs, locaties en putten 1 1.2 Kenmerken van de voorgenomen activiteit 2 1.2.1 Aanpassing gaswinlocatie tot waterinjectielocatie 3 1.2.2 Nieuwe leidingsegmenten 4 1.3 Toelichting m.e.r.-procedure 4 1.4 Leeswijzer 5 2 Achtergrond waterinjectie bij oliewinning Schoonebeek 6 3 Alternatieven en varianten 8 3.1 Stap 1 – Scoping opties verwerking productiewater 8 3.1.1 Verwerking productiewater Schoonebeek 8 3.1.2 Randvoorwaarden verwerking productiewater 9 3.1.3 Toetsing verschillende verwerkingsopties 9 3.2 Stap 2 - Basisalternatief aanvullende waterinjectie Drenthe 9 3.3 Stap 2 – Varianten 10 3.4 Te toetsen aspecten 11 4 Bestaande toestand en effecten op het milieu 12 4.1 Referentiesituatie 12 4.1.1 Huidige situatie 12 4.1.2 Autonome ontwikkeling 13 4.2 Milieueffecten 13 4.2.1 Aanlegfase 13 4.2.2 Gebruiksfase 15 4.2.3 Ongewenste situaties 15 4.3 Toetsing verandering en risico diepe ondergrond 15 5 Benodigde procedures 18 5.1 Wetgeving 18 5.2 Benodigde aanpassingen 19 5.3 Besluiten en procedures: bevoegd gezag 20 6 Planning 21 P r o j e c t g e r e l a t e e r d 30-4-2020 MEDEDELING VOORNEMEN WATERINJECTIE FASE 2 REGIO SCHOONEBEEK BF5299IBRP01.01 1 1 Inleiding De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) wint sinds 1947 olie uit het olieveld Schoonebeek. Daarbij komt naast de olie ook productiewater omhoog. Het productiewater wordt weer in de diepe ondergrond geïnjecteerd in de leeg geproduceerde gasvelden in de regio Twente. Sinds 2015 is de water injectiecapaciteit beperkt, waardoor de olieproductie ook op een lager niveau ligt. NAM heeft het voornemen in de regio Schoonebeek voormalige gaswinlocaties te gaan hergebruiken als waterinjectielocaties. Hierdoor kan het niveau van de olieproductie weer hersteld worden. De ombouw en het gebruik van een gaswinlocatie voor waterinjectie is mogelijk m.e.r.-plichtig. De initiatiefnemer - NAM - wenst voor een transparant vergunningen- en omgevingscommunicatieproces een volledige MER op te stellen. Voorliggende Mededeling voornemen (MV) is hierin de eerste stap. De MV beschrijft het voornemen, de wijze waarop dit middels een MER onderzocht kan worden en de benodigde wettelijke procedures. De notitie heeft tot doel het bevoegd gezag (Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, EZK) en andere betrokken instanties te informeren over het voornemen. 1.1 Selectie reservoirs, locaties en putten Naar verwachting zal tot circa 2050 oliewinning plaatsvinden vanuit het olieveld Schoonebeek. Naast de huidige waterinjectie in de regio Twente (aangeduid als fase 1) wordt aanvullende waterinjectiecapaciteit gezocht in de omgeving van Schoonebeek voor een periode van circa 10 jaar (aangeduid als fase 2). Gedurende deze periode zal aanvullend circa 17 miljoen m3 productiewater verwerkt moeten worden. Er komen meerdere reservoirs in aanmerking, waarvoor een selectieprocedure is doorlopen om de meest geschikte reservoirs, locaties en putten te vinden, mede gebaseerd op een risicoanalyse. Toetsingscriteria bij selectie reservoirs, locaties en putten Er zijn twee soorten criteria, gericht op veiligheid en opslaghoeveelheid. Voor de veiligheid is het minimaliseren van de volgende risico’s leidend: - Risico lekkage: De put moet in goede staat verkeren zodat er altijd minimaal twee barrières zijn tussen het injectiewater en gesteentelagen; - Risico aardbevingen. De afstand vanaf een put tot de dichtstbijzijnde breukzone moet meer dan 100 meter bedragen (gebaseerd op ervaringscijfers); - Risico dat het geïnjecteerde productiewater leidt tot oplossing van de aanwezige zoutlagen boven en onder het reservoir. Ook hiervoor wordt een afstand van 100 meter aangehouden vanaf een put tot de dichtstbijzijnde breukzone. Voor de opslaghoeveelheid geldt: - Toets op resterende hoeveelheid aardgas in het reservoir; - Toets op opslag capaciteit van het reservoir; - Toets op mate van injectiviteit van het reservoirgesteente. Keuze van locaties De verschillende beschikbare gasreservoirs, gaswinlocaties en gasputten in het zuidoosten van Drenthe zijn in beeld gebracht en getoetst op bovenstaande criteria. Daaruit is naar voren gekomen dat de benodigde injectiecapaciteit als volgt kan worden gerealiseerd (Figuur 1): - Waterinjectie bij de bestaande gaswin- en waterinjectielocatie Schoonebeek-313 (7,6 miljoen m3) na winning van het resterende gas of eerder indien nodig; - Waterinjectie bij de bestaande gaswinlocatie Dalen-2 (1,9 miljoen m3); P r o j e c t g e r e l a t e e r d 30-4-2020 MEDEDELING VOORNEMEN WATERINJECTIE FASE 2 REGIO SCHOONEBEEK BF5299IBRP01.01 2 - Waterinjectie bij de bestaande gaswinlocatie Oosterhesselen-2 (7,7 miljoen m3). Hiermee ontstaat de ruimte voor de opslag van naar verwachting 17,2 miljoen3 productiewater. Nieuwe leidingsegmenten Om deze locaties onderling te verbinden, kan gebruik worden gemaakt van de bestaande ondergrondse leidinginfrastructuur, met uitbreiding van twee leidingsegmenten (naar Oosterhesselen-2 en Dalen-2) met een lengte van 5 km en een leidingsegment van 350 meter naar Schoonebeek-313. 1.2 Kenmerken van de voorgenomen activiteit Het transport van productiewater vanaf de Schoonebeek faciliteiten1 vindt plaats via ondergrondse transportleidingen. Daar waar mogelijk worden de bestaande leidingen benut. Het gebruik van de bestaande leidingen is mogelijk, mits de leiding bestaat uit het materiaal dat niet wordt aangetast door het relatief zoute water. Op bepaalde tracés dienen nieuwe leidingsegmenten aangelegd te worden. Deze zijn onderstaand beschreven. Ondergrondse transportleidingen brengen het productiewater naar de geselecteerde waterinjectielocaties. De huidige gaswinlocaties bij Schoonebeek, Dalen en Oosterhesselen (locaties Schoonebeek-313, Dalen- 2 en Oosterhesselen-2) worden omgebouwd tot waterinjectielocaties (zie figuur 1). Dit vergt aanpassingen aan de locaties en aan de aanwezige putten. Er zijn geen nieuwe locaties voorzien of nieuwe injectieputten op deze locaties. Er zal gebruikt gemaakt worden van de reeds bestaande infrastructuur, die met een paar aanpassingen omgebouwd kan worden. De realisatie en het inzetten van de aanvullende waterinjectielocaties kan mogelijk gefaseerd worden uitgevoerd. Figuur 1: Overzichtskaart locaties en leidingen (NAM) 1 Olie Behandelingsinstallatie (OBI) P r o j e c t g e r e l a t e e r d 30-4-2020 MEDEDELING VOORNEMEN WATERINJECTIE FASE 2 REGIO SCHOONEBEEK BF5299IBRP01.01 3 1.2.1 Aanpassing gaswinlocatie tot waterinjectielocatie Er wordt gebruik gemaakt van bestaande gaswinlocaties van NAM in de directe omgeving van Schoonebeek. Op de locaties Oosterhesselen-2 en Dalen-2 vindt dan geen gaswinning meer plaats. Op de locatie Schoonebeek-313 kan er nog wel enige tijd gaswinning plaatsvinden. Iedere locatie heeft bodembeschermende voorzieningen, een hek om het terrein, waterbakken voor de afvoer van mogelijk verontreinigd hemelwater, installaties voor de eerste verwerking van geproduceerd aardgas en putten. De installaties voor verwerking van aardgas zullen worden afgevoerd. De putten worden daar waar noodzakelijk aangepast. Op de locaties worden per injectieput water injectieskids met aansluitleidingen geplaatst. Hiervoor worden de bestaande injectieskids van de reeds beëindigde waterinjectielocaties uit Twente verplaatst naar de nieuwe injectielocatie. Figuur 2 geeft een impressie van Oosterhesselen-2 locatie met water injectieskids. Een water injectieskid bestaat uit een pompskid met elektrische aandrijving. De injectiepompen hebben geluidsomkasting. De leidingen op de locatie en aansluiting op de putten worden nieuw aangelegd en van corrosie bestending materiaal gemaakt (bijvoorbeeld GRE of duplex) om gebruik van biocide te minimaliseren. De putten vereisen nog wel injectie van anti- corrosievloeistof om de integriteit van de putten te garanderen. Figuur 2. Voorbeeld van een waterinjectielocatie met waterinjectieskids Op de Dalen-2 locatie zal de bestaande gasbehandelingsinstallatie worden verwijderd, omdat de laatste producerende put (DAL-14) omgebouwd wordt tot waterinjectie put. Op de locatie Oosterhesselen-2 zal de bestaande gasbehandelingsinstallatie worden verwijderd, omdat beide gasproductieputten worden omgebouwd tot waterinjectie putten. Op de locatie Schoonebeek-313 locatie blijft de gasbehandelingsinstallatie bestaan, omdat het geproduceerde gas van de nabijgelegen locatie P r o j e c t g e r e l a t e e r d 30-4-2020 MEDEDELING VOORNEMEN WATERINJECTIE FASE 2 REGIO SCHOONEBEEK BF5299IBRP01.01 4 Schoonebeek-447 hier behandeld wordt. Gasproductie zal mogelijk nog tot 2030 doorgaan indien dit nog rendabel blijft. 1.2.2 Nieuwe leidingsegmenten Figuur 1 geeft een overzicht van de nieuw aan te leggen leidingsegmenten. De transportleiding heeft een diameter van circa 20 cm en komt standaard met een bedekking van circa 1 meter onder de grond te liggen. Bij de kruising van sloten en wegen, wordt de leiding verdiept aangelegd. 1.3 Toelichting m.e.r.-procedure Het Besluit Milieueffectrapportage beschrijft voor welke activiteiten een MER moet worden opgesteld of getoetst moet worden of het opstellen van een MER zinvol is. - Bijlage C van het Besluit geeft alle m.e.r.-plichtige activiteiten weer. Indien één van deze activiteiten wordt voorzien, is het opstellen van een MER verplicht, waarbij nog de optie bestaat van een beknopte MER of een uitgebreide MER. Het MER kan betrekking hebben op een beleidsvoornemen van de overheid (Plan-MER) of een specifiek initiatief (Project-MER). - Bijlage D geeft de activiteiten weer waarvoor middels een toets moet worden vastgesteld of het zinvol is een MER op te stellen. Dit zijn de m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteiten. Een m.e.r.-beoordeling bestaat uit een notitie van de initiatiefnemer aan de overheid waarin wordt aangegeven of de initiatiefnemer milieueffecten verwacht die middels een MER afgewogen moeten worden. De overheid kan vervolgens akkoord gaan met de bevindingen of hiervan afwijken. Voor waterinjectie en de aanleg of gebruik van transportleidingen voor transport van productiewater zijn in het Besluit Milieueffectrapportage de volgende artikelen van belang. Bijlage C – verplichting tot uitvoeren van een m.e.r.-procedure C 15.1: De infiltratie van water in de bodem of onttrekking van grondwater aan de bodem alsmede de wijziging of uitbreiding van bestaande infiltraties en onttrekkingen. In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een hoeveelheid water van 10 miljoen m3 of meer per jaar. De omvang van de waterinjectie is 1 tot 1,5 miljoen m3 per jaar. Dit valt dus buiten de conditie C15.1. De samenstelling van het productiewater komt overeen met het productiewater dat in Twente wordt geïnjecteerd. Daarin komen geen gevaarlijke afvalstoffen voor, zodat categorie C18.2 (in diepe ondergrond brengen van gevaarlijke afvalstoffen) niet van toepassing is. Bijlage D – verplichting tot uitvoeren van een m.e.r.-beoordeling D 17.2: Diepboringen dan wel een wijziging of uitbreiding daarvan, in het bijzonder: a. geothermische boringen; b. boringen in verband met de opslag van kernafval; c. boringen voor watervoorziening, met uitzondering van boringen voor het onderzoek naar de stabiliteit van de grond. P r o j e c t g e r e l a t e e r d 30-4-2020 MEDEDELING VOORNEMEN WATERINJECTIE FASE 2 REGIO SCHOONEBEEK BF5299IBRP01.01 5 In het geval van nieuwe boringen, is dit m.e.r.-beoordelingsplichtig. D 18.3: De oprichting, wijziging of uitbreiding van een inrichting bestemd voor het storten van slib en baggerspecie, of het in de diepe ondergrond brengen van niet-gevaarlijke afvalstoffen. In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een inrichting met een capaciteit van 100 ton per dag of meer. Aangenomen dat 100 ton overeenkomt met circa 100 m3, geldt voor D18.3 als grenswaarde een capaciteit van 36.500 m3 per jaar, aanzienlijk minder dan naar verwachting zal worden geïnjecteerd. De capaciteit van de opslaglocatie zal zodoende groter zijn dan 100 ton per dag, zodat op basis van D18.3 een m.e.r.- beoordeling uitgevoerd zal moeten worden. Vrijwillig MER Volgens de bovenstaande afweging is er een m.e.r.-beoordeling nodig voor de voorgenomen activiteit, om vast te kunnen stellen of een MER nodig is . NAM heeft besloten deze stap over te slaan en sowieso een volledige MER op te stellen, zodat de keuzes en gevolgen van keuzes transparant in beeld gebracht kunnen worden en met de betrokkenen besproken kunnen worden. Het betreft een Project-MER, ondersteunend aan de Wabo-aanvraag met strijdig gebruik voor de locaties. Eerste stap in deze procedure is het opstellen van een Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD). 1.4 Leeswijzer Deze notitie heeft als doel het bevoegd gezag (Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, EZK) en andere betrokken instanties te informeren over het voornemen van NAM. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de achtergrond van de oliewinning Schoonebeek en de verwerking van meegeproduceerd productiewater. Hoofdstuk 3 geeft een beschrijving van de alternatieven en varianten. De referentiesituatie en de te verwachten milieueffecten zijn beschreven in hoofdstuk 4 uitgewerkt. De te volgen procedures en benodigde vergunningen zijn opgenomen in hoofdstuk 5. De planning is opgenomen in hoofdstuk 6. P r o j e c t g e r e l a t e e r d 30-4-2020 MEDEDELING VOORNEMEN WATERINJECTIE FASE 2 REGIO SCHOONEBEEK BF5299IBRP01.01 6 2 Achtergrond waterinjectie bij oliewinning Schoonebeek In bijlage 1 is een overzicht gegeven van de achtergronden bij de oliewinning Schoonebeek, met de bijbehorende verwerking van het productiewater. Oliewinning Schoonebeek Vanaf 1947 is door de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) olie uit het olieveld Schoonebeek gewonnen. Met een inhoud van circa 160 miljoen m3 olie (wat overeenkomt met 1 miljard vaten) is het olieveld Schoonebeek in omvang één van de grootste in West-Europa. In de periode tussen 1948 en 1996 is circa 40 miljoen m3 olie gewonnen. In 1996 werd de winning van olie uit het olieveld Schoonebeek gestopt. De oliewinning was met de toen bestaande technieken en infrastructuur niet langer economisch verantwoord. Na de stopzetting van de oliewinning is gestart met het opruimen van de geboorde putten, installaties en pijpleidingen. NAM heeft vanaf 2005 onderzoek gedaan naar de mogelijke herontwikkeling van het Schoonebeek olieveld, waarbij met de inzet van nieuwe technieken alsnog een deel van de resterende olie kan worden gewonnen. Door met hoge temperatuur stoom te injecteren wordt de viscositeit van de olie verlaagd en daarmee de produceerbaarheid verhoogd. Dit heeft geleid tot de herstart van de oliewinning in 2011. Naar verwachting zal tot 2050 nog circa 15 miljoen m3 olie uit het veld kunnen worden geproduceerd. Verwerking productiewater van de oliewinning Schoonebeek Bij de productie van olie wordt formatiewater uit het oliereservoir meegeproduceerd. Het formatiewater wordt in toenemende mate verdund door de geïnjecteerde stoom. Door het hoge zoutgehalte en andere stoffen2 in het formatiewater, kan het productiewater na afscheiding van de geproduceerde olie niet worden geloosd op het oppervlaktewater. In het MER van de Herontwikkeling Oliewinning Schoonebeek3 (2005) heeft een uitgebreide afweging plaatsgevonden van mogelijkheden voor de verwerking van dit productiewater. De optie waarbij het productiewater in leeggeproduceerde gasformaties wordt geïnjecteerd, is daarbij als meest milieuvriendelijke oplossing naar voren gekomen. Doordat de resterende gasdruk in deze reservoirs laag is geworden, ontstaat de mogelijkheid hier productiewater toe te voegen, mits de druk onder de oorspronkelijke druk van het reservoir blijft. Sinds begin 2011 wordt productiewater vanaf de oliewinning Schoonebeek per transportleiding naar Twente gebracht en daar in leeggeproduceerde gasvelden geïnjecteerd. Onderdeel van de huidige waterinjectievergunning is een verplichting om iedere 6 jaar na te gaan of waterinjectie nog steeds de meest effectieve wijze is om het meegeproduceerde productiewater te verwerken. Deze afweging heeft in 2016 plaatsgevonden, aan de hand van de operationele informatie uit de periode vanaf 2011. Royal HaskoningDHV heeft deze herafweging uitgevoerd, waaruit is gebleken dat alternatieven voor waterinjectie, leiden tot meer milieubelasting en hogere kosten. Daarbij is gekeken naar waterinjectie, waterzuivering, het indikken van de waterstroom, het biologisch zuiveren en het afvoeren naar zee. De herafweging is beoordeeld door de commissie voor de m.e.r. en als second opinion door Deltares en de TU Delft. Deze bureaus bevestigen dat waterinjectie de beste optie is voor de verwerking van productiewater bij de oliewinning. Het toenmalige Ministerie van Economische zaken heeft het advies om de waterinjectie voort te zetten overgenomen. Bovenstaande komt overeen met de in juni van 2019 door de EU vastgesteld Best Beschikbare Techniek voor verwerking van productiewater4. Hierbij is in hoofdstuk 15.3 een voorkeursvolgorde voor de 2 Andere stoffen zijn onder meer mineralen, olieresten en mijnbouwhulpstoffen (zie recente rapportage over de samenstelling van het productiewater dat in de Twentevelden wordt geïnjecteerd. 3 MER Herontwikkeling Oliewinning Schoonebeek, Royal Haskoning, 2005 4 Best Available Techniques Guidance Document on upstream hydrocarbon exploration and production P r o j e c t g e r e l a t e e r d 30-4-2020 MEDEDELING VOORNEMEN WATERINJECTIE FASE 2 REGIO SCHOONEBEEK BF5299IBRP01.01 7 verwerking van productiewater aangegeven, die in lijn is met de bevindingen in bovengenoemde onderzoeken: 1) Minimaliseren en/of hergebruiken van productiewater indien mogelijk tijdens productie (bijvoorbeeld herinjectie voor reservoir druk behoud). 2) Herinjecteren tijdens de productiefase of injecteren via een hiervoor bestemde lozingsput; 3) Behandelen van water door het verwijderen van stoffen zodat de waterkwaliteit voldoet aan lozingsnormen. In eerste instantie is gekozen voor waterinjectie in de leeggeproduceerde gasvelden in de Twenteregio, aangezien de gasvelden in de regio Schoonebeek nog producerend waren. Vanaf 2011 tot 2015 is door het steeds beter produceren van de winputten de hoeveelheid waterinjectie geleidelijk toegenomen tot circa 5.000 m3/d. Vanwege de aanpassing in de transportleiding naar Twente vindt waterinjectie sinds 2016 plaats met een lager debiet en alleen nog in de omgeving van Rossum. Deze waterinjectie zal naar verwachting voortgezet worden tot de beëindiging van de oliewinning in Schoonebeek. Aanvullende opslagcapaciteit nodig (fase 2) Doordat de huidige waterinjectiefaciliteiten in de omgeving van Rossum slechts een deel van het productiewater kunnen verwerken, is er een beperking van de dagelijkse productie van de oliewinning. NAM zoekt daarom naar uitbreiding van de waterinjectiecapaciteit. Hierbij wordt een periode van circa 10 jaar aangehouden. Een langere termijn ontwikkeling wordt niet zinvol geacht gezien de mogelijke veranderingen die in deze periode optreden. Gezien de benodigde procedures en technische aanpassingen is een kortere periode niet wenselijk. Deze tweede fase moet een aanvullende capaciteit bieden van circa 5000 m3/d voor de periode van circa 10 jaar. Dit betekent dat een opslagcapaciteit wordt gezocht voor circa 17 miljoen m3 productiewater Leeggeproduceerde gasvelden nabij Schoonebeek De komende jaren worden de gasreservoirs in de regio Schoonebeek geleidelijk aan leeg. Hierdoor ontstaat nabij de oliewinning opslagcapaciteit voor productiewater. Voor aanvullende opslagcapaciteit heeft NAM daarom de leeggeproduceerde reservoirs en bijna leeggeproduceerde reservoirs nabij Schoonebeek onderzocht. In dit gebied vindt al sinds de jaren ‘80 van de vorige eeuw waterinjectie plaats. In eerste instantie van de historische Schoonebeek oliewinning en later afkomstig van de producerende gasvelden in zuidoost Drenthe. Aanvullende waterinjectie De benodigde waterinjectie voor de huidige oliewinning Schoonebeek sluit zo aan bij de historische injectie voor Schoonebeek en de huidige injectie vanuit de gaswinning. Hiervoor zijn een aantal geschikte reservoirs geselecteerd. Uit de selectie is gebleken dat er geschikte locaties en putten beschikbaar zijn in de gemeente Coevorden. NAM heeft gezien de beperkte hoeveelheid resterend aardgas het voornemen de bestaande gaswinning op deze locaties geleidelijk aan te beëindigen en de putten te hergebruiken voor waterinjectie. De gaswinning zal uiteindelijk pas na 2030 helemaal afgrond zijn. Final Guidance Document - Contract No. 070201/2015/706065/SER/ENV.F.1 P r o j e c t g e r e l a t e e r d 30-4-2020 MEDEDELING VOORNEMEN WATERINJECTIE FASE 2 REGIO SCHOONEBEEK BF5299IBRP01.01 8 3 Alternatieven en varianten In het MER wordt voor het onderzoek uitgegaan van twee stappen. Eerst is er een scoping stap, waarin wordt onderzocht welke alternatieven, mede gezien de bevindingen uit de Herafweging van 2016, nu getoetst moeten worden. In de tweede stap worden de geselecteerde alternatieven nader uitgewerkt, inclusief varianten, en vervolgens getoetst op milieueffecten. Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat de tweede stap zich geheel richt op waterinjectie nabij Schoonebeek. Indien de uitkomsten van de scoping stap daar aanleiding toe geven, zullen alternatieven worden toegevoegd in de tweede stap. Figuur 3. Opzet van het onderzoek in twee fasen 3.1 Stap 1 – Scoping opties verwerking productiewater 3.1.1 Verwerking productiewater Schoonebeek Eind 2016 is de rapportage Herafweging Verwerking Productiewater Schoonebeek5 afgerond. In deze rapportage zijn de verschillende mogelijkheden om productiewater afkomstig van de oliewinning Schoonebeek te verwerken onderling vergeleken. De conclusie van het rapport is dat waterinjectie, mits rekening houdend met de nodige randvoorwaarden, de meest geschikte optie is. Wel is aangegeven, dat voor een toekomstige afweging moet worden nagegaan of bij waterzuivering inmiddels betere technieken beschikbaar zijn gekomen. In het kader van het MER wordt onderzocht of er nieuwe kansrijke technieken beschikbaar zijn gekomen. Voorafgaand aan het onderzoek naar verschillende opties, worden eerst de randvoorwaarden voor de te onderzoeken verwerkingsmethoden beschreven: - Samenstelling van het productiewater - Hoeveelheid productiewater per dag - Totale hoeveelheid te verwerken productiewater in 10 jaar 5 Herafweging Verwerking Productiewater Schoonebeek, Royal HaskoningDHV, 2016 P r o j e c t g e r e l a t e e r d 30-4-2020 MEDEDELING VOORNEMEN WATERINJECTIE FASE 2 REGIO SCHOONEBEEK BF5299IBRP01.01 9 3.1.2 Randvoorwaarden verwerking productiewater Samenstelling productiewater Zodra de oliewinning wordt opgeschaald naar het beoogde niveau, zullen meer productieputten ingeschakeld worden. Door deze extra ingezette putten kan de samenstelling van het productiewater wijzigen, bijvoorbeeld door een hoger H2S-gehalte. Dit kan weer leiden tot een afweging om aanvullend H2S-binder in te zetten. De samenstelling van het productiewater zal daarnaast in de loop van de jaren nog wijzigen doordat geleidelijk aan meer van het geïnjecteerde stoom wordt meegeproduceerd. Een effectieve verwerkingsmethode moet aangepast kunnen worden op de te verwachten en veranderende waterkwaliteit. In het MER wordt er van uitgegaan dat de samenstelling van het te injecteren productiewater nabij Schoonebeek overeenkomt met het productiewater dat in de Twentevelden wordt geïnjecteerd. Dit is de uitkomende waterstroom uit de OBI. Hoeveelheid productiewater per dag Er is oorspronkelijk bij de herontwikkeling van het olieveld Schoonebeek uitgegaan van circa 8.000 m3 productiewater per dag (inclusief het geleidelijk aan meegeproduceerde stoom) en dat is ongewijzigd. Voor de huidige injectie in Rossum Weerselo geldt dat hier circa 3.000 m3 per dag wordt afgevoerd. In dit MER wordt uitgegaan van aanvullende 5.000 m3 per dag. Totale hoeveelheid te verwerken productiewater in een periode van 10 jaar Naar verwachting dient er bij de verdere oliewinning tot 2050 nog 75 miljoen m3 productiewater verwerkt te worden. In het Rossum Weerselo veld kan nog 36 miljoen m3 worden opgeslagen. Uiteindelijk zijn er aanvullende verwerkingsmogelijkheden nodig voor de resterende 39 miljoen m3 productiewater. In dit MER wordt uitgegaan van een periode van 10 jaar, waarin ongeveer 17 miljoen m3 productiewater moet worden verwerkt. 3.1.3 Toetsing verschillende verwerkingsopties De samenstelling en de hoeveelheid extra te verwerken productiewater, in combinatie met de waterkwaliteit, vormen de randvoorwaarden bij het toetsen van de verschillende verwerkingsmogelijkheden. Dit gebeurt door een inventarisatie van nieuw ontwikkelde technieken. Hiervoor wordt een marktverkenning uitgevoerd. Daarnaast wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn voor het indikken van de waterstroom, zodat minder productiewater, maar met hoger zoutgehalte, wordt geïnjecteerd. Dit is in lijn met het advies van de commissie voor de m.e.r. naar aanleiding van de Herafweging Verwerking Productiewater Schoonebeek uit 2017. Mogelijk aanvullende alternatieven Onderstaand wordt er van uitgegaan dat waterinjectie nog steeds de beste optie is. Mocht de marktverkenning aantonen dat er wel nieuwe ontwikkelingen zijn die mogelijk beter scoren, zoals bijvoorbeeld het indikken van de waterstroom, dan worden deze als alternatief meegenomen in het MER. 3.2 Stap 2 - Basisalternatief aanvullende waterinjectie Drenthe Randvoorwaarden bij alternatieven en varianten De alternatieven en varianten in het MER hebben betrekking op de situatie waarbij waterinjectie in Rossum Weerselo voortgezet wordt. In het MER gelden de volgende randvoorwaarden: P r o j e c t g e r e l a t e e r d 30-4-2020 MEDEDELING VOORNEMEN WATERINJECTIE FASE 2 REGIO SCHOONEBEEK BF5299IBRP01.01 10 - Voortzetting van de afvoer van productiewater naar de locatie Rossum Weerselo en injectie in de lege gasvelden (thans circa 3.000 m3 per dag, totale capaciteit nog 36 miljoen m3). - Er is tot 5.000 m3 productiewater per dag aanvullend te verwerken. - Indien waterinjectie wordt toegepast, is er in totaal nog aanvullend 39 miljoen m3 opslagcapaciteit nodig, waarvan in de periode van 10 jaar rekening wordt gehouden met 17 miljoen m3. - In het geval dat er een indikalternatief wordt getoetst zal dit volume aanzienlijk lager zijn. Basisalternatief waterinjectie nabij Schoonebeek Het Basisalternatief bestaat uit de volgende componenten: - Alloceren transportleidingen, hergebruik bestaande leidingen en aanleg nieuwe segmenten - Selectie van putten en locaties voor waterinjectie, plaatsen van pompen, vaststellen selectiecriteria Nieuwe leidingsegmenten Voor ieder segment worden standaard voorbereidende onderzoeken uitgevoerd. Indien hieruit blijkt dat het tracé kan worden aangelegd, vinden de volgende activiteiten plaats: - Aanvoer materiaal, transport in de omgeving, aanleg tijdelijke werkstroken - Vergraven van de bodem, waarbij de bodem na aanleg van de buisleiding weer wordt teruggebracht, met 1 meter dekking - Toetsing van mogelijk onverwacht plaatselijk aan te treffen bodemverontreiniging - Bemaling van grondwater om in den droge aan te leggen. Grondwater wordt lokaal geloosd op oppervlaktewater of middels retourbemaling terug gebracht in het grondwater. - Na aanleg van de transportleiding wordt de grond terug gebracht en het maaiveld hersteld. - Na afloop van de aanleg vindt controle plaats van de transportleiding, om zeker te zijn dat leiding veilig in gebruik genomen kan worden. Dit zal in het MER worden toegelicht. Selectie putten en locaties De selectiecriteria voor de putten en locaties zijn: - Putintegriteit - Risico op aardbevingen (nabijheid breukzone, verleden bij gaswinning) - Risico voor zoutoplossing - Resterende hoeveelheid aardgas in het reservoir; - Opslagcapaciteit van het reservoir; - Mate van injectiviteit van het reservoirgesteente 3.3 Stap 2 – Varianten De bevindingen in stap 1 kunnen er toe leiden dat een aantal keuzes nog te maken zijn. Indien dit het geval is zullen die keuzes als varianten worden uitgewerkt. Het betreft de onderstaande aspecten. Gebruik mijnbouwhulpstoffen Daar waar mogelijk wordt zo min mogelijk gebruik gemaakt van mijnbouwhulpstoffen. De mijnbouwhulpstoffen hebben echter deels tot doel het materiaal van transportleidingen en putten te beschermen. Meer gebruik van mijnbouwhulpstoffen kan er toe leiden dat een deel van het materiaal niet vervangen hoeft te worden. Als variant wordt bekeken in welke mate mijnbouwhulpstoffen beperkt kunnen worden. P r o j e c t g e r e l a t e e r d 30-4-2020 MEDEDELING VOORNEMEN WATERINJECTIE FASE 2 REGIO SCHOONEBEEK BF5299IBRP01.01 12 4 Bestaande toestand en effecten op het milieu In het MER worden de milieueffecten van alternatieven en varianten bepaald ten opzichte van de referentiesituatie. Onderstaand is beschreven hoe de referentiesituatie wordt bepaald (4.1). Vervolgens wordt ingegaan op de bepaling van milieueffecten (4.2). Voor het gebruik van de diepe ondergrond is een beschrijving van milieueffecten niet toereikend, aangezien de diepe ondergrond buiten de milieuwetgeving valt. Om toch een beeld te krijgen van de gevolgen van waterinjectie worden de veranderingen in de ondergrond beschreven, inclusief mogelijke risico’s, waarbij gebruik wordt gemaakt van het toetsingskader uit het CE-afwegingsmethodiek (4.3). Dit leidt tot de samenvattende tabel in 4.4. 4.1 Referentiesituatie Voor het bepalen van de effecten van de voorgenomen activiteit en verschillende varianten, is het van belang vooraf een referentiesituatie vast te leggen. De referentiesituatie beschrijft de omstandigheden vanaf het moment dat de werkzaamheden uitgevoerd gaan worden. Het is de verwachting dat de verwerking operationeel is vanaf eind 2022 en de werkzaamheden in 2022 plaatsvinden. Als referentiesituatie wordt daarom uitgegaan van 2022. De referentiesituatie is gebaseerd op de huidige situatie met daarbij de autonome ontwikkelingen, dat wil zeggen de veranderingen waarvan nu met grote zekerheid te zeggen is dat deze gerealiseerd zijn in 2022. 4.1.1 Huidige situatie Het project ligt in de gemeente Coevorden. Het landgebruik in de omgeving is voornamelijk grasland, akkerbouw en bosgebied met verspreid liggende bebouwing. De hoofdontsluitingswegen zijn de A37, de N377 en de N34 en de grotere watergangen zijn het kanaal Coevorden-Zwinderen en het Loodiep. Natura 2000-gebieden In de buurt van het project liggen de Natura 2000-gebieden Bargerveen ten zuidoosten van Emmen en Mantingerzand en Dwingelderveld ten noorden van Hoogeveen (Figuur 1). In deze Natura 2000-gebieden is sprake van stikstofoverbelasting voor een aantal stikstofgevoelige habitattypen en soorten waarvoor herstelmaatregelen worden uitgevoerd. Ook liggen er verschillende gebieden van het natuurnetwerk Nederland (voorheen EHS) in de buurt van het project (Figuur 1). Grondwaterbeschermingsgebieden In de buurt van het project bevinden zich grondwaterbeschermingsgebieden waar waterbedrijf WMD grondwater wint voor de drinkwatervoorziening. Aan de rand van Dalen wordt op een diepte van circa 30- 50 meter onder maaiveld grondwater gewonnen (bron: gebiedsdossier grondwaterwinning Dalen). Het grondwaterbeschermingsgebied van Kruidhaars ligt in het gebied ten westen van Sleen. Er wordt grondwater gewonnen op een diepte van 40-90 meter onder maaiveld (bron: gebiedsdossier Kruidhaars). Het waterwingebied Valtherbos ligt ten noorden van Emmen op de grens van de gemeente Emmen en de gemeente Borger-Odoorn waar grondwater wordt gewonnen op een diepte van 25-65 meter onder maaiveld. Het waterwingebied Noordbargeres ligt aan de westelijke stadsrand van Emmen, waar grondwater wordt gewonnen op een diepte van 35-65 meter onder maaiveld (bron: gebiedsdossier Valtherbos-Noordbargeres). Archeologische waarden In de gemeente Coevorden liggen een aantal bekende archeologische waarden, historische kernen en wettelijke beschermde monumenten. Daarnaast zijn de zandige en venige beekdalbodems, P r o j e c t g e r e l a t e e r d 30-4-2020 MEDEDELING VOORNEMEN WATERINJECTIE FASE 2 REGIO SCHOONEBEEK BF5299IBRP01.01 13 (eenmans)essen, en gebieden op grond van hun landschappelijke en bodemkundige situering kansrijk op de aanwezigheid van archeologische resten (bron: Archeologische beleidskaart Coevorden). 4.1.2 Autonome ontwikkeling Ten opzichte van de huidige situatie zal de productie van gas uit de geselecteerde putten gestopt worden. Daarnaast zal transport van het geproduceerde gas door een deel van de transportleidingen gestopt zijn. Wellicht dat dit in 2022 in de praktijk nog niet helemaal het geval is, maar dan wel binnen enkele jaren. Aldus is het aannemelijk de nieuwe situatie te vergelijken met een situatie waarbij gaswinning bij de geselecteerde locaties gestopt is. Het ligt niet in de reden de nieuwe situatie te vergelijken met een geheel ontmantelde situatie, aangezien volledige verwijdering van putten en locaties nog lang niet aan de orde is, mede door andere mogelijkheden van hergebruik. Ten aanzien van de oliewinning wordt uitgegaan van een volledig operationele oliewinning tot een productie van circa 8.000 m3 productiewater per dag. Het waterschap is nabij Oosterhesselen gestart met de planvorming ‘broeklanden’ (Nieuwe Drostendiep). In dit gebied is vernatting en eventueel nevenfunctie als noodbergingsgebied aan de orde. Hiermee zal met de locaties en leidingen rekening gehouden moeten worden. Vooralsnog zijn er geen andere autonome ontwikkelingen benoemd, maar dit zal aan het begin van het MER nader onderzocht worden. 4.2 Milieueffecten In het MER zal een overzicht gegeven worden van de mogelijke milieueffecten. Deze kunnen betrekking hebben op de aanlegfase, de gebruiksfase en ten gevolge van mogelijke calamiteiten. 4.2.1 Aanlegfase De aanpassingen tijdens de aanlegfase bestaan uit de aanleg van de leidingsegmenten en het aanpassen van de putten en locaties. Aanleg leidingsegmenten De kwaliteit van de bestaande transportleidingen wordt getoetst, om de kans op een lekkage te minimaliseren. Daarnaast worden naar verwachting nieuwe segmenten voor leidingtracés aangelegd. Bij de aanleg van deze segmenten zijn de volgende milieueffecten te verwachten: - Vergraving van de bodem, daar waar dit nog niet eerder heeft plaatsgevonden dient rekening gehouden te worden met verstoring bodemlagen, mogelijke verstoring natuurwaarden en verstoring archeologische waarden. Daarnaast kunnen bodemverontreinigingen worden aangetroffen. - Tijdelijke verlaging grondwaterstand, met als doel de leiding in den droge aan te leggen. In algemene zin kan grondwaterstandverlaging gevolgen hebben voor de omgeving (krimp, klink, zetting, veenoxidatie met mogelijk effect op boven- of ondergrondse infrastructuur en gebouwen, archeologische waarden, verplaatsing aanwezige grondwaterverontreiniging, gebruiksmogelijkheden van aanwezige onttrekkingspunten, droogteschade landbouwgewassen of kwetsbare natuurwaarden). - Geluidsoverlast kan optreden zowel door de werkzaamheden op de locaties, bij de aanleg van leidingsegmenten en tijdens de waterinjectie periode. Daarnaast moet rekening gehouden worden met mogelijke verstoring van fauna, waaronder bijvoorbeeld broedvogels afhankelijk van het seizoen. P r o j e c t g e r e l a t e e r d 30-4-2020 MEDEDELING VOORNEMEN WATERINJECTIE FASE 2 REGIO SCHOONEBEEK BF5299IBRP01.01 18 5 Benodigde procedures Het voornemen om vanaf circa 2022 productiewater in leeggeproduceerde gasvelden in de provincie Drenthe te injecteren, vraagt aanpassingen van de bestaande vergunningen en het doorlopen van planologische procedures. Ter onderbouwing wordt een milieueffectrapport (gecombineerd Plan-MER / Project-MER) opgesteld. Onderstaand wordt dit nader toegelicht. 5.1 Wetgeving Omgevingswet in voorbereiding: uitgesteld tot na 1 januari 2021 De in werkingtreding van de Omgevingswet stond gepland voor 1 januari 2021 maar is uitgesteld tot nader orde. Het betekent een verregaande vereenvoudiging van het stelsel van wetgeving voor de ontwikkeling en het beheer van de leefomgeving (omgevingsrecht), doordat tientallen wetten en honderden regels worden gebundeld in één nieuwe wet. Het MER en de benodigde vergunningsaanvragen worden rond november 2020 ingediend, waardoor dit ruimschoots voor de invoering van de Omgevingswet plaatsvindt. Formeel hebben de aanvragen daarmee te maken met het huidige kader van wet- en regelgeving. Wet ruimtelijke ordening (ruimtelijke inpassing) De Wet ruimtelijke ordening (Wro) is een belangrijke wet die instrumenten bevat om ruimtelijke behoeften als wonen, werken, recreëren, mobiliteit, water en natuur in een samenhangende benadering te verdelen. Het bestemmingsplan is het kerninstrument uit deze wet. Wanneer een initiatief niet in een bestemmingsplan past, kunnen verschillende planologische procedures worden doorlopen. Gemeenten kunnen hiervoor een nieuw bestemmingsplan opstellen. Indien de rijksoverheid het bevoegd gezag is dan kan een Rijksinpassingsplan opgesteld worden (=bestemmingsplan op rijksniveau). Daarnaast is het mogelijk om een omgevingsvergunning aan te vragen voor planologisch strijdig gebruik. Voor alle procedures geldt dat de uitvoerbaarheid aangetoond moet worden en dat middels onderzoek onderbouwd moet worden dat sprake is van een ‘goede ruimtelijke ordening’. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht regelt de omgevingsvergunningplicht en legt de basis voor de toetsingskaders voor de onderdelen milieu, veranderen mijnbouwwerk, het bouwen van bouwwerken, strijdig planologisch gebruik en het uitvoeren van een werk of werkzaamheden in relatie tot archeologie. Wet milieubeheer De Wet milieubeheer en het Besluit milieueffectrapportage zijn van belang voor de beantwoording van de vraag voor welke plannen of besluiten het opstellen van een milieueffectrapport (MER) nodig is. In het MER dat voor de voorgenomen activiteit wordt opgesteld, worden zowel de milieueffecten van het watertransport als de waterinjectie beschouwd. Besluit lozen buiten inrichtingen De injectie van productiewater vindt plaats op grote diepte. Dit maakt dat niet van inrichtingen, maar van mijnbouwwerken moet worden gesproken. Het Besluit lozen buiten inrichtingen (Blbi) is op dergelijke injectie-activiteiten van toepassing.6 Het Blbi bevat een verbod op het lozen in de bodem, maar dat verbod 6 Het B bi is van toepassing op lozen anders dan vanuit een inrichting met uitzondering van – voor zover hier relevant - lozen waaraan regels zijn gesteld bij of krachtens de Mijnbouwwet. Gelet op laatstgenoemde uitzondering voor mijnbouwwerken zijn we nagegaan of de Mijnbouwwet regels stelt ten aanzien van lozingen. Vooralsnog zijn we tot de conclusie gekomen dat in de Mijnbouwwet en aanverwante besluiten en regels geen regels staan ten aanzien van lozingen. Deze conclusie komt overeen met het vervallen artikel 196 M jnbouwbesluit, waarin het vervallen (oude) lozingenbesluit van toepassing werd verklaard. P r o j e c t g e r e l a t e e r d 30-4-2020 MEDEDELING VOORNEMEN WATERINJECTIE FASE 2 REGIO SCHOONEBEEK BF5299IBRP01.01 19 kan met maatwerkvoorschriften buiten toepassing worden gesteld. Voor het stellen van maatwerkvoorschriften gelden de volgende regels: (1) het toestaan van de lozing is enkel toegestaan, indien het belang van de bescherming van het milieu zich gelet op de samenstelling, hoeveelheid en eigenschappen van het afvalwater daartegen niet verzet; (2) aan het maatwerk kunnen voorwaarden worden gesteld met betrekking tot: a) de samenstelling, eigenschappen of hoeveelheid van het afvalwater en het meten en registreren ervan; b) de te treffen maatregelen; c) de duur van het lozen; en d) de plaats van het lozingspunt. In het kader van het verzoek tot maatwerk zal een Water Injectie Management Plan worden opgesteld met een daaraan gekoppelde risico beheersplan (bow ties). Landelijk Afvalbeheerplan (LAP3) In de Wet milieubeheer zijn regels opgenomen voor handelingen met afvalstoffen met het oog op een doelmatig beheer van afvalstoffen. Productiewater zoals ontstaan bij de oliewinning Schoonebeek wordt gezien als afvalstof. De Minister stelt ten minste elke zes jaar een afvalbeheerplan vast. Het laatste vastgestelde afvalbeheerplan is het Landelijk afvalbeheerplan 2017-2029 (LAP3). In LAP3 staan sectorplannen waar het beleid voor de verschillende afvalstromen is uitgewerkt. Deze sectorplannen zijn het toetsingskader bij vergunningverlening aan afvalverwerkende bedrijven. Sectie B.12.13.9 beschrijft specifiek de voorwaarden voor injectieactiviteiten bij olie- en gaswinning. Waterwet De Waterwet regelt het beheer van grond- en oppervlaktewater en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. De Waterwet en de bijbehorende uitvoeringsregels zijn van belang voor de aanlegfase van nieuwe leidingtracés en de gebruiksfase van de locaties. Wet natuurbescherming De Wet natuurbescherming beschermt Nederlandse natuurgebieden en planten- en diersoorten. De wet geldt sinds 1 januari 2017 en heeft 3 wetten vervangen: de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Boswet. De Wet natuurbescherming is relevant voor de aanleg van leidingtracés en het gebruik van de locaties. Daarbij wordt zowel naar de effecten op nabijgelegen Natura 2000-gebieden als naar de effecten op ter plaatse voorkomende beschermde dier- en plantensoorten gekeken. 5.2 Benodigde aanpassingen Planologische procedure In de huidige bestemmingsplannen zijn de toekomstige waterinjectielocaties in de gemeente Coevorden nog niet als zodanig opgenomen. De locatie Schoonebeek-313 in de gemeente Emmen heeft al wel een waterinjectiebestemming. Voor de transportleidingen geldt dat het transport van productiewater geen risicocontouren kent, waardoor geen ruimtelijke bestemming nodig is. NAM zal hiervoor een omgevingsvergunning strijdig gebruik aanvragen om genoemde activiteiten ook planologisch te kunnen uitvoeren. Wijziging vergunningen Voor de wijziging van de mijnbouwlocaties is een aanpassing van de wabo-vergunning per locatie nodig. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat is hierbij bevoegd gezag. Ter onderbouwing kan een MER vereist zijn. De activiteiten hierbij zijn: P r o j e c t g e r e l a t e e r d 30-4-2020 MEDEDELING VOORNEMEN WATERINJECTIE FASE 2 REGIO SCHOONEBEEK BF5299IBRP01.01 20 - Uitvoeren onderliggende technische onderzoeken (in combinatie met MER onderzoeken); - Opstellen vergunningsaanvragen. Project-m.e.r.- procedure In hoofdstuk 1 is beschreven dat de oprichting van een inrichting bestemd voor het storten of het in de diepe ondergrond brengen van niet gevaarlijke afvalstoffen, niet zijnde baggerspecie, in categorie D18.3 van de bijlage bij het Besluit m.e.r. als m.e.r.-beoordelingsplichtig is aangemerkt. De activiteiten hierbij zijn: - NAM heeft besloten zonder m.e.r.-beoordelingstoets bij het bevoegd gezag te melden dat een m.e.r.-procedure gevolgd zal worden; - Uitvoeren van de daarvoor benodigde onderliggende technische onderzoeken; - Overleg met bevoegd gezag, bij voorkeur tevens een begeleidingscommissie; - Afstemming met de commissie voor de m.e.r. 5.3 Besluiten en procedures: bevoegd gezag De Rijkscoördinatie regeling (RCR) en het Rijks inpassingsplan (RIP) zijn in deze situatie niet van toepassing. De besluiten ten aanzien van de bestemmingsplanwijzigingen en het verlenen van de vergunningen worden zodoende genomen door de volgende bevoegde gezagen: - Omgevingsvergunning voor bouwwerkzaamheden en aanpassingen aan de injectielocaties in het kader van de Mijnbouwwet door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat - Waterwetvergunning(en) door Waterschap Vechtstromen - Natuurvergunning in kader van de Wet natuurbescherming door de Provincie Drenthe of Ministerie van LNV (locatie waarschijnlijk LNV, leiding provincie Drenthe) - M.e.r.-procedure met als bevoegd gezag het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (als bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning voor het mijnbouwwerk) M.e.r. procedure Het Project /PLANMER wordt opgesteld door de initiatiefnemer NAM met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat als bevoegd gezag, in samenspraak met de gemeente Coevorden specifiek voor het planologische deel. P r o j e c t g e r e l a t e e r d 30-4-2020 MEDEDELING VOORNEMEN WATERINJECTIE FASE 2 REGIO SCHOONEBEEK BF5299IBRP01.01 21 6 Planning NAM heeft er belang bij op korte termijn de aanvullende capaciteit voor waterinjectie beschikbaar te hebben. Hierover zal afstemming gezocht worden met de bevoegde gezagen. In hoofdzaak is het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat bevoegd gezag voor het omgevingsvergunningen van de waterinjectielocaties en de gemeente Coevorden voor de omgevingsvergunningen met betrekking tot de nieuwe leidingen. Daarnaast zal overleg met andere belanghebbenden en met de omwonenden plaatsvinden. De planning tot realisatie bestaat uit de volgende stappen: NRD-procedure – periode voorjaar 2020 NAM dient de Mededeling voornemen in bij het bevoegd gezag, in dit geval het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het Ministerie zal de commissie voor de m.e.r. vragen een werkgroep te formeren. Deze werkgroep zal naar verwachting een bezoek brengen aan het project om zich te informeren op de voorgenomen activiteit. Daarnaast zal het Ministerie zorgen dat de Mededeling voornemen ter inzage wordt gelegd met de mogelijkheid voor het indienen van zienswijzen. De commissie voor de m.e.r. komt met haar advies met betrekking tot de NRD. Op basis van het eigen beleid, de zienswijzen en het advies van de commissie voor de m.e.r. zal het Ministerie de formele NRD dan opstellen. Aanvragen door initiatiefnemer – periode 2020 tot en met laatste kwartaal van 2020 In deze periode worden de ontwerpkeuzes uitgewerkt en worden technische en milieukundige onderzoeken uitgevoerd. Op basis hiervan worden de aanvraagdocumenten opgesteld voor de benodigde vergunningen en het Project-MER. Tevens vindt in deze periode de afstemming plaats met bevoegde gezagen, belanghebbenden en de commissie voor de m.e.r. Proceduretijd – Eind 2020 tot en met de zomer van 2021 Proceduretijd heeft betrekking op de benodigde periode voor de overheden, voor het beoordelen van de documenten inclusief advies commissie voor de m.e.r. en bij een positieve beoordeling de aanpassing bestemmingsplan en het opstellen van vergunningen. Formeel zouden de procedures parallel kunnen worden doorlopen, met een maximale periode van 6 maanden. In de praktijk wordt rekening gehouden met tot 9 maanden. Beroepsperiode – tot de zomer 2022 Er zijn standaard beroepsperioden en proceduretijd voor het afhandelen van eventuele beroepen. Indien geen beroep wordt aangetekend, komt deze periode te vervallen. De beroepsperiode kan een jaar duren, maar dit kan mogelijk verder uitlopen bij aanhoudende bezwaren. Detail Ontwerpfase – gedurende 2021 Nadat de vergunningen definitief zijn geworden (maar mogelijk nog niet onherroepelijk) staat de detail uitwerking gepland gedurende 2021. Dit zou eventueel 9 maanden naar voren geschoven kunnen worden, vanaf het indienen van de aanvragen. Indien er geen beroep wordt aangetekend zou dit tot een versnelling van de doorlooptijd met 9 maanden kunnen leiden. Het detailontwerp wordt uitgewerkt, rekening houdend met de voorwaarden uit de aangepaste bestemmingsplannen en de vergunningen. Aanlegfase – gedurende 2022 In deze fase worden de werkzaamheden uitbesteed en wordt de aannemer geselecteerd. Vervolgens worden de aanpassingen op de locaties uitgevoerd en de leidingsegmenten aangelegd. P r o j e c t g e r e l a t e e r d 30-4-2020 MEDEDELING VOORNEMEN WATERINJECTIE FASE 2 REGIO SCHOONEBEEK BF5299IBRP01.01 22 Start gebruiksfase – vanaf eind 2022 De start van waterinjectie in de Drenthevelden vindt plaats vanaf eind 2022, nadat ook de oliewinning in het Schoonebeekveld is toegenomen tot het oorspronkelijk beoogde niveau. Gedurende de productiefase vindt monitoring plaats en jaarlijks rapportage aan de toezichthouder Staatstoezicht op de Mijnen. Langere termijn – 6 jaarlijkse toetsing De start van fase 2 waterinjectie valt ongeveer samen met de herafweging van waterinjectie bij de locaties voor fase 1 in 2022. Een volgende herafweging is dan gepland voor 2028, waarbij de locaties voor waterinjectie fase 1 en 2 samen kunnen worden meegenomen in het onderzoek. Bijlage 1. Achtergrond oliewinning Schoonebeek P r o j e c t g e r e l a t e e r d 30-4-2020 MEDEDELING VOORNEMEN WATERINJECTIE FASE 2 REGIO SCHOONEBEEK BF5299IBRP01.01 1 De oliewinning Schoonebeek heeft een lange geschiedenis. Onderstaand wordt hiervan een beknopt overzicht gegeven. Oorsprong aardolie Aardolie is ontstaan uit dode resten van organismen (planten en plankton) op de zeebodem. In de loop van de tijd kwamen grote hoeveelheden zand, grind en klei over deze resten te liggen. Aardlaag over aardlaag. Door de druk van deze aardlagen steeg de temperatuur in de laag met de dode organismen. Via een ingewikkeld chemisch proces ontstond zo aardolie. De olie zit in een zandsteenlaag tussen de zandkorrels. De zandsteenlagen zijn weer omringd door ondoordringbare aardlagen van onder andere klei. De zandsteenlagen met olie in Nederland zijn tussen de 60 en de 120 miljoen jaar oud. Opsporen Bij het opsporen van aardolie maakte NAM gebruik van seismisch bodemonderzoek. Dat gebeurde door kunstmatig trillingen op te wekken. Elke aardlaag weerkaatst de trillingen namelijk op een unieke manier. Daardoor kunnen geologen de verschillende aardlagen in de aardkorst in kaart brengen. De ondergrond op land is al volledig in kaart gebracht. Op drie plekken is in Nederland aardolie gevonden: in Zuidoost- Drenthe (het Schoonebeek-veld), in de omgeving van Rotterdam en in de Noordzeebodem. Oliewinning Schoonebeek Vanaf 1947 is door de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) olie uit het olieveld Schoonebeek gewonnen. Met een inhoud van circa 160 miljoen m3 olie (wat overeenkomt met 1 miljard vaten) is het olieveld Schoonebeek in omvang één van de grootste in West-Europa. In de periode tussen 1948 en 1996 is circa 40 miljoen m3 olie gewonnen. In 1996 werd de winning van olie uit het olieveld Schoonebeek gestopt. De oliewinning was met de toen bestaande technieken en infrastructuur niet langer economisch verantwoord. Na de stopzetting van de oliewinning is gestart met het opruimen van de geboorde putten, installaties en pijpleidingen. NAM heeft vanaf 2005 onderzoek gedaan naar de mogelijke herontwikkeling van het Schoonebeek olieveld, waarbij met de inzet van nieuwe technieken alsnog een deel van de resterende olie kan worden gewonnen. Door met hoge temperatuur stoom te injecteren wordt de viscositeit van de olie verlaagd en daarmee de produceerbaarheid verhoogd. Dit heeft geleid tot de herstart van de oliewinning in 2011. Naar verwachting zal tot 2050 nog circa 15 miljoen m3 olie uit het veld kunnen worden geproduceerd. Verwerking productiewater van de oliewinning Schoonebeek Bij de productie van olie wordt formatiewater uit het oliereservoir meegeproduceerd. Het formatiewater wordt in toenemende mate verdund door de geïnjecteerde stoom. Door het hoge zoutgehalte en andere stoffen in het formatiewater, kan het productiewater na afscheiding van de geproduceerde olie niet worden geloosd op het oppervlaktewater. Samenstelling productiewater Het productiewater bestaat voor bijna 100% uit zout water. Het heeft ook nagenoeg dezelfde samenstelling als het water dat van nature voorkomt in de nu lege gasvelden. In het productiewater zitten ook mineralen, olieresten en mijnbouwhulpstoffen. Deze middelen zijn toegevoegd om onze installaties en leidingen te beschermen tegen roest en aanslag. De concentratie van de hulpstoffen in het productiewater is zeer laag: minder dan 1 promille (één duizendste). MER Herontwikkeling Oliewinning Schoonebeek In het MER van de Herontwikkeling Oliewinning Schoonebeek (in 2005) heeft een uitgebreide afweging plaatsgevonden van mogelijkheden voor de verwerking van dit productiewater. De optie waarbij het productiewater in leeggeproduceerde gasformaties wordt geïnjecteerd, is daarbij als meest P r o j e c t g e r e l a t e e r d 30-4-2020 MEDEDELING VOORNEMEN WATERINJECTIE FASE 2 REGIO SCHOONEBEEK BF5299IBRP01.01 2 milieuvriendelijke oplossing naar voren gekomen. Doordat de resterende gasdruk in deze reservoirs laag is geworden, ontstaat de mogelijkheid hier productiewater toe te voegen, mits de druk onder de oorspronkelijke druk van het reservoir blijft. Door NAM wordt sinds begin 2011 productiewater vanaf de oliewinning Schoonebeek per transportleiding naar Twente gebracht en daar leeggeproduceerde gasvelden geïnjecteerd. Onderdeel van de huidige waterinjectievergunning is een verplichting om iedere 6 jaar na te gaan of waterinjectie nog steeds de meest effectieve wijze is om het meegeproduceerde productiewater te verwijderen. Deze afweging heeft in 2016 plaatsgevonden, aan de hand van de operationele informatie uit de periode vanaf 2011. Royal HaskoningDHV heeft deze herafweging uitgevoerd, waaruit is gebleken dat alternatieven voor waterinjectie, zoals waterzuivering, indikken van de waterstroom of het biologisch zuiveren en afvoeren naar zee, leiden tot meer milieubelasting en hogere kosten. De herafweging is beoordeeld door de commissie voor de m.e.r. en als second opinion door Deltares en de TU Delft. Deze bureaus bevestigen dat waterinjectie de beste optie is voor de verwerking van productiewater bij de oliewinning. Het toenmalige Ministerie van Economische zaken heeft het advies om de waterinjectie voort te zetten overgenomen. In eerste instantie is gekozen voor waterinjectie in de leeggeproduceerde gasvelden in de Twenteregio, aangezien de gasvelden in de regio Schoonebeek nog producerend waren. Vanaf 2011 tot 2015 is het debiet geleidelijk toegenomen tot circa 5.000 m3/d. Vanwege praktische omstandigheden vindt waterinjectie sinds 2016 plaats met een lager debiet en alleen nog in de omgeving van Rossum. Deze waterinjectie zal naar verwachting voortgezet worden tot de beëindiging van de oliewinning in Schoonebeek. Fase 2: Aanvullende opslagcapaciteit nodig Doordat de huidige waterinjectiefaciliteiten in de omgeving van Rossum slechts een deel van het productiewater kunnen verwerken, is er een beperking van de oliewinning. NAM zoekt daarom naar uitbreiding van de waterinjectie capaciteit. Deze tweede fase moet een aanvullende capaciteit bieden van circa 5000 m3/d voor een periode van circa 10 jaar. Dit betekent dat een opslagcapaciteit wordt gezocht voor circa 17 miljoen m3 productiewater Waterinjectie of waterzuivering? Uit de eerdere onderzoeken bij het MER in 2005 en de Herafweging in 2016 is gebleken dat de milieueffecten van een waterzuivering aanzienlijk groter zijn dan van waterinjectie, zodat de voorkeur uitgaat naar waterinjectie, mits er geen risico is voor de veiligheid en gezondheid. In juni van 2019 is er door de EU een Best Beschikbare Techniek voor verwerking van productiewater vastgesteld7. Hierbij is in hoofdstuk 15.3 een voorkeursvolgorde voor de verwerking van productiewater aangegeven, die in lijn is met de bevindingen in bovengenoemde onderzoeken: 1) Minimaliseren van de hoeveelheid productiewater, bijvoorbeeld door het herinjecteren; 2) Herinjecteren tijdens de productiefase via een hiervoor bestemde injectieput; 3) Behandelen van water door het verwijderen van stoffen zodat de waterkwaliteit voldoet aan lozingsnormen. Leeggeproduceerde gasvelden nabij Schoonebeek De komende jaren worden de gasreservoirs nabij Schoonebeek geleidelijk aan leeg. Hierdoor ontstaat nabij de oliewinning opslagcapaciteit voor productiewater. Voor aanvullende opslagcapaciteit heeft NAM daarom de leeg geproduceerde reservoirs en bijna leeg geproduceerde reservoirs nabij Schoonebeek 7 Best Available Techniques Guidance Document on upstream hydrocarbon exploration and production Final Guidance Document - Contract No. 070201/2015/706065/SER/ENV.F.1 P r o j e c t g e r e l a t e e r d 30-4-2020 MEDEDELING VOORNEMEN WATERINJECTIE FASE 2 REGIO SCHOONEBEEK BF5299IBRP01.01 3 onderzocht. In dit gebied vindt al sinds de jaren 80 van de vorige eeuw waterinjectie plaats. In eerste instantie van de historische Schoonebeek oliewinning en later afkomstig van de producerende gasvelden in zuidoost Drenthe. Aanvullende waterinjectie De benodigde waterinjectie voor de huidige oliewinning Schoonebeek sluit zo aan bij de historische injectie voor Schoonebeek en de huidige injectie vanuit de gaswinning. Hiervoor zijn een aantal geschikte reservoirs geselecteerd. Uit de selectie is gebleken dat er geschikte locaties en putten beschikbaar zijn in de gemeente Coevorden. NAM heeft nu het voornemen de bestaande gaswinning op deze locaties geleidelijk aan te beëindigen en de putten te hergebruiken voor waterinjectie. De gaswinning zal uiteindelijk pas na 2030 helemaal afgrond zijn.
26 juni 20242.01 MBHoort bij dossier Woo-verzoek, Stop Afvalwater Schoonebeek 23 april 2023
Download PDF
1...96...177